ECLI:NL:RBZLY:2005:AT4590

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
8 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
246665 CV 04-4118
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijsverplichting bij internetverkoop en informatievoorziening aan klanten

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 8 maart 2005, ging het om een geschil tussen de besloten vennootschap LIS B.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De zaak betrof een kantonzaak waarin LIS B.V. vorderde dat de gedaagde zou worden veroordeeld tot betaling, naar aanleiding van een overeenkomst die via internet tot stand was gekomen. De kern van het geschil lag in de vraag of LIS B.V. voldoende informatie had verstrekt aan de gedaagde over de aard van het abonnement dat hij had afgesloten. De gedaagde had zich op 15 januari 2004 aangemeld voor een gratis abonnement, maar was niet op de hoogte dat dit abonnement na een bepaalde periode zou worden omgezet in een betaald abonnement indien het niet tijdig werd opgezegd.

De kantonrechter had eerder in een tussenvonnis van 23 november 2004 bepaald dat LIS B.V. moest aantonen op welke wijze de klanten op de hoogte werden gesteld van de voorwaarden van het abonnement. LIS B.V. diende ook te verduidelijken of de algemene voorwaarden op de website toegankelijk waren op het moment van aanmelding. Tijdens de procedure heeft LIS B.V. stukken overgelegd, waaronder een print-screen van de website, maar de gedaagde betwistte dat hij destijds kennis had genomen van deze informatie.

De kantonrechter concludeerde dat LIS B.V. niet had voldaan aan haar informatieverplichting. De overgelegde stukken gaven geen duidelijkheid over de presentatie van de website op het moment van aanmelding. De rechter oordeelde dat de vordering van LIS B.V. niet voldoende was onderbouwd en wees deze af. Tevens werd LIS B.V. veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die tot dat moment op nihil waren begroot. Het vonnis werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 maart 2005.

Uitspraak

R E C H T B A N K Z W O L L E - L E L Y S T A D
sector kanton – locatie Zwolle
zaaknr. : 246665 CV 04-4118
datum : 8 maart 2005
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LIS B.V., mede handelend onder de namen genoemd in het exploot van dagvaarding d.d. 22 juli 2004,
gevestigd te Emmen,
eisende partij,
verder ook te noemen: LIS,
gemachtigde: mr. G.F.M.G Heutink, advocaat te Apeldoorn,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
verder ook te noemen: [gedaagde],
in persoon procederend.
Het verdere verloop van de procedure
Na het tussenvonnis gedateerd 23 november 2004 hebben partijen ieder een akte genomen, waarna het vonnis op heden is bepaald.
[gedaagde] heeft een video-CD ter griffie gedeponeerd.
De nadere beoordeling
1.
Blijkens voornoemd tussenvonnis diende LIS in de eerste plaats aan te geven op welke wijze haar (potentiële) klanten op 15 januari 2004 --de datum waarop [gedaagde] zijn persoonlijke gegevens op de website van LIS heeft ingevuld-- werden geïnformeerd dat het in eerste in-stantie een gratis abonnement betrof en dat dit abonnement bij gebreke van tijdige opzegging zou worden omgezet in een betaald abonnement. In de tweede plaats diende LIS uitsluitsel te geven met betrekking tot de vraag of het door haar overgelegde exemplaar van de algemene voorwaarden via haar website was te raadplegen en zo ja, hoe precies.
2.
LIS heeft bij akte stukken in het geding gebracht door haar aangeduid als "een afdruk van print-screen van de website van Lis". Ook heeft LIS aan de hand van die stukken uitgelegd op welke wijze de aanmeldingsprocedure verloopt.
[gedaagde] heeft betwist dat hij destijds kennis heeft genomen van de gegevens zoals die door LIS bij akte zijn gepresenteerd. Met betrekking tot de algemene voorwaarden heeft [gedaag-de] gesteld dat hij zich niet meer kan herinneren of die voorwaarden destijds via de computer waren te raadplegen.
3.
Uit de door LIS overgelegde stukken en haar toelichting daarop blijkt niet dat haar presentatie op de website op 15 januari 2004 identiek was aan de door haar bij akte overgelegde stukken. Uit het door [gedaagde] gevoerde verweer kan worden opgemaakt dat de website destijds an-ders was ingericht, omdat [gedaagde] heeft verklaard de presentatie niet eerder te hebben ge-zien.
LIS was blijkens rechtsoverweging 4 van het tussenvonnis uitdrukkelijk verzocht omtrent de presentatie aan de (potentiële) klanten van LIS op 15 januari 2004 informatie te verschaffen. Nu LIS dit heeft nagelaten en uit het nadere verweer van [gedaagde] kan worden afgeleid dat die presentatie er op 15 januari 2004 anders uitzag, heeft LIS niet aan haar informatiever-plichting voldaan en haar vordering niet voldoende onderbouwd
Uit het vooraanstaande vloeit voort dat evenmin inlichtingen zijn verschaft met betrekking tot de vraag of de algemene voorwaarden op 15 januari 2004 middels de website van LIS waren te raadplegen en zo ja, hoe. Weliswaar volgt uit de print-screen van de website zoals die door LIS is overgelegd dat die mogelijkheid bestaat, maar nu niet vaststaat dat de website er op 15 januari 2004 net zo uitzag, blijft ook dit punt onopgehelderd.
4.
Op grond van het vooraanstaande wordt geconcludeerd dat LIS, hoewel zij daartoe uitdruk-kelijk in de gelegenheid is gesteld, haar vordering niet voldoende heeft onderbouwd zodat die vordering behoort te worden afgewezen. Hetgeen op de video-CD staat kan buiten beschou-wing worden gelaten.
LIS dient als verliezende partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt LIS in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], welke kosten tot op heden op nihil zijn begroot.
Aldus gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter te Zwolle en uitgesproken op de open-bare terechtzitting van 8 maart 2005 in aanwezigheid van de griffier.