ECLI:NL:RBUTR:2012:BY6106
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Oostendorp
- P.W.G. de Beer
- Y.A.T. Kruijer
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
Op 4 december 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/070179-96, betreffende de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft in deze beslissing de belangen van de terbeschikkinggestelde afgewogen tegen de veiligheid van anderen. De raadsman van de terbeschikkinggestelde had verzocht om de eerdere beslissing van 1 oktober 2012 te herroepen en de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling te verlengen af te wijzen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde, ondanks haar fysieke herstel, opnieuw delictgevaarlijk gedrag vertoont, zoals het bedreigen van medewerkers van het verpleeghuis met een mes. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de veiligheid van anderen in het geding is en dat de verpleging van overheidswege niet voorwaardelijk kan worden beëindigd. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met adviezen van de reclassering en de inrichting, die geen mogelijkheden zagen voor een veilige voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft de verpleging van overheidswege met dwangverpleging bevolen, waarbij de terbeschikkinggestelde de mogelijkheid heeft om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.