Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op de avond van 25 augustus 2012 0,5 gram cocaïne bij zich had en dat hij die cocaïne aan [A] heeft verkocht.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben verklaard dat zij, terwijl zij live meekeken op de beelden van de camera’s, zagen dat verdachte een goed overgaf aan een ander persoon, die later bleek te zijn [A]. [A] is aangehouden en bleek een drietal wikkels bij zich te hebben die in beslag zijn genomen. De inhoud van deze wikkels zijn vervolgens getest. Twee wikkels gaven een positieve reactie op cocaïne en één wikkel op ketamine.
[A] heeft verklaard dat hij op de avond van 25 augustus 2012 op het Gildefeest in Soest was, dat hij op het feest iemand zag van wie hij wel eens eerder cocaïne had gekocht en dat hij op die avond bij die persoon voor € 20,- een ponypack cocaïne kocht.
Verdachte is op 25 augustus 2012 aangehouden . Bij de fouillering van verdachte werd in zijn rechter broekzak een plastic hersluitbaar zakje met negen hele pillen en een halve pil (alle blauwkleurig) aangetroffen. Voorts werd in de door verdachte meegevoerde tas in het voorvak € 92,- (1 x € 20,-; 1 x € 50,-; muntgeld ter waarde van € 22,-) en in het hoofdvak
€ 915,- gekopte en gesorteerde bankbiljetten (1 x € 100,-; 7 x € 50,-; 14 x 20,-; 17 x € 10,-; 3 x € 5,-) aangetroffen.
Voorts werd bij verdachte een drietal gsm’s aangetroffen, een witte Blackberry Pearl, een zwarte Blackberry Pearl en een grijze Nokia C1.
De gsm Nokia C1 is uitgelezen. Deze telefoon van verdachte, met telefoonnumer [nummer], bleek na diens aanhouding continue over te zijn gegaan. Er was sprake van 30 à 40 gemiste oproepen. Een aantal van de door verdachte in zijn gsm ingevoerde contacten zijn gehoord.
Contact nummer 79 ‘[B]’, zijnde [B], heeft verklaard dat hij vanaf begin 2010 cocaïne koopt van een persoon die hij [C] noemt, dat hij 20 tot 30 keer cocaïne van hem heeft gekocht, meestal voor € 20,- tot € 50,-, en dat hij in totaal 30 tot 40 gram van hem heeft gekocht. Getuige beschrijft [C] als een getinte man, Marokkaan of Turk, dik, kort zwart haar en bol gezicht. Bij confrontatie met een foto van verdachte, verklaart [B] dat de man op de foto de persoon is die hij [C] noemt.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij wel een paar keer door [B] is gebeld en dat hij dan cocaïne verkocht aan [B], 0,5 gram voor € 20,- en 1 gram voor € 40,-.
Contact nummer 21 ‘[naam] kinderboerderij’, zijnde [D], heeft verklaard dat zij vanaf maart/april 2011 cocaïne gebruikt en dat zij deze koopt van een persoon die zij [E] noemt en die het telefoonnummer [nummer] heeft. Zij kocht per keer nooit meer dan 0,5 gram cocaïne, betaalde daarvoor € 20,- en heeft in de periode maart 2011 tot en met 24 augustus 2012 een keer of 15 bij [E] gekocht. [D] heeft voorts verklaard dat zij altijd afsprak in de wijk [wijk] in [woonplaats] en dat er een kinderboerderij is in de buurt van de plek waar zij had afgesproken met [E]. Bij confrontatie met een foto van verdachte, verklaart [D] dat de man op de foto de persoon is die zij [E] noemt.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij wel eens naar de kinderboerderij is gegaan en aldaar cocaïne aan [D] heeft verkocht.
Contact nummer 57, [F], zijnde [F], heeft verklaard dat hij verdachte al 25 jaar kent, dat hij geen cocaïne koopt bij verdachte maar dat hij kleding in grote maten voor verdachte ruilt voor cocaïne, en dat hij dit jaar ongeveer 20 keer cocaïne heeft gehad van verdachte. [F] heeft voorts verklaard dat het telefoonnummer van verdachte [nummer] is.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij aan [F] cocaïne heeft gegeven in ruil voor kleding in grote maten.
Contact nummer 67, [G].nw.turfstrk, zijnde [G], heeft verklaard dat hij sinds 2009 cocaïne koopt van [verdachte], dat hij € 20,- betaalt voor een wikkel met 0,5 gram en dat hij best wel vaak en uitsluitend cocaïne van [verdachte] heeft gekocht. Hij heeft voorts verklaard dat hij [verdachte] dan belde en dat [verdachte] de cocaïne dan kwam langsbrengen.
Bij confrontatie met een foto van verdachte, verklaart [G] dat de man op de foto de persoon is die hij [verdachte] noemt.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een paar maal door [G] is gebeld.
Aan de hiervoor genoemde door de politie gehoorde afnemers van verdachte, met uitzondering van [F], is een foto van verdachte getoond. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de persoon is die op die foto staat.