ECLI:NL:RBZLY:2004:AR5890
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het anciënniteitsbeginsel bij ontslag en wederindiensttreding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 19 oktober 2004, stond de vraag centraal of het anciënniteitsbeginsel van toepassing is wanneer een ex-werkgever binnen de 26-wekentermijn geen werk heeft voor alle werknemers. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. M. Noot, eiste een verklaring voor recht dat haar ontslag door Croky Chips B.V. nietig was en vorderde loondoorbetaling vanaf 1 mei 2004. De gedaagde partij, Croky Chips, vertegenwoordigd door mr. B.S. Hagemann, betwistte deze vorderingen. De mondelinge behandeling vond plaats op 28 september 2004, waarbij de human resources manager van Croky Chips, mevrouw J. de Groot, aanwezig was.
De rechtbank oordeelde dat Croky Chips, na het verkrijgen van toestemming van het CWI om de arbeidsovereenkomst met de eisende partij op te zeggen, de voorwaarde had geschonden door binnen de 26 weken na de opzegging nieuwe inpaksters aan te nemen zonder de eisende partij de kans te geven om haar werkzaamheden te hervatten. De rechtbank stelde vast dat de eisende partij recht had op loondoorbetaling, omdat Croky Chips het anciënniteitsbeginsel niet correct had toegepast. De rechtbank oordeelde dat de eisende partij, die bereid was om haar werkzaamheden te hervatten, recht had op een nieuw dienstverband en dat Croky Chips haar had moeten aanbieden.
De rechtbank veroordeelde Croky Chips tot betaling van het achterstallige salaris, vakantiebijslag en wettelijke rente, en legde de proceskosten ten laste van Croky Chips. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor werkgevers om het anciënniteitsbeginsel in acht te nemen bij ontslag en wederindiensttreding, vooral in situaties van reorganisatie.