ECLI:NL:RBUTR:2012:CA2321

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
21 november 2012
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
16-604110-10 [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderporno en partiële vrijspraak

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 21 november 2012, stond de verdachte terecht voor het bezit van kinderpornografisch materiaal. De tenlastelegging betrof het in bezit hebben van 65 foto's en 2 films met kinderpornografisch karakter in de periode van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010. De rechtbank oordeelde dat het bezit van kinderporno strafbaar is onder artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, mits er sprake is van opzet. De verdediging voerde aan dat de verdachte nooit op zoek was gegaan naar dergelijk materiaal en dat hij niet met zijn creditcard had betaald voor de afbeeldingen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen opzet had op het bezit van een aantal afbeeldingen, omdat deze niet meer toegankelijk waren op het moment van inbeslagname. Hierdoor werd de verdachte partieel vrijgesproken van het bezit van deze afbeeldingen.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte gedurende een lange periode, van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010, in totaal 35 afbeeldingen in bezit had, waarvan de meeste afbeeldingen een kinderpornografisch karakter hadden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het bezit van deze afbeeldingen, wat een gewoonte vormde. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte was een first offender en het proces had lange tijd stilgelegen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren, zonder bijkomende straffen of voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16-604110-10 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 november 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
Raadsman: mr. V. Senczuk, advocaat te Utrecht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 7 november 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010 te Utrecht 65 foto’s en/of 2 films, inhoudende kinderpornografisch materiaal, in het bezit heeft gehad en/of heeft vervaardigd/ingevoerd/doorgevoerd, en daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
3 De voorvragen
3.1 Geldigheid van de dagvaarding
De verdediging heeft aangevoerd dat de dagvaarding deels nietig moet worden verklaard ten aanzien van de afbeeldingen die niet in de tenlastelegging worden beschreven.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Het openbaar ministerie heeft ten laste gelegd dat verdachte 65 foto’s en/of 2 films, inhoudende kinderporno, in bezit heeft gehad en/of heeft vervaardigd en/of heeft ingevoerd en/of heeft doorgevoerd. In de dagvaarding worden voorts 24 van deze foto’s beschreven.
De rechtbank stelt voorop dat aan de term ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ in de zin van artikel 240b, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr ) op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt.
Dit brengt mee dat zonder een feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging een dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) gestelde eis van opgave van het feit voldoet. Oftewel, wil de dagvaarding voldoende feitelijk zijn en op dat punt voldoen aan de in artikel 261 Sv gestelde eis, dan dient de ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ nader omschreven te zijn.
Met inachtneming van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de in de onderhavige zaak uitgebrachte dagvaarding ten aanzien van het aantal afbeeldingen dat niet nader is benoemd en beschreven, niet voldoet aan de eisen gesteld door artikel 261 Sv, nu daaraan onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. De dagvaarding zal dan ook in zoverre nietig worden verklaard.
3.2 De overige voorvragen
Voorts stelt de rechtbank vast dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 48 afbeeldingen en 2 films in bezit heeft gehad. Zij heeft gesteld dat verdachte op de harde schijven van zijn computer op diverse computer pads beschikking had over de volgende hoeveelheden kinderpornografische afbeeldingen:
- 6 afbeeldingen op computer pad [naam download 1];
- 3 afbeeldingen op computer pad [naam download 2];
- 5 afbeeldingen op computer pad [naam download 3]
- 17 afbeeldingen op computer pad [naam download 4];
- 17 afbeeldingen op computer pad [naam download 5].
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte deels moet worden vrijgesproken omdat de personen op een aantal van de ten laste gelegde afbeeldingen in werkelijkheid 18 jaar of ouder zijn en dat er niet zonder meer van mag worden uitgegaan dat de beschrijving van die afbeeldingen door de verbalisanten accuraat zijn.
Daarnaast heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte nooit naar kinderpornografisch materiaal heeft gezocht en dat hij hiervoor nimmer met zijn credit card heeft betaald.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
4.3.1 Partiële vrijspraken
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode heeft schuldig gemaakt aan het vervaardigen, invoeren en doorvoeren van kinderpornografisch materiaal, zodat de rechtbank hem hiervan zal vrijspreken.
Het in bezit hebben van kinderporno in de zin van art. 240b Sr is slechts strafbaar indien sprake is van opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm. Daarbij moet komen vast te staan dat verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van kinderporno op zijn gegevensdrager en dat dit materiaal ook daadwerkelijk voor hem toegankelijk was. Enkele kinderpornografische afbeeldingen werden blijkens het proces-verbaal d.d. 26 mei 2010 aangetroffen in “recovered folders” van verdachtes computer. Uit dit proces-verbaal volgt dat deze bestanden van de computer zijn verwijderd en ten tijde van de inbeslagname van de computer niet meer voor de gebruiker beschikbaar waren. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat verdachte geen opzet heeft gehad op het bezit van de betreffende afbeeldingen, nu daartoe het vereiste element van bewuste vastlegging van het materiaal ontbreekt. Van bijkomende feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat deze bestanden wel beschikbaar zijn geweest voor opening gedurende een zekere vast te stellen periode is niet gebleken. De rechtbank zal hem dan ook partieel vrijspreken van het bezit van voornoemde afbeeldingen.
4.3.2 De bewijsmiddelen
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de afbeeldingen met de nummers ovj01 tot en met ovj10 en ovj12 tot en met ovj25, zoals in de tenlastelegging beschreven, in de periode van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010 te Utrecht in bezit heeft gehad. Volgens verdachte klopt het dat de personen op deze afbeeldingen er jonger dan 18 jaar uitzien. Dit materiaal was voor verdachte toegankelijk .
Op 24 februari 2010 heeft de politie in de toenmalige woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] een computer, pc Enermax, in beslag genomen .
Verdachte heeft verklaard dat hij de enige persoon is die deze computer gebruikte. Desgevraagd door de politie heeft hij verklaard dat hij soms wel eens kinderporno heeft gezien en dat hij dan naar “teen” (de rechtbank begrijpt: “tiener”) zocht .
In de computer van verdachte heeft de politie kinderpornografisch materiaal aangetroffen op de volgende computer pads:
- D\[naam download 2];
- [naam download 3]
- [naam download 6];
- [naam download 4];
- [naam download 5].
[rechercheur 1] en [rechercheur 2], beiden gecertificeerd zedenrechercheurs bij de regiopolitie Utrecht, hebben een beschrijving gemaakt van de afbeeldingen ovj01 tot en met ovj10 en ovj12 tot en met ovj25 die op voormelde computer pads zijn aangetroffen.
De vermoedelijke data waarop deze afbeeldingen op de computer van verdachte zijn gedownload of gewijzigd betreffen:
- 28-07-2007: ovj04;
- 29-01-2008: ovj01, ovj02, ovj03;
- 15-02-2008: ovj06;
- 03-03-2008: ovj07;
- 08-04-2008: ovj05;
- 11-08-2008: ovj17;
- 13-08-2008: ovj16, ovj18;
- 03-11-2008: ovj08;
- 30-03-2009: ovj19, ovj24;
- 11-06-2009: ovj15, ovj20, ovj21, ovj22, ovj23;
- 06-08-2009: ovj25;
- 27-01-2010: ovj09, ovj10, ovj12, ovj13, ovj14.
De politie heeft 11 afbeeldingen met de nummers ovj15 tot en met ovj25 dubbel aangetroffen, te weten in computer pad [naam download 4] en in computer pad [naam download 5]. De overige afbeeldingen heeft de politie één maal gevonden .
4.3.3 De bewijsoverwegingen
Kinderpornografie
De verdediging heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken omdat de personen die op de foto’s ovj07, ovj08, ovj09, ovj10, ovj12, ovj13, ovj14 en ovj17 staan afgebeeld in werkelijkheid 18 jaar of ouder zijn. De verdediging heeft hiertoe aangevoerd dat de dames die op deze foto’s te zien zijn ook te zien zijn op websites met pornografisch materiaal waarop volgens de banners enkel personen te zien zijn die 18 jaar of ouder zijn.
De rechtbank overweegt als volgt.
Voor toepassing van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is het niet noodzakelijk dat de werkelijke leeftijd van de afgebeelde persoon onder de 18 jaar ligt. Naar de tekst en de strekking van deze bepaling gaat het er immers om of, gelet op de afbeelding, de persoon er jonger dan 18 jaar uitziet. Voldoende is dat aan de hand van de uit de afbeelding blijkende uiterlijke lichaamskenmerken aannemelijk is dat de betrokkenen jonger oogt dan 18 jaar. De werkelijke leeftijd hoeft niet bewezen te worden.
De verdediging heeft niet betwist dat de meisjes op de afbeeldingen ovj01 tot en met ovj10 en ovj12 tot en met ovj25 die de politie op de harde schijven van de computer van verdachte heeft aangetroffen er jonger dan 18 jaar uitzien.
Op grond van de beschrijving die de zedenrechercheurs [rechercheur 1] en [rechercheur 2] van de afbeeldingen ovj01 tot en met ovj10 en ovj12 tot en met ovj25 hebben gemaakt komt de rechtbank tot het oordeel dat deze afbeeldingen een kinderpornografisch karakter hebben, zoals in de tenlastelegging is gemeld. De rechtbank ziet geen redenen om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de classificatie door de zedenrechercheurs van het bij verdachte aangetroffen materiaal.
De rechtbank verwerpt het verweer.
Opzet
Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen met de nummers ovj01 tot en met ovj10 en ovj12 tot en met ovj25 in bezit heeft gehad, dat de personen op deze afbeeldingen jonger dan 18 jaar oogden en dat dit materiaal voor hem toegankelijk was .
De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte hiermee willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij over kinderpornografisch materiaal kon beschikken zodat hij ten minste in voorwaardelijke vorm opzet heeft gehad op het bezit hiervan.
Gewoonte
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte gedurende een lange periode, te weten van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010, afbeeldingen inhoudende kinderporno in bezit heeft gehad. Hij heeft de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen op 12 verschillende momenten gedurende deze periode aangeschaft. Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is van het maken van een gewoonte van het bezit hebben van kinderporno.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010 te Utrecht een aantal afbeeldingen, te weten 35 foto's, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
- het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed zijn en/of poseren in erotisch getinte houdingen op een wijze die niet bij hun leeftijd passen en waarna door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van die personen en de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden (nummers ovj 01 en ovj 04 en ovj 05 en ovj 06 en ovj 07 en ovj 08 en ovj 15 en ovj 16 en ovj 17 en ovj 18 en ovj 19 en ovj 20 en ovj 21 en ovj 22 en/of ovj 25) en
- het laten vasthouden en in de mond laten nemen van de stijve penis van een volwassen man door een personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt (nummers ovj 02 en ovj 10) en
- het laten betasten van de vagina van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een volwassen man (nummer ovj 03) en
- het vaginaal penetreren met de penis door een volwassen man van het lichaam van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt (nummers ovj 09 en ovj 23 en ovj 24) en
- het houden van stijve penissen naast het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (nummer ovj 12) en
- het houden van stijve penissen naast van het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, terwijl op dat gezicht/hoofd een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (nummers ovj 13 en ovj 14),
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
Van het plegen van het misdrijf van
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben,een gewoonte maken.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht, ook als dit een behandeling in een forensisch ambulante instelling inhoudt. De officier van justitie vordert daarnaast dat de in beslag genomen computer van verdachte onttrokken aan het verkeer wordt verklaard. De officier van justitie heeft aan de verdachte aangeboden hem in de gelegenheid te stellen al het niet-kinderpornografisch materiaal van zijn computer veilig te stellen alvorens de computer wordt vernietigd.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf met een werkstraf dient op te leggen en dat de computer van verdachte aan hem moet worden geretourneerd. Verdachte dient geen behandelverpichting te worden opgelegd, aldus de raadsman.
De raadsman heeft gesteld dat slechts het bezit van een beperkt aantal van de in de tenlastelegging omschreven afbeeldingen wettig en overtuigend bewezen kan worden, waarmee bij de strafoplegging rekening dient te worden gehouden. Voorts dient de rechtbank volgens de verdediging in aanmerking te nemen dat verdachte first offender is en dat de strafzaak gedurende lange tijd heeft stilgelegen hetgeen niet aan verdachte te wijten is.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode, te weten van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010, schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van in totaal 35 afbeeldingen, inhoudende kinderpornografisch materiaal.
De rechtbank tilt er zwaar aan dat onder de 35 afbeeldingen met kinderporno die bij verdachte zijn gevonden een afbeelding is aangetroffen waarop te zien is dat een volwassen man zijn wijsvingers op de vagina gedrukt houdt van een meisje tussen 2 en 4 jaar oud. De kinderen die op de overige 34 afbeeldingen te zien zijn variëren in de leeftijdsklassen van 8 tot 12, 10 tot 14 en 12 tot 16 jaar oud en houden in: poserende houdingen waarbij de geslachtsdelen van de kinderen in beeld worden gebracht, het in de hand of mond laten nemen van een stijve penis van een volwassen man, vaginale penetratie door een stijve penis van een volwassen man, het vasthouden van stijve penissen bij het gezicht van een meisje waarbij in een aantal gevallen op een sperma lijkende substantie op het gezicht en hoofd van het meisje te zien is.
Het in bezit hebben van kinderporno is bijzonder verwerpelijk omdat kinderen bij de vervaardiging hiervan seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Door het verzamelen van dergelijke afbeeldingen heeft verdachte bijgedragen aan de vraag naar kinderporno. De rechtbank acht hem daarom medeverantwoordelijk voor het in stand houden van seksueel misbruik en seksuele exploitatie van de kinderen die op de bewezen verklaarde foto’s te zien zijn.
De rechtbank neemt bij de straftoemeting in aanmerking dat verdachte geen grote hoeveelheden kinderpornografisch materiaal voorhanden heeft gehad. Daarnaast zal de rechtbank het tijdsverloop in deze zaak ten gunste van de verdachte in de strafmaat verdisconteren. Het bewezen verklaarde feit dateert van een periode tot 24 februari 2010. Het proces-verbaal van politie is op 9 augustus 2010 opgemaakt. Vervolgens is de dagvaarding pas op 30 oktober 2012 aan verdachte uitgereikt en heeft op 7 november 2012 de terechtzitting plaatsgevonden.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 oktober 2012, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld;
- een reclasseringsadvies betreffende de verdachte van de Reclassering Nederland van 27 juli 2012, opgemaakt door H. Ellen, reclasseringswerker, onder meer inhoudende dat het recidiverisico laag gemiddeld is.
De rechtbank acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden. Anders dan de officier van justitie zal de rechtbank geen werkstraf en ook geen bijzondere voorwaarden opleggen. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder in aanmerking dat verdachte geen grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in bezit heeft gehad, dat het een oud feit betreft en dat de reclassering de kans op recidive laag gemiddeld acht.
7 Het beslag
7.1 De onttrekking aan het verkeer
De in beslag genomen harde schijven Western Digital (AACG8941NL) en Maxtor (AACG8943NL) zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat het feit is begaan met behulp van deze voorwerpen.
Verder zijn deze voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan
in strijd is met de wet en het algemeen belang.
7.2 De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van een computer, pc Enermax (AABN6519NL), nadat daaruit de harde schijven Western Digital (AACG8941NL) en Maxtor (AACG8943NL) zijn verwijderd.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de dagvaarding nietig voor zover deze betrekking heeft op het aantal foto’s en films dat niet nader is benoemd en beschreven in de tenlastelegging;
- verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het vervaardigen, invoeren en doorvoeren van kinderpornografisch materiaal;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Van het plegen van het misdrijf van
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, een gewoonte maken;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 2 maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een harde schijf, Western Digital (AACG8941NL);
- een harde schijf, Maxtor (AACG8943NL);
- gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten een computer, pc Enermax (AABN6519NL), nadat de harde schrijven Western Digital (AACG8941NL) en Maxtor (AACG8943NL) daaruit zijn verwijderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.E.M. Kranenbroek, voorzitter, mr. P. Bender en mr. R.G.A. Beaujean, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 november 2012.
Mr. R.G.A. Beaujean is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2007 tot en met 24 februari 2010 te Utrecht, in elk geval in Nederland, één of meermalen een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 65 foto('s) en/of 2 film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten een computer) in bezit heeft gehad en/of heeft vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leefijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer nummer ovj 01 en/of ovj 04 en/of ovj 05 en/of ovj 06 en/of ovj 07 en/of ovj 08 en/of ovj 15 en/of ovj 16 en/of ovj 17 en/of ovj 18 en/of ovj 19 en/of ovj 20 en/of ovj 21 en/of ovj 22 en/of ovj 25 op pagina 28, 29, 30, 31, 33, 34, 35, 36, 38 van het proces-verbaal) en/of
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de stijve penis van een volwassen man door een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer nummer ovj 02 en/of ovj 10 op pagina 29, 31 van het proces-verbaal) en/of
- het (laten) betasten van de vagina van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen man (onder meer nummer ovj 03 op pagina 29 van het proces-verbaal) en/of
- het vaginaal penetreren (met de penis) door een volwassen man van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer nummer ovj 09 en/of ovj 23 en/of ovj 24 op pagina 31, 37 van het proces-verbaal) en/of
- het houden van een (stijve) penis(sen) naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer nummer ovj 12 op pagina 32 van het proces-verbaal) en/of
- het houden van een (stijve) penis(sen) naast van het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, terwijl op dat gezicht/hoofd een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (onder meer nummer ovj 13 en/of ovj 14 op pagina 33 van het proces-verbaal)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.