ECLI:NL:RBUTR:2012:BY7585
Rechtbank Utrecht
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
In deze wrakingszaak heeft verzoeker, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en thans verblijvende in de P.I. Utrecht, op 4 december 2012 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. Perrick, de rechter belast met de behandeling van zijn strafzaak. Verzoeker stelt dat de rechter, die voorzitter was van de meervoudige kamer die op 19 juli 2012 over zijn gevangenhouding heeft beslist, mogelijk vooringenomen is in de beoordeling van zijn strafzaak. De rechter heeft op 13 december 2012 schriftelijk haar standpunt over de wraking kenbaar gemaakt, maar heeft niet berust in de wraking. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 18 december 2012, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.A.E. Bunge. De rechter was afwezig, en de officier van justitie was ook niet aanwezig.
De wrakingskamer heeft op 18 december 2012 mondeling uitspraak gedaan en het verzoek tot wraking afgewezen. In de motivering van de beslissing werd gesteld dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zouden wijzen op een persoonlijke vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de deelname van de rechter aan de raadkamer waarin over de gevangenhouding is beslist, op zichzelf geen afbreuk doet aan de onpartijdigheid. Verzoeker heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat dit uitgangspunt niet geldt in zijn geval. De beslissing van de raadkamer over de gevangenhouding was bovendien zonder inhoudelijke motivering, waardoor niet kan worden geconcludeerd dat de rechter zich al een oordeel had gevormd over de strafzaak.