ECLI:NL:RBUTR:2012:BY5918

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
18 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
756743 UC EXPL 11-8590
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een overeenkomst voor de levering van drukwerk tussen Triple P B.V. en Meeùs Assurantiën B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Triple P B.V. en Meeùs Assurantiën B.V. over de totstandkoming van een overeenkomst voor de levering van drukwerk. Triple P vordert betaling van een bedrag van € 1.775,77 van Meeùs, terwijl Meeùs zich op het standpunt stelt dat er slechts een overeenkomst is gesloten voor een eenmalige levering van drukwerk, en niet voor meerdere zendingen zoals Triple P aanvoert. De kantonrechter heeft op 18 juli 2012 uitspraak gedaan in deze zaak.

De procedure begon met een telefonische benadering van Triple P door Meeùs, waarbij een mondelinge overeenkomst zou zijn gesloten voor de levering van drukwerk. Meeùs heeft een deelnameformulier ondertekend, maar stelt dat dit formulier niet overeenkomt met de mondelinge afspraken. Meeùs heeft de factuur van € 1.442,88 voor de levering van het drukwerk betaald, maar betwist dat er een overeenkomst is voor meerdere leveringen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat er overeenstemming is bereikt over vier zendingen, en dat de vordering van Triple P om betaling van de hoofdsom, wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten af te wijzen is. Het beroep van Meeùs op dwaling en bedrog is eveneens verworpen, omdat niet is aangetoond dat er sprake was van opzettelijke misleiding door Triple P. De rechter heeft beide partijen in de proceskosten veroordeeld, waarbij Triple P als in het ongelijk gestelde partij de kosten van Meeùs moet vergoeden, en vice versa.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
sector handel en kanton
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 756743 UC EXPL 11-8590 CTH 4065
vonnis d.d. 18 juli 2012
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Triple P B.V.,
gevestigd te Sliedrecht,
verder ook te noemen Triple P,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: GGN Utrecht, incassobureau,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Meeùs Assurantiën B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
verder ook te noemen Meeùs,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. R.B.J. van de Ven.
1. Het verloop van de procedure
Triple P heeft een vordering ingesteld.
Meeùs heeft geantwoord op de vordering en heeft een eis in reconventie ingesteld.
Triple P heeft voor repliek in conventie en voor antwoord in reconventie geconcludeerd.
Meeùs heeft voor dupliek in conventie en voor repliek in reconventie geconcludeerd.
Triple P heeft voor dupliek in reconventie geconcludeerd.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten in conventie en in reconventie
2.1. Triple P heeft Meeùs telefonisch benaderd teneinde een overeenkomst te sluiten voor de levering van drukwerk. Triple P en Meeùs hebben in de loop van het telefoongesprek mondeling een overeenkomst gesloten op grond waarvan Triple P ten behoeve van Meeùs drukwerk zou verzorgen bestaande uit een zogenoemd “Hi Ha Heldendiploma”.
2.2. Door haar medewerkster [A] is namens Meeùs een deelnameformulier ondertekend en aan Triple P verzonden. De inhoud van dit deelnameformulier luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
“Datum: Woensdag 24 november 2010 (W)
Deelnameformulier
“Het Hi Ha Heldendiploma + 112 kadodoos”
Indien gewenst :Completeren of doorhalen Verspreiding :Lokaal/regionaal
Produktnaam :”Ik vind je een superkind” Kleurtoeslag :€ 475,- (excl. BTW)
Basisprijs per uit. :€ 495,- (excl. BTW) Aantal exempl. :250 A5 exemplaren
Ontwerptoeslag :25% over totaalprijs Totaalprijs :€ 970,- (excl. Btw/ontw.)
Aantal uitvoeringen :4 keer 250 exemplaren Bijzonderheden :DTP ontwerp
Opdrachtgever :Mevr. [A] Verspreiding :wordt door ons verzorgd
In navolging van ons plezierig gesprek van vandaag treft u hierbij het deelnameformulier aan inzake onderstaande sponsoring. Inhoudende uw bedrijfsnaam vermeld op 250 exemplaren van het A5 heldendiploma. Wij willen uw verzoeken dit deelnameformulier rustig door te nemen, mochten er om wat voor reden dan ook onduidelijkheden ontstaan, verzoeken wij u contact met ons op te nemen. Wanneer alles conform afspraak is, dan graag dit formulier ten bewijze van akkoord binnen 8 dagen ondertekend aan ons te retourneren. Tevens geeft u dan aan door ondertekening bevoegd te zijn namens bovengenoemde organisatie. Genoemde totaalprijs is per uitvoering.”
2.3. Triple P heeft bij factuur van 1 december 2010 kosten bij Meeùs in rekening gebracht. Het factuurbedrag is door Meeùs voldaan.
2.4. Bij factuur van 29 december 2010 heeft Triple P de kosten voor de levering van één stuk “Hi Ha Heldendiploma” bij Meeùs in rekening gebracht voor in totaal € 1.442,88, inclusief btw.
3. De vorderingen en het verweer
in conventie
3.1. Triple P vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Meeùs om aan haar te voldoen een bedrag van € 1.775,77, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 1.442,88 vanaf 26 april 2011 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Meeùs in de kosten van de procedure. Deze vordering is als volgt samengesteld:
- € 1.442,88 aan hoofdsom;
- € 32,89 aan wettelijke handelsrente vanaf vervaldatum van de factuur tot 26 april 2011;
- € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2. Triple P stelt dat zij in opdracht van, althans voor rekening van, Meeùs drukwerk heeft verzorgd, een en ander breder omschreven in de door Triple P aan Meeùs gezonden factuur. Als productie 2 legt zij een deelnameformulier over waaruit de gegeven opdracht volgens haar blijkt. Meeùs is in verzuim met de betaling van de vordering, aldus Triple P. De verschuldigdheid van wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten vloeit volgens Triple P voort uit de wet.
3.3. Meeùs voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Triple P in haar vorderingen, althans tot afwijzing daarvan. Meeùs stelt dat zij slechts opdracht heeft gegeven voor een eenmalige plaatsing van de advertentie en niet voor vier uitvoeringen zoals Triple P aanvoert. Ter onderbouwing van haar beroep op vernietiging omdat volgens haar sprake is van dwaling, heeft Meeùs aangevoerd dat in de opdrachtbevestiging die Triple P stuurde vier leveringen zijn “verstopt” terwijl in het telefoongesprek door Meeùs opdracht is gegeven voor een eenmalige levering. Doordat een totaalprijs voor een eenmalige levering wordt vermeld, wordt volgens Meeùs de indruk gewekt dat er – conform de telefonische opdracht – bij ondertekening van het deelnameformulier opdracht wordt gegeven voor een eenmalige deelname. Alleen bij zeer zorgvuldig bestuderen van de diverse prijzen en toeslagen kan de werkelijke totaalprijs van het opdrachtformulier worden achterhaald, aldus Meeùs. In de veronderstelling dat het deelnameformulier een bevestiging bevatte van de telefonisch gemaakte afspraak heeft Meeùs naar eigen zeggen dit formulier ondertekend. Nadat zij een factuur ontving voor een tweede levering is haar gebleken dat zij had getekend voor vier deelnames, hetgeen nooit de bedoeling is geweest van Meeùs. Hierom is de overeenkomst onder invloed van dwaling tot stand gekomen, aldus nog steeds Meeùs. Meeùs doet een beroep op vernietiging van de overeenkomst ex artikel 3:51 lid 3 BW omdat volgens haar sprake is van bedrog, althans van dwaling.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5. Meeùs vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Triple P om aan haar te voldoen een bedrag van € 1.442,88, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een in goede justitie te bepalen datum, met veroordeling van Triple P in de kosten van de procedure. Meeùs legt aan haar reconventionele vordering ten grondslag dat Triple P nooit een advertentie heeft geplaatst zoals in het deelnameformulier is toegezegd. Aangezien door Triple P de toegezegde prestatie niet is geleverd, is het door Meeùs betaalde bedrag van € 1.442,88 volgens haar ten onrechte betaald. Daarom dient volgens Meeùs het betaalde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf een in goede justitie te bepalen datum te worden terugbetaald, aldus Meeùs.
3.6. Triple P voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Meeùs in haar reconventionele vordering, althans tot afwijzing daarvan.
3.7. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie en in reconventie
4.1. Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen beide geschillen gezamenlijk worden behandeld.
4.2. Triple P vordert in deze procedure kennelijk veroordeling van Meeùs tot betaling van de door Triple P als productie 3 overgelegde factuur van 29 december 2010 van € 1.442,88.
4.3. Meeùs stelt zich op het standpunt dat telefonisch is overeengekomen dat Triple P eenmalig drukwerk zou verzorgen, waardoor vaststaat dat partijen in ieder geval wilsovereenstemming hebben bereikt over een eenmalige levering van drukwerk bestaande uit “heldendiploma’s”. In de stellingen van Meeùs ligt voorts besloten dat zij betwist dat wilsovereenstemming tussen partijen is bereikt over een tweede, derde en vierde levering van drukwerk en daarmee dat een overeenkomst tot stand is gekomen voor deze leveringen. De door Meeùs afgelegde verklaring zoals deze is vervat in het door haar (medewerker) ondertekende deelnameformulier was er kennelijk op gericht een overeenkomst te sluiten voor een eenmalige levering.
4.4. Triple P betwist uitdrukkelijk dat zou zijn besproken dat slechts sprake zou zijn van een eenmalige plaatsing. Triple P betwist dat sprake is van dwaling of bedrog, dit is volgens haar niet aan de orde en is niet gebleken. Voorts betwist Triple P dat zij niet aan haar uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen heeft voldaan en daarmee is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
4.5. De kantonrechter overweegt het volgende. In de stellingen van Triple P ligt besloten dat partijen wilsovereenstemming hebben bereikt over de levering van vier zendingen drukwerk, terwijl Meeùs stelt dat enkel overeenstemming is bereikt over de levering van een zending.
4.6. Triple P beroept zich ter onderbouwing van de door haar gestelde overeenstemming op het telefoongesprek dat heeft plaatsgevonden met een medewerker van Meeùs en het deelnameformulier. Triple P laat echter in deze procedure na de essentialia van de gestelde overeenkomst te duiden. Door haar wordt niets meer aangevoerd dan dat zij stelt dat hetgeen is overeengekomen blijkt uit het overgelegde deelnameformulier en dat zij uitdrukkelijk betwist dat zou zijn besproken dat slechts sprake zou zijn van een eenmalige plaatsing. In het deelnameformulier refereert Triple P aan het telefoongesprek dat zij heeft gehad met mevrouw [A] van Meeùs en doet Triple P aan Meeùs het verzoek het formulier ondertekend te retourneren indien alles conform afspraak is. Hieruit volgt dat het formulier (ook) volgens Triple P een weergave is van hetgeen partijen reeds mondeling zijn overeengekomen in het telefoongesprek, waarna Triple P een bevestiging daarvan verlangde. Hieruit vloeit voort dat de inhoud van het telefoongesprek tussen (een medewerker van) Triple P en mevrouw [A] van Meeùs bepalend is voor de inhoud van de overeenkomst tussen partijen. De kantonrechter is van oordeel dat op grond van het overgelegde deelnameformulier niet is komen vast te staan dat in het telefoongesprek tussen (een medewerker van) Triple P en mevrouw [A] van Meeùs overeenstemming is bereikt over vier zendingen en evenmin van de daarvoor geldende prijs omdat in het formulier de totale prijs niet (duidelijk) staat vermeld. Gesteld noch gebleken is verder dat Triple P het totaalbedrag in het telefoongesprek heeft genoemd.
4.7. Nu Triple P voor het overige geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd waarvan de vaststelling meebrengt dat overeenstemming is bereikt over vier leveringen, zal het aanbod van Triple P om alsnog bewijs aan te dragen van de juistheid van haar stellingen worden gepasseerd. Daarom zullen de gevorderde hoofdsom, alsmede de gevorderde wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
4.8. Het beroep van Meeùs in conventie op dwaling en bedrog ten aanzien van de tweede, derde en vierde levering behoeft geen bespreking nu niet is komen vast te staan dat voor deze leveringen een overeenkomst tot stand is gekomen. Ten aanzien van de eerste levering zal op deze verweren in reconventie worden teruggekomen bij de beoordeling van de reconventionele vordering tot terugbetaling.
4.9. In reconventie voert Meeùs – onder meer – aan dat Triple P is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst voor zover het de eenmalige levering van drukwerk betreft. Meeùs betwist dat Triple P enige prestatie heeft geleverd en stelt dat zij nooit een drukproef of een voorbeeldafdruk heeft ontvangen. Naast het voorgaande voert Meeùs aan dat uit de door Triple P overgelegde productie 3 niet valt op te maken dat het in die productie vervatte afleverbewijs betrekking heeft op een levering van “heldendiploma’s” met daarop een advertentie van Meeùs.
4.10. Triple P stelt zich in reactie op het kennelijke beroep van Meeùs op artikel 6:74 BW op het standpunt dat Triple P correct en integraal uitvoering heeft gegeven aan de overeenkomst. Bij conclusie van repliek heeft Triple P als productie een bewijs van aflevering en een afdruk van een adreslabel met barcodes van UPS van een zending bestemd voor “Kindergeneeskunde Ziekenhuis Slingeland, Kruisbergseweg 25, 7009 BL Doetinchem” overgelegd.
4.11. Anders dan Triple P aanvoert kan uit het feit dat Meeùs een betaling aan Triple P heeft verricht niet worden afgeleid dat Triple P aan haar uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen heeft voldaan. Hoewel Triple P bij conclusie van dupliek in reconventie weerspreekt dat geen prestatie zou zijn verricht, kan uit het bij conclusie van repliek door Triple P als productie overgelegde bewijs van aflevering en de afdruk van een adreslabel met barcodes van UPS van een zending bestemd voor “Kindergeneeskunde Ziekenhuis Slingeland, Kruisbergseweg 25, 7009 BL Doetinchem”, zoals Meeùs terecht aanvoert, niet worden opgemaakt wat door Triple P aan dit ziekenhuis is geleverd en of deze levering betrekking heeft op de overeenkomst tussen partijen. Uit de productie blijkt immers niet dat Triple P “heldendiploma’s” heeft geleverd zoals zij met Meeùs is overeengekomen.
4.12. Hoewel uit de door Triple P overgelegde producties niet blijkt dat Triple P “heldendiploma’s” heeft geleverd zoals zij voor een eenmalige levering met Meeùs is overeengekomen, kan het voorgaande niet tot toewijzing van de reconventionele vordering leiden. Gesteld noch gebleken is immers dat Meeùs Triple P in gebreke heeft gesteld ten aanzien van de door Meeùs gestelde tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, zodat niet is komen vast te staan dat Triple P in verzuim is komen te verkeren. Evenmin is gesteld of gebleken dat Meeùs de overeenkomst heeft ontbonden.
4.13. Uit hetgeen Meeùs omtrent de totstandkoming van de overeenkomst heeft aangevoerd volgt dat Meeùs de mening is toegedaan dat de door haar afgelegde verklaring zoals deze is vervat in het door haar (medewerker) ondertekende deelnameformulier niet dezelfde strekking heeft als haar wil die erop gericht was een overeenkomst te sluiten voor een eenmalige levering van drukwerk. Dit brengt mee dat geen sprake is van dwaling in de zin van artikel 6:228 BW. Het beroep van Meeùs op bedrog door Triple P wordt eveneens verworpen. Meeùs heeft haar verweer op dit punt onvoldoende onderbouwd. Gesteld noch gebleken is dat Triple P opzettelijk onjuiste mededelingen heeft gedaan, dan wel dat zij enig feit heeft verzwegen waarover zij verplicht was mededeling te doen noch dat sprake was van enige andere kunstgreep door Triple P. Voor zover Meeùs bedoeld heeft haar verweer te onderbouwen door als productie 6 een bloemlezing van reacties op het internetforum van het televisieprogramma Tros Radar over te leggen, slaagt zij hierin niet. Uit de in die productie genoemde gevallen valt, anders dan Meeùs lijkt te betogen, niet op te maken op welke wijze in dit geval tussen Triple P en Meeùs een overeenkomst tot stand is gekomen.
4.14. Dit voorgaande brengt mee dat de rechtsgrond voor de betaling door Meeùs in stand blijft en dat daarom geen sprake is van onverschuldigde betaling. Daarom wordt, voor zover Meeùs bedoeld heeft aan haar reconventionele vordering ten grondslag te leggen dat onverschuldigd is betaald, dit standpunt verworpen. Uit het voorgaande vloeit voort dat Meeùs niet is bevrijd van de op haar rustende verplichting tot betaling voor de eenmalige levering van drukwerk. Derhalve dient haar reconventionele vordering te worden afgewezen.
4.15. Triple P zal als de in conventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Meeùs worden begroot op € 300,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 150,00).
4.16. Meeùs zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Triple P worden begroot op € 150,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x factor 0,5 x tarief € 150,00).
5. De beslissing
De kantonrechter
in conventie en in reconventie
5.1. wijst het gevorderde af,
5.2. veroordeelt Triple P in conventie tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Meeùs, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 300,00,
5.3. veroordeelt Meeùs in reconventie tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Triple P, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 150,00,
5.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2012.