ECLI:NL:RBZLY:2005:AT4590
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijsverplichting bij internetverkoop en informatievoorziening aan klanten
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 8 maart 2005, ging het om een geschil tussen de besloten vennootschap LIS B.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De zaak betrof een kantonzaak waarin LIS B.V. vorderde dat de gedaagde zou worden veroordeeld tot betaling, naar aanleiding van een overeenkomst die via internet tot stand was gekomen. De kern van het geschil lag in de vraag of LIS B.V. voldoende informatie had verstrekt aan de gedaagde over de aard van het abonnement dat hij had afgesloten. De gedaagde had zich op 15 januari 2004 aangemeld voor een gratis abonnement, maar was niet op de hoogte dat dit abonnement na een bepaalde periode zou worden omgezet in een betaald abonnement indien het niet tijdig werd opgezegd.
De kantonrechter had eerder in een tussenvonnis van 23 november 2004 bepaald dat LIS B.V. moest aantonen op welke wijze de klanten op de hoogte werden gesteld van de voorwaarden van het abonnement. LIS B.V. diende ook te verduidelijken of de algemene voorwaarden op de website toegankelijk waren op het moment van aanmelding. Tijdens de procedure heeft LIS B.V. stukken overgelegd, waaronder een print-screen van de website, maar de gedaagde betwistte dat hij destijds kennis had genomen van deze informatie.
De kantonrechter concludeerde dat LIS B.V. niet had voldaan aan haar informatieverplichting. De overgelegde stukken gaven geen duidelijkheid over de presentatie van de website op het moment van aanmelding. De rechter oordeelde dat de vordering van LIS B.V. niet voldoende was onderbouwd en wees deze af. Tevens werd LIS B.V. veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die tot dat moment op nihil waren begroot. Het vonnis werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 maart 2005.