ECLI:NL:RBZLY:2004:AR5399
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming in kort geding op basis van herkansingscontract en overlast
In deze zaak vorderde de verhuurster, de stichting Woningstichting SWZ, in kort geding ontruiming van de woning door de huurders, [HUURDER 1] en [HUURDER 2], op basis van een herkansingscontract. De huurders hadden de woning gehuurd na eerdere overlast in een andere huurwoning. De verhuurster stelde dat de huurders zich niet aan de afspraken hielden, waaronder het veroorzaken van overlast en het laten logeren van derden. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden onderzocht, waarbij onder andere meldingen van overlast door omwonenden en de rol van de regiegroep aan bod kwamen. De huurders betwistten de beschuldigingen en voerden aan dat de klachten over de overlast overdreven waren.
De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende hard bewijs was voor de gestelde overlast en dat de huurders niet objectief overlast hadden veroorzaakt. Wel werd vastgesteld dat de huurders zich herhaaldelijk niet aan de afspraken met de regiegroep hadden gehouden, wat in het kader van het herkansingscontract niet acceptabel was. De kantonrechter concludeerde dat de verhuurster recht had op ontruiming, maar stelde de ontruimingstermijn op twee weken in plaats van de gevorderde twee dagen. De vordering tot het opleggen van een verbod aan de huurders om zich schuldig te maken aan wangedrag werd afgewezen, omdat er geen hard bewijs was voor dergelijke gedragingen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.