ECLI:NL:RBUTR:2012:BY6452

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
3 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-604157-06
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een sociaal-emotioneel kwetsbare vrouw met recidiverend delictgedrag

In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 3 december 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een vrouw die sociaal-emotioneel zeer kwetsbaar is en lijdt aan recidiverend delictgedrag. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de ernst van de situatie en de noodzaak om de veiligheid van de vrouw en haar omgeving te waarborgen. De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de psychische toestand van de terbeschikkinggestelde, waarbij deskundigen hebben aangegeven dat haar problematiek voortkomt uit een combinatie van persoonlijkheidsstoornissen en een ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS). De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde zich in een positieve ontwikkeling bevindt, maar dat er nog steeds een hoog recidiverisico is als de professionele hulpverlening wegvalt.

Tijdens de zitting is deskundige Stouthamer gehoord, die bevestigde dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert binnen de kliniek en dat er plannen zijn voor haar verdere behandeling en resocialisatie. De rechtbank heeft ook de adviezen van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen Kemperman en Feringa in overweging genomen, die eveneens pleitten voor verlenging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen als belangrijkste overwegingen zijn genomen. Het verzoek van de verdediging om de zaak aan te houden voor het horen van deskundigen is afgewezen, omdat de rechtbank voldoende informatie had om tot een beslissing te komen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/604157-06
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 3 december 2012
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde]
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in Hoeve Boschoord te Boschoord,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 9 oktober 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met twee jaar;
- een afschrift van het vonnis van deze rechtbank d.d. 25 oktober 2006, waarbij [terbeschikkinggestelde] onder meer ter beschikking werd gesteld, met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan d.d. 9 november 2006;
- de beslissing van het gerechtshof Arnhem d.d. 20 juni 2011, waarbij de beslissing van deze rechtbank d.d. 14 december 2010 om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar, is bevestigd;
- het rapport van Trajectum Hanzeborg en Hoeve Boschoord, opgemaakt door mw. drs. M.C.M. Storms, Hoofd FPK De Beuken, mw. drs. A. Stouthamer, behandelverantwoordelijke/GZ-psycholoog, de heer dr. R.C. Brouwers, eerste geneeskundige, en de heer drs. S.U. Leeuwestein, psychiater, waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld en dat strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- de pro justitia rapportage van C.J.F. Kemperman, psychiater, d.d. 31 augustus 2012;
- de pro justitia rapportage van drs. H.A. Feringa, klinisch psycholoog, d.d. 20 augustus
2012;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde], over de periode van week 41 van 2011 tot en met week 14 van 2012.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 19 november 2012 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door haar advocaat, mr. H. Gaasbeek, advocaat te Haarlem.
Voorts is de deskundige mevrouw drs. A. Stouthamer, als behandelverantwoordelijke en GZ-psycholoog werkzaam bij Hoeve Boschoord, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Het standpunt luidt - zakelijk weergegeven - als volgt.
De diagnose
Bij betrokkene komen van jongs af aan problemen naar voren op diverse ontwikkelgebieden (cognitie, taal, sociaal-emotioneel en gedrag). Dit wordt mede veroorzaakt en gecompliceerd door een lichte verstandelijke handicap. Zij heeft lichte gehoorsproblemen. De ontwikkelingsproblematiek past bij een in aanleg aanwezige pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS). Beschrijvend wordt bij betrokkene uitgegaan van MCDD, ofwel een multiple complex developmental disorder. Deze stoornis wordt beschouwd als behorend bij het spectrum van PDD. Mogelijk is er in de eerste levensjaren sprake gewest van een combinatie met ADHD. De consequentie is dat betrokkene moeite heeft met het verwerken van prikkels om haar heen en het reguleren van affecten en gedachten. Betrokkene raakt makkelijk overspoeld. Situaties dienen op een bepaalde manier te verlopen. Bij veranderingen en een gevoel van onveiligheid raakt zij van slag. Het is zeer belangrijk gebleken om prikkels te doseren en te reguleren. Bij betrokkene komen periodiek dissociatieve symptomen naar voren.
De in aanleg aanwezige problematiek is versterkt door een chronisch instabiele opvoedingssituatie (waaronder psychiatrische problematiek van vader). Er komt binnen het denken een grote mate van wantrouwen en een laag zelfbeeld naar voren. Binnen de diagnostiek lopen oorzaak en gevolg door elkaar en is alles met elkaar verweven. Er is bij betrokkene sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken. In het verleden heeft betrokkene tevens middelen gebruikt.
Het betreft in deze een aan de ene kant sociaal-emotioneel zeer kwetsbare vrouw en aan de andere kant een vrouw bij wie er sprake is van ernstig recidiverend delictgedrag, waarbij het van belang is om het leven van betrokkene en haar omgeving zo veilig mogelijk te maken. Voorheen werden deze impulsen beschouwd als voortkomende uit haar persoonlijkheidsproblematiek. Meer en meer menen wij dat dit een uiting is van de in aanleg aanwezige PDD-NOS en dissociatieve stoornis.
Huidige situatie
De periode van november 2010 tot heden wordt in het rapport omschreven als een periode
waarin de positieve ontwikkeling van betrokkene wordt voortgezet. Betrokkene volgt haar programma en toont een duidelijke inzet voor haar behandeling. Binnen de behandeling blijft een belangrijk doel het door betrokkene herkennen en hanteren van de grenzen van anderen.
De verloven van betrokkene verlopen naar wens en zijn inmiddels opgebouwd tot onbegeleide verloven. Betrokkene is open over zaken die ze tijdens en rondom vrijheden beleeft.
Betrokkene lijkt steeds steviger in haar schoenen te staan. Zij kan veel adequater aangeven wanneer anderen, zoals medecliënten, haar grenzen overschrijden. Ze durft zelfs naar de mensen die figuurlijk dicht bij haar staan aan te geven dat ze iets van hen niet leuk vindt. Toch blijft dit spanning oproepen en lijkt met name de veiligheid, die zij ervaart binnen de huidige afdeling en behandelaars, een belangrijke factor te zijn om deze vaardigheid te kunnen aanwenden.
In de afgelopen periode heeft er geen fysieke agressie jegens zichzelf of begeleiding plaatsgevonden, ook niet in meer stresserende omstandigheden. Verbale agressie en (kortdurend) terugtrekken uit contact met de begeleiding komt nog wel voor en af en toe laat betrokkene imponerend gedrag naar de begeleiding zien, maar een ingrijpen in de vorm van separatie is niet aan de orde geweest.
Betrokkene heeft op de Waterwilg geleerd om meer cliënten om zich heen te verdragen, maar de begeleiding is nog regelmatig nodig om dit zonder twisten en opruien te laten verlopen.
Er heeft inmiddels een aanmeldingsgesprek met twee besloten afdelingen plaatsgevonden. Voor beide is betrokkene in principe geaccepteerd. Een daadwerkelijke plaatsing kan echter pas volgen wanneer zij leert beter de grenzen van anderen (met name van medecliënten) te herkennen en te respecteren en beter haar neiging tot het veroorzaken van reuring kan beteugelen. Dit gedrag vormt nog een belangrijk obstakel voor doorplaatsing naar een besloten afdeling, omdat de begeleidingsintensiteit daar aanzienlijk lager zal zijn. Om geleidelijk aan haar functioneren binnen minder gestructureerde situaties te toetsen, heeft de begeleiding op een aantal vlakken de bewegingsruimte van betrokkene vergroot. Tot nu toe zijn de ervaringen positief. Betrokkene meldt geregeld zaken die haar dwars zitten of waar zij moeite mee heeft. Maar ook hierbij wordt de blijvende kwetsbaarheid van betrokkene duidelijk; vaak geeft zij aan dat ze bang is dat de begeleiding haar het ongewenste gedrag van anderen zal kwalijk nemen. Dit en de probleemanalyse zullen de komende periode centraal staan in de behandeling.
Recidiverisico
Het risico op delictgerelateerd gedrag, ofwel agressie naar haar omgeving, wordt op grond van de historische variabelen als hoog ingeschat, wanneer de professionele hulpverlening zou wegvallen.
Ook binnen de instelling is er sprake van risicogedrag, maar dit is binnen de geformuleerde randvoorwaarden beheersbaar.
Betrokkene heeft de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling doorgemaakt op de afdeling Waterwilg. Vrijheden zijn inmiddels opgebouwd tot onbegeleid terrein verlof. Gezien het feit dat betrokkene nog in de geslotenheid verblijft en de behandeling langzaam maar gestaag vooruitgang boekt, zal het gehele traject van resocialisatie nog geruime tijd vergen. Daarbij zal betrokkene altijd een intensieve vorm van begeleiding nodig hebben. Betrokkene blijft een kwetsbare vrouw, waarbij, in geval van destabilisatie, nog sprake is van delictgevaar. Het resocialisatietraject zal zeker nog twee jaar in beslag nemen.
Geadviseerd wordt om de maatregel van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege te verlengen voor de duur van twee jaar.
Ter terechtzitting heeft deskundige Stouthamer een toelichting gegeven waaruit blijkt dat het goed gaat met de terbeschikkinggestelde. De kliniek is erg tevreden. In april 2013 staat de volgende behandelplanbespreking gepland. Dan zal de balans worden opgemaakt en zal er bekeken worden of betrokkene zover is om overgeplaatst te worden naar een vervolgafdeling. Er zal dan toegewerkt worden naar terreingebonden wonen en werken. De vervolgafdeling zal dus eerst op het terrein van Hoeve Boschoord zijn en als eenmaal is gebleken dat betrokkene zich daar kan handhaven, dan is de kans veel groter dat er een geschikte andere locatie, in de buurt van de familie en vrienden van betrokkene, kan worden gevonden. Er zal dan gezocht worden naar een woonvoorziening die is toegerust op tbs-patiënten die vergevorderd zijn in hun behandeling. Er zal niet gezocht worden naar een andere tbs-kliniek.
4 De standpunten van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
C.J.F. Kemperman, psychiater en H.A. Feringa, klinisch psycholoog, hebben beiden geadviseerd om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
Beide deskundigen geven aan dat zij zich kunnen vinden in het toewerken naar een overplaatsing naar een vervolgafdeling, zodat stapsgewijs toegewerkt kan worden naar een woonvoorziening met meer vrijheden en mogelijk ook een plaatsing dichter in de buurt van haar familie. Geadviseerd wordt deze stapsgewijze resocialisatie voort te zetten vanuit Hoeve Boschoord. Daarbij wordt in het rapport van H.A. Feringa erop gewezen dat indien betrokkene onvoldoende ondersteuning en structuur heeft in haar leven en er te snel en onzorgvuldig een overplaatsing naar een andere instelling plaats zou vinden het risico bestaat dat betrokkene vrij snel terugvalt in delictgedrag.
Er bestaat consensus tussen de beide deskundigen en de kliniek met betrekking tot het recidivegevaar en het advies tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
5 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting zijn vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar gehandhaafd.
6 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en de verdediging
De terbeschikkinggestelde heeft kenbaar gemaakt het eens te zijn met een verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling, maar er een voorkeur voor heeft in de omgeving van haar familie te worden geplaatst.
De raadsman heeft primair verzocht de behandeling van de zaak aan te houden, zodat de raadsman op de volgende zitting de deskundigen C.J.F. Kemperman en H.A. Feringa kan bevragen omtrent het overplaatsen van betrokkene naar een andere tbs-kliniek, gelet op haar heimweeproblematiek dichter in de buurt van haar familie, van waaruit betrokkene kan werken aan haar resocialisatie.
Subsidiair heeft de raadsman bepleit de verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling te beperken tot één jaar.
7 De beoordeling
Bij vonnis van deze rechtbank d.d. 25 oktober 2006 is [terbeschikkinggestelde] veroordeeld terzake van bedreigingen, mishandelingen en een poging tot zware mishandeling van medewerkers van de instelling waar zij op dat moment verbleef. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de bewezenverklaring en kwalificatie, zonder interpretatie is vast te stellen dat in onderhavig geval sprake is van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank is van oordeel dat zich een dergelijke situatie voordoet en stelt derhalve vast, dat de terbeschikkingstelling niet gemaximeerd is.
Door deskundige Stouthamer is ter terechtzitting uitvoerig uitgelegd waarom het van belang is dat betrokkene de komende twee jaar bij Hoeve Boschoord haar behandeling voortzet.
Uit de rapportages van de psychiater en de psycholoog blijkt dat zij dit oordeel van Hoeve Boschoord ondersteunen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn zowel de psychiater als de psycholoog voldoende duidelijk in hun rapportages over het vervolgtraject. De rechtbank ziet, aan de hand van het noodzakelijkheidscriterium, dan ook niet de noodzaak voor de raadsman om deze deskundigen nader te bevragen. De rechtbank zal het verzoek van de raadsman dan ook afwijzen.
Gelet op hetgeen hierboven is weergegeven omtrent de pathologie van betrokkene en het belang van het handhaven van de huidige structuur en begeleiding bij het voorkomen van recidive is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eisen dat de terbeschikkingstelling met verpleging van [terbeschikkinggestelde] wordt verlengd met twee jaar.
8 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing
Wijst af het verzoek tot aanhouding voor het horen van de deskundigen Kemperman en Feringa.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] voor de tijd van twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.S.K. Fung Fen Chung, voorzitter, mr. M.J. Veldhuijzen en mr. M.A.A.T. Engbers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.C.J. van der Heijden en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 december 2012.