Parketnummer: 16/120053-99
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 19 november 2012
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde]
geboren op [1961] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in de [naam] in [woonplaats],
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 9 oktober 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met twee jaar;
- een afschrift van het vonnis van deze rechtbank d.d. 11 mei 1999, waarbij [terbeschikkinggestelde] onder meer ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan d.d. 13 november 1999. Op 2 oktober 2008 is de terbeschikkinggestelde in het kader van transmuraal verlof geplaatst op zorgboerderij [naam]. De terbeschikkinggestelde wordt begeleid door het poliambulante team van Trajectum [naam];
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 3 december 2010, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd met twee jaar;
- het rapport van Trajectum Hanzeborg en [naam], opgemaakt door mw. drs. N.J., Witmer, hoofd extramurale behandeling en begeleiding, mw. drs. I.K.D. Beekhuis, behandelverantwoordelijke/gz-psycholoog, de heer dr. R.C. Brouwers, eerste geneeskundige, en de heer drs. B.T. Takkenkamp, psychiater, waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld en dat strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- de voortgangsverslagen terbeschikkingstelling, opgesteld door Reclassering Nederland over de periode van 8 juli 2010 tot en met 9 juli 2012, waarin wordt geadviseerd de proefverloven op dezelfde wijze voort te zetten.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 19 november 2012 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de advocaat, mr. J.B. Streefkerk, te Zwolle-Lelystad gehoord. Met de terbeschikkinggestelde is telefonisch gesproken omdat verschijnen ter zitting te belastend was.
Voorts is de deskundige mevrouw drs. I.K.D. Beekhuis, als behandelverantwoordelijke en GZ-psycholoog, werkzaam bij [naam], gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Het standpunt luidt - zakelijk weergegeven - als volgt.
De diagnose
De terbeschikkinggestelde is volgens de in het rapport omschreven kernproblematiek een licht verstandelijk gehandicapte man bij wie al in de vroege kindertijd sprake was van pedagogische verwaarlozing gepaard gaande met ernstige gedragsproblemen. Het rapport vermeldt voorts dat onder meer sprake is van egocentrisme en de neiging tot impulsief handelen op basis van directe behoeftebevrediging. Er is sprake van een laag sociaal-emotioneel niveau en sterke afhankelijkheid van anderen. Wanneer de terbeschikkinggestelde zelfstandig moet functioneren, vervalt hij door negatieve invloed van anderen in alcoholgebruik. Het is bekend dat de terbeschikkinggestelde onder invloed van alcohol nog minder remmingen ervaart, wat de kans op agressieve impulsdoorbraken vergroot.
De behandeling
Met betrekking tot het behandelverloop wordt in het rapport opgemerkt dat het proefverlof in juni 2010 is ingegaan. De overgang naar proefverlof leidde tot een aantal veranderingen voor betrokkene, zoals het regelen van zijn financiën. Betrokkene bleef in de maanden daarna wat onrustig. Hij zoekt veel het contact met de begeleiding en cliënten van naburige afdelingen. Betrokkene is verder impulsief en dwingend in het zoeken van grenzen. Betrokkene werd constant terugverwezen naar de al gemaakte afspraken en kwam weer beter in de structuur van [naam]. Hier ging wel een aantal maanden overheen waarin betrokkene wisselend was in het contact. Toen hij eenmaal gewend raakte aan de nieuwe afspraken en de structuur rondom betrokkene verstevigd werd, begon hij zich te stabiliseren.
Begin mei 2011 zijn er tekenen dat betrokkene minder goed in zijn vel zit. Betrokkene zoekt meer de discussie over afspraken en is minder in contact met de begeleiding. Op 11 mei 2011 is betrokkene zonder toestemming vertrokken naar Trajectum [naam] waar hij twee dagen is opgevangen.
In augustus 2011 krijgt betrokkene een andere persoonlijk begeleider toegewezen. Betrokkene heeft hier zichtbaar moeite mee. Deze verandering leidt bij hem tot onrust. Betrokkene heeft moeite om zijn vragen uit te stellen en heeft de neiging bij iedereen contact te zoeken en zijn vragen neer te leggen. Om die reden wordt het contact met zijn persoonlijk begeleider meer gereguleerd, zodat betrokkene wordt gedwongen te leren zijn behoeftes uit te stellen.
In november 2011 lopen bij betrokkene de frustraties opnieuw op. Dit leidt tot een tweetal incidenten. Er wordt gekozen om betrokkene zijn verloven te laten behouden, omdat niet de inschatting wordt gemaakt dat het risico voor de veiligheid voor hemzelf of anderen is toegenomen.
Op 1 februari 2012 is betrokkene verhuisd naar een ander appartement op het terrein van [naam], waar 24 uur toezicht is. In de maanden mei en juni 2012 gaat het wat minder goed met betrokkene. Op 3 juni heeft betrokkene geautomutileerd.
In de afgelopen twee jaren blijven het opzoeken van grenzen, het uitdagen van structuur en zijn onmacht bij kleine veranderingen duidelijk aanwezig. De winst die er in de afgelopen twee jaren is geboekt, is met name de toename van structuur op verschillende gebieden, het versterken van de werkrelatie tussen betrokkene en de begeleiding van [naam] en die van de werkrelatie met de reclasseringsmedewerker. Daarnaast lijkt betrokkene door strikte afspraken rondom het weglopen wel beter in staat te zijn om adequate acties te ondernemen. Hij weet steeds beter het contact met de reclassering te zoeken en ook de begeleiding eerder in te schakelen. Het blijft echter zorgelijk dat betrokkene, ondanks de adequate acties rondom het weglopen, uiteindelijk wel kiest voor bijvoorbeeld overtollige medicatie-inname. Hieruit is wel gebleken dat hij in dit geval de consequenties van zijn eigen handelen geheel niet kon overzien.
Recidiverisico
Betrokkene zal altijd aangewezen zijn en blijven op 24-uurs ondersteuning. In de afgelopen twee jaren heeft betrokkene geleerd om meer terug te vallen op de begeleiding van [naam] en de reclassering, in plaats van op die van Trajectum Noord. Ondanks deze positieve ontwikkeling blijft betrokkene wel de grenzen opzoeken. De werkrelatie met de begeleiding van [naam] en de reclassering is verder ontwikkeld. De kaders van de huidige tbs-maatregel lijken echter nog wel noodzakelijk te zijn voor handhaving.
Binnen de huidige context is het recidiverisico laag. Betrokkene kan bij spanningen en frustraties terugvallen op de woonbegeleiding en omgekeerd anticiperen de begeleiders op signalen van betrokkene. In de huidige context zullen stresserende situaties, zoals dat tot nu toe is gebleken, leiden tot kortdurende disbalans, maar niet tot delictgedrag. Bij langdurige stresserende situaties kan zonodig medicatie worden overwogen en worden voorgeschreven. Dit heeft betrokkene in het verleden ook voldoende ondersteuning kunnen bieden.
Ondanks de voorzichtige ontwikkeling die wordt waargenomen in de wijze waarop hij met problemen omgaat, is de tbs-maatregel noodzakelijk om betrokkene te steunen in zijn functioneren. De afgelopen twee jaar is opnieuw gebleken hoe fragiel het stabiele functioneren van betrokkene is.
Geadviseerd wordt om de maatregel van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege te verlengen voor de duur van twee jaar.
Ter terechtzitting heeft deskundige Beekhuis een toelichting gegeven waaruit blijkt dat de terbeschikkinggestelde op dit moment aan het afglijden is. Hij neemt teveel medicatie in en snijdt in zijn arm. Naarmate de spanning toeneemt, ontregelt de terbeschikkinggestelde, bijvoorbeeld nu in aanloop naar deze zitting. Daarom is de terbeschikkinggestelde er vandaag ook niet. De terbeschikkinggestelde kan niet aangeven dat hij het niet aankan en dat baart zorgen.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting zijn vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar gehandhaafd.
5 Het standpunt van de verdediging en de terbeschikkinggestelde
De raadsvrouwe heeft aangegeven dat zij vorige week contact heeft gehad met de terbeschikkinggestelde en dat hij heeft aangegeven dat hij in Zenderen wenst te blijven. Zodra de terbeschikkingstelling eraf zou gaan, zal hij weer vervallen in drugs- en alcoholgebruik, aldus de terbeschikkinggestelde. De raadsvrouwe deelt mede dat de terbeschikkinggestelde wenst dat de termijn wordt verlengd.
De terbeschikkinggestelde heeft in een telefonisch contact met de rechtbank tijdens de behandeling ter terechtzitting aangegeven zich te kunnen vinden in een verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
6 De beoordeling
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen en met name gelet op het recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van terbeschikkinggestelde wordt verlengd.
Uit bovenstaand rapport blijkt dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde met ups en downs verloopt. Er is een voorzichtig positieve ontwikkeling waar te nemen in de wijze waarop de terbeschikkinggestelde met zijn problemen omgaat.
Uit het rapport blijkt eveneens dat de terbeschikkinggestelde nog gedurende lange tijd begeleiding nodig heeft in het kader van de TBS en dwangverplegingmaatregel. Juist de begeleiding en structuur die momenteel worden geboden, zijn naar inzicht van Trajectum noodzakelijk om het recidiverisico laag te houden. Dit blijkt ook uit het feit dat de terbeschikkinggestelde tegen zijn raadsvrouwe heeft verklaard dat hij zal terugvallen in alcohol- en drugsgebruik, zodra de maatregel van terbeschikkingstelling zal verdwijnen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat een verlenging met twee jaren noodzakelijk is. Een kortere verlenging is, gelet op het vereiste traject van begeleiding en ondersteuning, niet aan de orde.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] voor de tijd van twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mr. M.A.A.T. Engbers en mr. C.S.K. Fung Fen Chung, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.C.J. van der Heijden en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 november 2012.