ECLI:NL:RBUTR:2012:BY4992
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Huiselijk geweld met mishandeling van ex-vriendin
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 30 november 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van zijn ex-vriendin. De tenlastelegging omvatte zowel de poging tot zware mishandeling als de feitelijke mishandeling op 21 juni 2012. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij boos was en zijn ex-vriendin het huis uit wilde zetten, wat leidde tot gewelddadige handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn ex-vriendin heeft mishandeld door haar tegen de onderbuik te schoppen, haar bij de keel vast te pakken en haar in de borststreek te schoppen, wat resulteerde in pijn voor het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat het opzet op de mishandeling bewezen was, maar sprak de verdachte vrij van de poging tot zware mishandeling, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.
De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen bij de strafoplegging. De verdachte had een verleden van huiselijk geweld en andere strafbare feiten, wat de rechtbank deed besluiten tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 90 dagen met een proeftijd van twee jaar, naast een werkstraf van 40 uur. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en een behandelverplichting. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen, wat resulteerde in een gevangenisstraf van één maand. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de griffier niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.