ECLI:NL:RBUTR:2012:BY6921
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.W.G. de Beer
- E.A.A. Kalveen
- P.P.C.M. Waarts
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens gebrek aan bewijs van aanwezigheid op de plaats delict
In de strafzaak tegen de verdachte, vertegenwoordigd door raadsvrouw mr. S. Dogan, heeft de rechtbank Utrecht op 11 december 2012 uitspraak gedaan. De zaak betreft een vermeende diefstal van twee fietsen met geweld en een subsidiaire aanklacht van deelname aan een gewelddadige groep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de avond van 19 augustus 2012 aanwezig was in een discotheek, maar er was onvoldoende bewijs dat hij ook op de plaats delict was tijdens de gewelddadige incidenten die later die avond plaatsvonden. De rechtbank verwierp de redenering van de officier van justitie, die stelde dat de aanwezigheid in de discotheek voldoende bewijs was voor de betrokkenheid bij de latere feiten. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.
Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen, die schadevergoeding eisten, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten die aan de schade ten grondslag lagen, de benadeelde partijen hun vorderingen niet konden indienen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en de beslissing werd openbaar gemaakt op 27 november 2012.