ECLI:NL:RBUTR:2012:BY5823

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
318862 - HA ZA 12-114
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige gunningsbeslissing bij aanbesteding door gemeente Nieuwegein

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 november 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap MAARSSEN'S BOUWBEDRIJF B.V. (hierna: MBB) en de gemeente Nieuwegein (hierna: de gemeente) over een aanbestedingsprocedure. MBB vorderde dat de gemeente zou worden veroordeeld tot het erkennen van de onrechtmatigheid van haar gunningsbeslissing. De gemeente had op 2 september 2011 een meervoudig onderhandse aanbesteding uitgeschreven voor de uitbreiding van een theatercomplex. MBB stelde dat de gemeente de inschrijving van Thesis Bouw B.V. (hierna: Thesis) niet correct had beoordeeld, waardoor MBB onterecht niet als beste inschrijver was aangemerkt.

De rechtbank oordeelde dat de gemeente in strijd had gehandeld met het transparantiebeginsel en het beginsel van gelijke behandeling. De gemeente had de inschrijving van Thesis niet ongeldig verklaard, ondanks dat Thesis geen intentieverklaring bankgarantie had overgelegd, wat in strijd was met de gunningsleidraad. De rechtbank stelde vast dat de gemeente de regels van de aanbestedingsprocedure niet had nageleefd, wat leidde tot een onjuiste gunningsbeslissing.

De rechtbank wees de vorderingen van MBB toe en verklaarde dat de gemeente aansprakelijk was voor de schade die MBB had geleden als gevolg van de onjuiste gunningsbeslissing. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van MBB tot dat moment waren begroot op € 1.555,17. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak op het gebied van aanbestedingsrecht, waarin de beginselen van transparantie en gelijke behandeling centraal staan.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handel en kanton
Handelskamer
zaaknummer / rolnummer: 318862 / HA ZA 12-114
Vonnis van 14 november 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAARSSEN'S BOUWBEDRIJF B.V.,
gevestigd te Maarssen,
eiseres,
advocaat: mr. J.C. van Vliet te Utrecht,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE NIEUWEGEIN,
zetelend te Nieuwegein,
gedaagde,
advocaat: mr. B.P. Wristers te Nieuwegein.
Partijen zullen hierna MBB en de gemeente genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 maart 2012;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 juni 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De gemeente heeft op 2 september 2011 een meervoudig onderhandse aanbesteding uitgeschreven met betrekking tot de “Uitbreiding ruwbouw Commerciële Plint in P6” (hierna te noemen: het werk) van een destijds nieuw te bouwen theatercomplex te Nieuwegein.
2.2. Op de aanbesteding is het Aanbestedingsreglement werken 2005 (ARW 2005) van toepassing. Bij de uitnodiging tot inschrijving is verder een beschrijvend document gevoegd, de zogenoemde gunningsleidraad, met daarin de voorwaarden en uitgangspunten van de aanbesteding.
2.3. De inhoud van de gunningsleidraad luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
“1. INLEIDING
(…)
Een gegadigde dient dit beschrijvend document strikt op te volgen. Afwijking hiervan kan leiden tot het ongeldig verklaren van de inschrijving. Indien het beschrijvend document volgens een gegadigde onjuistheden bevat, dan dient deze gegadigde dit schriftelijk voor de inschrijving kenbaar te maken. Bij verzuim hiervan kan de gegadigde geen beroep daarop doen bij of na de eventuele opdrachtverlening.
(…)
6.2 VOORWAARDEN INSCHRIJVING
(…)
Het is de verantwoordelijkheid van de inschrijver dat alle documenten in zijn geheel tijdig en op correcte wijze worden opgesteld en ingediend. Inschrijvingen waarvan na de aanbesteding wordt vastgesteld dat ze niet hieraan voldoen of dat ze tegenstrijdigheden bevatten, kunnen worden uitgesloten.
(…)
De inschrijving dient volledig te zijn. Alle door de aanbestedende dienst gevraagde informatie moet worden verstrekt en alle vragen moeten worden beantwoord. Indien bepaalde informatie niet kan worden verstrekt, respectievelijk bepaalde vragen niet kunnen worden beantwoord, dan dient dit expliciet vermeld te worden in de beschrijving, met opgaaf van reden. Onvolledige inschrijvingen kunnen worden uitgesloten van gunning.
(…)
7. BIJ DE INSCHRIJVING IN TE DIENEN DOCUMENTEN
Bij de inschrijving dient de gegadigde de volgende documenten in tweevoud te verstrekken:
- het inschrijfformulier (bijlage 4)
- complete inschrijfbegroting
- een recent uittreksel van de Kamer van Koophandel
- een intentieverklaring bankgarantie
- werkplan van de uit te voeren werkzaamheden
(…)
8.2 GUNNINGSCRITERIA
De opdracht zal in voorkomend geval aan de inschrijver met de laagste prijs worden gegund.
(…)”
2.4. De inschrijftermijn verstreek op 4 oktober 2011 om 11.00 uur. Thesis heeft geen intentieverklaring bankgarantie verstrekt bij haar inschrijving. Op 24 oktober 2011 is het werk aan Thesis gegund omdat zij op de aanbesteding heeft ingeschreven met de laagste prijs. Opvolgend inschrijver is MBB, met de laagste prijs na Thesis.
2.5. De gemeente heeft Thesis op 24 oktober 2011 verzocht een intentieverklaring bankgarantie over te leggen. Thesis heeft op 26 oktober 2011 het volgende aan de gemeente bericht:
“(…)
Nieuwegein, 4 oktober 2011
Betreft: Intentieverklaring bankgarantie Commerciele Plint Theatercomplex Nieuwegein
Geachte heer,
Hierbij de intentieverklaring dat Thesis Bouw Nieuwegein BV conform het gevraagde in het bestek bereid is een bankgarantie voor het betreffende werk af te geven.
(…)”
2.6. Bij vonnis in kort geding van 9 december 2011 is een door MBB gevorderd verbod voor de gemeente om het werk aan een derde te gunnen, afgewezen.
3. Het geschil
3.1. MBB vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren voor recht dat:
I. de gemeente de aanbieding van Thesis Bouw B.V. niet heeft beoordeeld conform de regels waaraan zij in de onderhavige aanbesteding was gebonden;
II. de gemeente ten onrechte de inschrijving van MBB op basis van het toepasselijke gunningscriterium niet als beste inschrijving heeft beoordeeld;
III. de gemeente aansprakelijk is voor de door MBB geleden schade als gevolg van de onjuiste gunningsbeslissing;
Dit alles met veroordeling van de gemeente in de kosten van deze procedure, waaronder de door MBB gemaakte buitengerechtelijke incassokosten op basis van rapport Voorwerk II.
3.2. De gemeente voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van MBB in haar vordering, althans tot afwijzing daarvan.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De rechtbank verwerpt het verweer van de gemeente dat de vordering van MBB niet opeisbaar is aangezien de gemeente niet in verzuim is en MBB haar rauwelijks heeft gedagvaard. MBB stelt dat de gemeente onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door de regels die bij de aanbestedingsprocedure golden, te schenden. Op grond van artikel 6:83 aanhef en onder b Burgerlijk Wetboek (BW) treedt verzuim in zonder ingebrekestelling wanneer de verbintenis voortvloeit uit onrechtmatige daad, zodat dit standpunt van de gemeente niet houdbaar is.
4.2. Ter onderbouwing van haar stelling dat de gemeente onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld voert MBB – samengevat – het volgende aan. De gemeente heeft bij de aanbestedingsprocedure de beginselen van transparantie, objectiviteit en gelijke behandeling geschonden door de inschrijving van Thesis niet ongeldig te verklaren, Thesis de gelegenheid te bieden (alsnog) een intentieverklaring bankgarantie over te leggen en door de opdracht te gunnen aan Thesis. Een eigen verklaring zoals deze door Thesis is overgelegd aan de gemeente, geciteerd in 2.4., is niet een “intentieverklaring bankgarantie” als vereist volgens de gunningsleidraad. Deze eigen verklaring volstaat volgens MBB niet en mag ook niet worden gebruikt om het ontbreken van een intentieverklaring bankgarantie te herstellen.
4.3. De eerste vraag is of de gemeente genoegen heeft mogen nemen met de eigen verklaring van Thesis dat zij bereid is een bankgarantie af te geven voor het betreffende werk. Indien de gemeente hiermee, in het licht van de beginselen van transparantie, objectiviteit en gelijke behandeling, geen genoegen heeft mogen nemen, diende zij de inschrijving van Thesis ongeldig te verklaren. In dat geval behoeft de vraag of Thesis alsnog deze verklaring mocht indienen, geen beantwoording.
4.4. De gemeente wordt niet gevolgd in haar stelling dat zij in de gunningsleidraad uitsluitend gevraagd heeft om een intentieverklaring bankgarantie van de inschrijvers zelf.
Een (intentieverklaring) bankgarantie is er onder meer op gericht voorafgaand aan de gunning aan de aanbestedende dienst een bepaalde mate van zekerheid en inzicht in de gegoedheid van de inschrijver te verschaffen. In dit licht bezien komt de door de gemeente voorgestane uitleg aan de verlangde intentieverklaring bankgarantie de rechtbank niet voor de hand liggend voor. Een eigen verklaring – van in dit geval Thesis – zegt immers niets over haar gegoedheid of over het antwoord op de vraag of zij in staat zou zijn daadwerkelijk een bankgarantie te laten stellen, zodat een eigen verklaring niet aan te merken is als intentie bankgarantie zoals vereist op grond van de gunningsleidraad. Voor zover een intentieverklaring bankgarantie van de inschrijvers zelf voldoende zou zijn, heeft de gemeente de voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure op dit punt onvoldoende duidelijk, precies en ondubbelzinnig geformuleerd. Het risico van willekeur was aldus niet uitgesloten, omdat deze voorwaarden en modaliteiten door MBB en Thesis op verschillende wijze geïnterpreteerd werden en konden worden. Dit alles leidt tot de slotsom dat is gehandeld in strijd met het transparantiebeginsel.
4.5. Daarnaast verzet ook het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvende partijen zich ertegen dat de gemeente genoegen nam met een bereidverklaring tot het verstrekken van een bankgarantie van Thesis zelf. Het aantal garanties dat een inschrijver van een bank of andere financiële instelling kan krijgen, is afhankelijk van de tegoeden die een inschrijver aanhoudt bij een bank en de (krediet)ruimte die deze bank hem biedt of de mate waarin een andere financiële instelling bereid is een garantie te verstrekken. De concurrentiepositie van een inschrijver wordt beïnvloed door het aantal (bank)garanties of daartoe door een bank of andere financiële instelling uitgesproken intenties en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Dit brengt mee dat de gemeente de mededinging kon beïnvloeden door toe te staan dat Thesis een eigen verklaring overlegde in plaats van een door een bank of financiële instelling afgegeven verklaring. Daarom kan niet gezegd worden dat alle inschrijvers dezelfde kansen hebben gekregen en kan evenmin gezegd worden dat voor alle inschrijvers dezelfde voorwaarden golden.
4.6. Dit brengt mee dat de gemeente de eigen verklaring van Thesis niet als voldoende heeft mogen accepteren. Door dit wel te doen heeft de gemeente gehandeld in strijd met het transparantiebeginsel en het beginsel van gelijke behandeling. De gemeente had de inschrijving van Thesis daarom ongeldig dienen te verklaren en het werk dienen te gunnen aan de opvolgend inschrijver MBB. Omdat de gemeente de inschrijving niet heeft beoordeeld conform de regels waaraan zij was gebonden in de aanbestedingsprocedure en zij het werk volgens die regels had dienen te gunnen aan MBB, zullen de onder I en II gevorderde verklaringen van recht worden toegewezen.
4.7. Schending van de hiervoor genoemde beginselen van transparantie en gelijkheid brengt mee dat de gemeente toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld jegens MBB. De gemeente is daarom gehouden de schade die MBB dientengevolge lijdt, te vergoeden. Het verweer van de gemeente dat zij niet aansprakelijk is voor de door MBB gestelde schade omdat het vonnis van de voorzieningenrechter van 9 december 2011 de onrechtmatigheid aan haar handelen ontneemt, wordt verworpen. De gemeente verliest met haar stelling immers het voorlopige karakter van een kort gedingprocedure uit het oog. De vordering onder III zal daarom eveneens worden toegewezen.
4.8. De bezwaren die de gemeente heeft opgeworpen tegen de hoogte van de gestelde schade behoeven geen bespreking omdat MBB op dit punt geen veroordeling van de gemeente vordert.
4.9. Omdat de vorderingen van MBB worden toegewezen zal de gemeente, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van MBB worden begroot op:
- dagvaarding € 76,17
- griffierecht 575,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.555,17
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verklaart van recht dat de gemeente de aanbieding van Thesis Bouw B.V. niet heeft beoordeeld conform de regels waaraan zij in de onderhavige aanbesteding was gebonden,
5.2. verklaart van recht dat de gemeente ten onrechte de inschrijving van MBB op basis van het toepasselijke gunningscriterium niet als beste inschrijving heeft beoordeeld,
5.3. verklaart van recht dat de gemeente aansprakelijk is voor de door MBB geleden schade als gevolg van de onjuiste gunningsbeslissing,
5.4. veroordeelt de gemeente in de proceskosten, aan de zijde van MBB tot op heden begroot op € 1.555,17,
5.5. verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2012.?