ECLI:NL:RBZLY:2005:AS7260
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en anciënniteit bij faillissement
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 februari 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de besloten vennootschap FIFO COLOR B.V. over een kennelijk onredelijk ontslag. [Eiseres] was in dienst bij FIFO en had haar ontslag aangevochten, stellende dat het ontslag kennelijk onredelijk was op grond van artikel 7:681 lid 1 BW. De gedaagde partij, FIFO, had als reden voor het ontslag opgegeven dat de afdeling waar [eiseres] werkzaam was, per 1 januari 2004 zou sluiten. Echter, [eiseres] heeft betoogd dat deze sluiting niet heeft plaatsgevonden en dat zij op verzoek van FIFO haar werkzaamheden heeft hervat na de ontslagaanvraag. De kantonrechter heeft vastgesteld dat FIFO geen juiste toepassing heeft gegeven aan het anciënniteitbeginsel, aangezien de dienstjaren van [eiseres] voor het faillissement van de rechtsvoorganger niet zijn meegeteld. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat FIFO niet voldoende had onderbouwd dat de sluiting van de afdeling daadwerkelijk had plaatsgevonden en dat de inschattingsfout van FIFO voor rekening en risico van de werkgever kwam. De primaire vordering van [eiseres] tot herstel van de dienstbetrekking werd afgewezen, maar de kantonrechter kende haar een billijke schadevergoeding toe van € 5.000,00 bruto. FIFO werd veroordeeld in de kosten van de procedure.