ECLI:NL:RBUTR:2012:BZ1960
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- R.P. den Otter
- G.D. Kleijne
- Rechtspraak.nl
Woninginbraak met recidive en strafoplegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 19 november 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van woninginbraak. De feiten zijn als volgt: op 12 juni 2012 heeft de benadeelde, [benadeelde 1], verklaard dat er uit haar woning op [adres] een auberginekleurige tas met waardevolle spullen is gestolen. De verdachte is door getuigen herkend en later in het café aangetroffen met de tas. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de woninginbraak, waarbij hij de toegang tot de woning heeft verkregen door middel van inklimming. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldigingen. De rechtbank heeft de ernst van de inbraak en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafoplegging. De verdachte had een strafblad en was nog in proeftijd voor eerdere veroordelingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen, wat betekent dat de verdachte ook een gevangenisstraf van twee maanden moet ondergaan. De benadeelde partij, [benadeelde 1], heeft een schadevergoeding van € 50,00 toegewezen gekregen, terwijl de vordering van [benadeelde 2]/[benadeelde 3] niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen 14g, 24c, 36f en 311 van het Wetboek van Strafrecht.