ECLI:NL:RBUTR:2012:BY4239

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/656107-12
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de Rechtbank Utrecht inzake openlijke geweldpleging en diefstal met braak

Op 23 november 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging, meerdere auto-inbraken, verzet tegen aanhouding en belediging van een politieambtenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk geweld tegen een parkinghost in een parkeergarage te Utrecht op 23 juli 2012. De verdachte en een medeverdachte hebben het slachtoffer bedreigd en mishandeld, wat resulteerde in letsel. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van een laptop uit een politieauto en aan meerdere auto-inbraken, waarbij hij navigatiesystemen heeft gestolen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tevens is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partij, Politie Utrecht, ter hoogte van € 326,71. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij Athlon Car Lease Nederland B.V. niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schadevergoeding al was vergoed. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en het strafblad van de verdachte, dat meerdere eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten bevatte.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/656107-12; 16/026435-12 (gev.ttz.); 16/036590-12 (gev.ttz.);
16/080962-12 (gev.ttz.) [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 november 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1992] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans gedetineerd in de P.I. Utrecht, Huis van Bewaring, locatie Nieuwegein
raadsman mr. A.M.C.J. Baaijens, advocaat te Utrecht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 9 november 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter terechtzitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het wetboek van strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12
Feit 1:
Op 23 juli 2012 te Utrecht samen met een ander openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1];
Feit 2:
In de periode van 22 tot en met 25 juli 2012 te Utrecht met een ander in een auto heeft ingebroken;
Ten aanzien van parketnummer 16/026435-12
Primair:
Op 16 januari 2012 te Utrecht in een auto heeft ingebroken;
Subsidiair is ten laste gelegd de poging hiertoe.
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12
Feit 1:
Op 14 februari 2012 te Utrecht een gestolen bankpas voorhanden heeft gehad;
Feit 2:
Op 14 februari 2012 na te zijn aangehouden ter zake van een strafbaar feit verzet heeft gepleegd tegen twee verbalisanten van de politie Utrecht;
Feit 3:
Op 14 februari 2012 te Utrecht [verbalisant 1], brigadier van politie heeft beledigd;
Ten aanzien van parketnummer 16/080962-12:
Feit 1:
Op 28 december 2010 te Utrecht in twee auto’s heeft ingebroken;
Feit 2:
Op 28 december 2012 te Utrecht aan een opsporingsambtenaar een valse naam heeft opgegeven.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft geconstateerd dat de dagvaarding geldig is, de rechtbank bevoegd is, de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan.
Zij baseert zich daarbij ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 1 op de aangifte van [slachtoffer 1], de videoprints in het dossier, de processen-verbaal van bevindingen met betrekking tot de herkenning van verdachte door de verbalisanten en de verklaring van verdachte en de medeverdachte.
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 2 baseert de officier van justitie zich op de processen-verbaal van bevindingen van de politie en de herkenning van verdachte aan de hand van afdrukken van de camerabeelden.
Ten aanzien van parketnummer 16/026435-12 baseert de officier van justitie zich op de processen-verbaal van bevindingen en de herkenning van verdachte door drie verbalisanten aan de hand van de camerabeelden.
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 1 baseert de officier van justitie zich op het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het aantreffen van de gestolen bankpas en de aangifte van [slachtoffer 2].
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 2 en 3 baseert de officier van justitie zich op de ter zake opgemaakte processen-verbaal van de politie.
Ten aanzien van parketnummer 080962-12 feit 1 baseert de officier van justitie zich op de aangiften van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], de verklaring van de getuige [getuige], een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het aantreffen van verdachte en twee navigatiesystemen in een auto.
Ten aanzien van parketnummer 16/080962-12 feit 2 baseert de officier van justitie zich op het terzake opgemaakte proces-verbaal van bevindingen en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een algehele bewezenverklaring kan komen van de tenlastegelegde feiten en wijst daartoe op het navolgende.
Ten aanzien van parketnummer 16/16/656107-12 feit 1 is het verdachte die bij de vechtpartij tussen de medeverdachte [medeverdachte] en het slachtoffer [slachtoffer 1] bezig is geweest om er voor te zorgen dat de situatie niet is geëscaleerd. Hij is degene geweest die [medeverdachte] een aantal malen bij het slachtoffer heeft weggehaald. Duidelijk is geworden dat het niet verdachte is geweest die [slachtoffer 1] heeft geschopt.
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 2 wijst de raadsman er op dat de persoon op de foto van pagina 45 van het proces-verbaal niet overeenkomt met het uiterlijk verdachte. Met name de haardracht komt niet overeen.
Dit betekent dat verdachte van deze twee feiten dient te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Ten aanzien van parketnummer 16/026435-12 voert de raadsman aan dat hij de persoon die op de foto op pagina 8 van het proces-verbaal staat afgebeeld niet voor 100% herkent als zijnde verdachte. Hoewel de verbalisant heeft verklaard dat hij deze persoon als verdachte herkent aan zijn gezicht en haardracht, kan de verdediging de haardracht van de persoon op de foto niet aan verdachte toeschrijven. Dit betekent dat er twijfel bestaat of de persoon op de foto en verdachte één en dezelfde persoon is, zodat ook ten aanzien van dit feit vrijspraak dient te volgen.
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het onder 1 tenlastegelegde feit kan bewezen worden verklaard, nu de bankpas bij verdachte is aangetroffen.
Ook de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten kunnen bewezen worden verklaard. Verdachte heeft de belediging bekend en heeft toegegeven dat hij zich heeft verzet. De raadsman heeft daarbij wel gewezen op de context waarin de belediging en het verzet hebben plaatsgevonden.
Ten aanzien van parketnummer 16/080962-12 feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat de getuige heeft verklaard dat het om drie Marokkaanse jongens zou gaan. Verdachte is niet aan te merken als een Marokkaanse jongen, maar, gelet op zijn huidskleur, als Afrikaanse jongen. Ook ten aanzien van dit feit bestaat twijfel, zodat verdachte ook van dit feit dient te worden vrijgesproken.
Het onder dit parketnummer tenlastegelegde feit 2 heeft verdachte bekend, zodat de raadsman zich heeft gerefereerd met betrekking tot dit feit. De raadsman heeft er wel op gewezen dat het hier om een overtreding gaat en niet om een misdrijf.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 1:
Op 24 juli 2012 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan. Hij was op 23 juli 2012 werkzaam als parkinghost in de parkeergarage aan de Sint Jacobsstraat 1 te Utrecht en was ook als zodanig herkenbaar. Hij zag dat twee personen de parkeergarage in kwamen lopen, die hij als volgt kan omschrijven:
Persoon 1: man, blanke huidskleur, vermoedelijk van Turkse afkomst, 180 cm lang, mollig postuur, donkere stoppelbaard, droeg blauwe pet, blauwe broek en witte sportschoenen.
Persoon 2: getinte huidskleur, vermoedelijk van Surinaamse afkomst, kort zwart haar, ongeveer 175 cm lang, normaal postuur.
[slachtoffer 1] hoort persoon 1 schreeuwen dat hij naar buiten moet komen en loopt vanuit zijn kantoortje naar de twee mannen toe. Hij hoort dat persoon 1 hem bedreigd met de woorden dat hij hem kan neersteken en hij hem kapot zal slaan. [slachtoffer 1] wordt vervolgens bij zijn armen gepakt en naar het trappenhuis getrokken, waarbij persoon 1 zegt “kom naar het trappenhuis, want daar zijn geen camera’s.”
Voordat ze bij het trappenhuis aankomen ziet [slachtoffer 1] dat deze persoon hem een knietje geeft in de richting van zijn benen. Hij voelt een pijnscheut in zijn linkerbeen
Vervolgens ziet [slachtoffer 1] persoon 1 hem een klap in de richting van zijn hoofd geven en voelt hij een pijnscheut bij zijn oor, en ziet hij persoon 2 met gebalde vuisten op hem afkomen. Daarna voelt hij pijnscheuten over zijn bovenlichaam en hoofd. Door de klappen komt hij ten val waarna hij in zijn linkerzij wordt geschopt door persoon 1.
[slachtoffer 1] is vervolgens weggerend naar het trappenhuis waar hij opnieuw is gevallen. Terwijl hij op de grond lag gaf persoon 2 hem een trap in het gezicht.
Door de mishandeling heeft [slachtoffer 1] letsel opgelopen zoals pijn in de heup, hoofd en schouder. [slachtoffer 1] is diezelfde avond naar een dokter geweest, die blauwe plekken en drukpijn heeft geconstateerd.
Een deel van de vechtpartij tussen [slachtoffer 1] en de twee daders is door beveiligingscamera’s die bij de ingang van de parkeergarage hangen, opgenomen. Van deze beelden zijn videoprints gemaakt. Daarop is onder meer te zien dat persoon 1 en 2 de parkeergarage in komen lopen en net buiten beeld met [slachtoffer 1] in gesprek zijn. Voorts is te zien dat persoon 1 een bedreigende houding aanneemt; het lijkt alsof hij een stomp wil geven. Vervolgens is te zien dat beide personen de parkeergarage uitlopen en weer terug komen lopen. Verder is op die prints te zien dat persoon 1 en [slachtoffer 1] in gevecht raken en personen 1 en 2 achter hem aanrennen richting de achterzijde van de parkeergarage.
Op beelden van een andere beveiligingscamera, waarvan ook videoprints zijn gemaakt, is te zien dat persoon 1 achter [slachtoffer 1] aanrent en dat hij bij de ingang naar het trappenhuis richitng de rug of zij van [slachtoffer 1] schopt. Voorts is te zien dat persoon 2 een trappende beweging maakt naar [slachtoffer 1] terwijl deze op de grond zit.
Verdachte is op basis van de beelden van de parkeergarage herkend als de man die persoon 2 is genoemd.
De medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie bekend dat hij [slachtoffer 1] een trap in zijn rug heeft gegeven.
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 2
Op 22 juli 2012 omstreeks 17.15 uur heeft de politie een zogeheten projectauto geparkeerd in de parkeergarage La Vie aan de St. Jacobsstraat 1 te Utrecht. Deze auto is eigendom van de politie Utrecht. De auto werd middels camera’s geobserveerd. In de auto was een laptop in een laptoptas in de kofferbak geplaatst.
Op 25 juli 2012 omstreeks 11.30 uur werd geconstateerd dat in de projectauto was ingebroken. Gezien werd dat het raam van de kofferbak aan de rechterzijde was vernield en dat de laptop was weggenomen.
Van deze diefstal is door de politie aangifte gedaan.
De politie heeft de camerabeelden van de observatiecamera’s bekeken. Daarop is te zien dat twee personen in de auto schijnen. Verder is te zien dat op 22 juli 2012 verdachte 2 omstreeks 18.50 uur met een kleine steen de ruit van het kofferbakraam aan de rechterachterzijde ingooit en vervolgens de laptoptas met daarin de laptop wegneemt uit de auto. De lege laptoptas wordt kort daarna weer teruggelegd in de auto.
Van verdachte 2 wordt het volgende signalement gegeven:
Man, donkere huidskleur, kort geschoren zwart haar in ene kleine hanenkam, leeftijd 20-25 jaar, normaal postuur, draagt een donkere bodywarmer en een opvallend groot polshorloge met lichtkleurige klok om zijn linkerarm.
Verdachte wordt door twee verbalisanten herkend aan de hand van de camerabeelden van de inbraak in de projectauto.
Ten aanzien van parketnummer 16/026435-12
Op 27 januari 2012 heeft [aangever 1] namens de politie Utrecht aangifte gedaan van diefstal van een laptop uit een auto.
Op 16 januari 2012 omstreeks 14.00 uur werd een projectauto van de politie Utrecht geparkeerd in de parkeergarage Rijnkade te Utrecht. In de auto bevond zich een grijze laptop. Op 16 januari 2012 omstreeks 21.15 uur werd vastgesteld dat er in de projectauto was ingebroken. Gezien werd dat de ruit van het achterportier aan de bestuurderszijde was vernield en dat de laptop uit de auto was weggenomen.
De projectauto is vanaf het moment van parkeren in de garage geobserveerd middels camera’s. Op de camerabeelden is te zien dat een man, verder te noemen verdachte, met een lamp in de auto schijnt. Verder is te zien dat kort daarna deze verdachte met een voorwerp in zijn hand hakkende bewegingen maakt tegen het scheerraampje, dat wordt verbroken. Hierop ontgrendelt de verdachte de centrale vergrendeling en haalt hij iets uit de kofferbak.
Verdachte is door drie verbalisanten herkend aan de hand van de camerabeelden als zijnde de persoon die in de projectauto heeft ingebroken.
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 1:
Naar aanleiding van een melding dat drie personen in voertuigen keken op het parkeerterrein van het Ibishotel te Utrecht, zijn op 14 februari 2012 drie personen aangehouden, onder wie verdachte [verdachte].
Tijdens de insluitingsfouillering van verdachte werd in zijn kleding een ING-bankpas aangetroffen die afkomstig bleek te zijn van een auto-inbraak gepleegd op 14 februari 2012.
Deze bankpas stond op naam van [slachtoffer 2].
[slachtoffer 2] heeft op 14 februari 2012 aangifte gedaan van diefstal van een computertas uit zijn auto op 14 februari 2012 in de parkeergarage Rijnkade te Utrecht. In de computertas zat ook de bedoelde bankpas.
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 2 en 3
Na de aanhouding op 14 februari 2012 is verdachte diezelfde dag overgebracht naar het politiebureau en werd hij geplaatst in de ophoudruimte en werd begonnen met de insluitingsfouillering. Verdachte werkte hier niet aan mee door telkens zijn handen in zijn broekzakken te stoppen. Als de verbalisant [verbalisant 1] vervolgens de handen van verdachte tegen de muur plaatst, zegt verdachte: “Doe eens rustig” en “Je bent een vuile racist.”.
Als de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] verdachte vervolgens vastpakken om hem tegen de muur te plaatsen en hem daar te fixeren, verzet verdachte zich daartegen. Hij spant de spieren van zijn armen en bovenlichaam en beweegt deze wild heen en weer. Ook probeert hij zijn armen los te trekken. Verbalisant [verdachte] besluit vervolgens om de arm van verdachte los te laten en probeert een nekklem toe te passen. Dit lukt niet doordat verdachte wild met zijn bovenlichaam heen en weer beweegt. Vervolgens ziet [verbalisant 1] dat verdachte een slaande beweging maakt naar zijn hoofd, welke [verbalisant 1] nog kan ontwijken.
[verbalisant 2] heeft ook verklaard dat verdachte zich heeft verzet bij zijn insluitingsfouillering en dat hij [verbalisant 1] heeft beledigd met de woorden “Vuile racist”.
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij de verbalisant [verbalisant 1] heeft beledigd.
Ten aanzien van parketnummer 16/080962-12 feit 1:
Naar aanleiding van een melding van getuige [getuige] dat hij drie, vermoedelijk Marokkaanse jongens bij een auto heeft gezien op 28 december 2010 omstreeks 03.40 uur, van welke auto het alarm was afgegaan, komt een politie-eenheid na enkele minuten ter plaatse. Die ziet een grijze Mercedes wegrijden en om 3.46 uur ziet een agent op `t Zand een grijze Mercedes, met hoge snelheid voor hem rijden. Na een korte achtervolging en het geven van een stopteken worden de inzittenden van de Mercedes gecontroleerd. Het gaat om twee jongens met een Noord-Afrikaans uiterlijk en één jongen met een Afrikaans uiterlijk. In de Mercedes wordt op de plaats waar het reservewiel pleegt te liggen een los inbouwnavigatiesysteem aangetroffen.
Verder werd bij de plaats waar verdachte zat nog een los inbouwnavigatiesysteem gevonden. Ook zag een agent dat één van de jassen op de achterbank een bontkraag had.
Verdachte gaf desgevraagd op dat hij was genaamd [naam].
De getuige [getuige] heeft verklaard dat hij op 28 december 2010 omstreeks 03.40 uur het alarm van een auto hoorde afgaan op de eerste Westerparklaan te Utrecht. Toen hij buiten kwam, zag hij de alarmlichten van een Volkswagen Golf branden. Ook zag hij drie personen bij de auto gehurkt zitten. Eén van deze jongens droeg een donkerkleurige jas met een lichte bontkraag.
Op 11 januari 2011 heeft [aangever 2], namens Athlon Car Lease Nederland aangifte gedaan van diefstal van een inbouwnavigatiesysteem uit haar auto, een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken]. Zij had haar auto op 27 december 2010 omstreeks 16.00 uur geparkeerd op de Eerste Westerparklaan te Utrecht. Nadat zij op 28 december 2010 omstreeks 04.00 uur door de politie in kennis was gesteld dat er in de auto was ingebroken, zag haar echtgenoot dat het inbouwnavigatiessysteem uit de auto was weggenomen. Op 28 december 2010 is inbeslaggenomen (blz 8) een Navigatiesysteem, aangetroffen in de Mercedes (blz 3), weggenomen uit Volkswagen [kenteken], dat (blz 27) is teruggegeven aan Athlon Car Lease.
Op 29 december 2010 heeft [aangever 3], namens Sanato Lease aangifte gedaan van diefstal van een radio/cd speler/navigatiesysteem uit zijn auto, een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken]. Op 6 januari 2011 is de benadeelde [aangever 3] gehoord. Hij heeft verklaard dat hij op 28 december 2010 omstreeks 03.00 uur zijn auto, een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] heeft geparkeerd op de Langerakbaan te Utrecht. Later op die dag werd hij door zijn buren gewaarschuwd dat een ruit van zijn auto was vernield.
[slachtoffer 3] zag vervolgens dat een ruit rechts voor van zijn auto was vernield en dat het inbouw radio/CD/navigatiesysteem was weggenomen.
Het in de kofferbak van de Mercedes aangetroffen navigatiesysteem bleek na onderzoek afkomstig te zijn uit de volkswagen Golf van aangever [slachtoffer 3].
Ter zitting heeft verdachte bekend dat hij een valse naam heeft opgegeven.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het bovenstaande en het feit dat verdachte kort na de melding door de getuige [getuige], is aangetroffen in een auto in de directe omgeving van de plaats waar in de betreffende Volkswagens is ingebroken, terwijl in deze auto, die met hoge snelheid wegreed twee losse inbouwnavigatiesystemen afkomstig uit de betreffende Volkswagens werden aangetroffen wettig en overtuigend bewezen kan worden dat het verdachte is geweest, die samen met de twee mede-inzittenden, de tenlastegelegde auto-inbraken heeft gepleegd.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12
feit 1:
op 23 juli 2012 te Utrecht met een ander op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten een parkeergarage gelegen aan de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit
- het bij de armen pakken van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 1] trekken in de richting van het trappenhuis en daarbij de woorden toe te voegen “kom naar het trappenhuis want daar zijn geen camera’s” en
- het geven van een zogenaamd knietje in de richting van de benen van die [slachtoffer 1] en
- het meermalen slaan en/of stompen in/tegen het gezicht en hoofd van die [slachtoffer 1] en
- het schoppen tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en
- het trappen in/tegen het gezicht en hoofd van die [slachtoffer 1];
feit 2:
in de periode van 22 juli 2012 tot en met 25 juli 2012 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een in parkeergarage La Via geparkeerd staande auto heeft weggenomen een laptop-computer, toebehorende aan politie Utrecht, waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, te weten het inslaan van een ruit van die auto;
Ten aanzien van parketnummer 16/026435-12 primair:
op 16 januari 2012 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een vervoermiddel, te weten een auto, heeft weggenomen een laptop, toebehorende aan politie Utrecht, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak op een portierruit van dat vervoermiddel;
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12
feit 1:
op 14 februari 2012 te Utrecht een bankpas ten name van [slachtoffer 2], voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die bankpas wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 2:
Op 14 februari 2012 te Utrecht toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden werkzaam bij de politie Utrecht, verdachte op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit ,hadden aangehouden en vastgegrepen, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig
- de spieren in zijn, verdachtes, lichaam aan te spannen en
- zijn, verdachtes, bovenlichaam en armen met kracht heen en weer te bewegen en
- met zijn, verdachtes, arm slaande bewegingen te maken naar die [verbalisant 1];
feit 3:
op 14 februari 2012 te Utrecht opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [verbalisant 1], brigadier van de politie Utrecht, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden “Je bent een vuile racist”;
Ten aanzien van parketnummer 16/080962-12
feit 1:
op tijdstippen op 28 december 2010 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit personenauto’s (merk Volkswagen, type Golf, kenteken [kenteken] en merk Volkswagen, type Golf, kenteken [kenteken]) heeft weggenomen navigatiesystemen, toebehorende aan Athlon Carlease Nederland en een ander dan aan verdachte of zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
feit 2:
op 28 december 2010 te Utrecht toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar een andere dan zijn werkelijke naam heeft opgegeven;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van de feiten
Strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 1:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 2 en parketnummer 16/080962-12 feit 1:
Telkens diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Ten aanzien van parketnummer 16/026435-12 primair:
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 1:
Opzetheling;
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 2:
Wederspannigheid;
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 3:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening;
Ten aanzien van parketnummer 16/080962-12 feit 2:
Door het bevoegd gezag naar zijn naam gevraagd een valse naam opgeven;
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van de duur van het voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar met de bijzondere voorwaarden van een verplicht reclasseringscontact, ook als dit inhoudt een meldingsgebod, deelname aan een arbeidsvaardighedentraining, een locatiegebod ter uitvoering van een elektronisch toezicht en meewerken aan een arbeidstoeleidingstraject.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht, gelet op de bepleite vrijspraken en gelet op de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis verdachte te veroordelen tot een straf welke gelijk is aan het voorarrest, zonder daaraan bijzondere voorwaarden te verbinden.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging in een parkeergarage tegen een medewerker van die parkeergarage. Ten gevolge hiervan heeft deze medeweker letsel opgelopen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich volstrekt disproportioneel heeft gedragen.
De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Het is algemeen bekend dat slachtoffers en getuigen van geweld, ook lang nadat dit zich heeft voorgedaan, nog de nadelige psychische gevolgen daarvan kunnen ondervinden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan in totaal vier auto-inbraken.
Het spreekt voor zich dat de door deze feiten ontstane materiële schade groot is geweest. Niet alleen werden uit die auto's goederen weggenomen, maar daarbij werden die auto's ook beschadigd. Dit heeft voor de slachtoffers tot gevolg gehad dat zij van deze feiten veel ergernis en ongemak hebben ondervonden. De schade aan de auto’s is vaak groter dan de waarde van de gestolen goederen.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan de heling van een bankpas, welke afkomstig is van een eerder die dag gepleegde auto-inbraak.
Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan verzet tegen een politieambtenaar en belediging van die politieambtenaar.
De betreffende politieambtenaar moet onder normale omstandigheden zijn werk kunnen doen en verdachte diende, ook al was hij het niet eens met zijn aanhouding door de politie, mee te werken aan zijn fouillering.
De rechtbank is van oordeel dat met de bewezenverklaarde feiten verdachte heeft aangetoond geen respect te hebben voor andermans lijf, eer en eigendommen. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
De rechtbank heeft gelet op een Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte d.d. 27 september 2012, waaruit blijkt dat in 2011 meerdere malen is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten als thans bewezen zijn verklaard tot onder meer vrijheidsbenemende straffen.
Tenslotte heeft de rechtbank gelet op een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 19 september 2012 waaruit naar voren komt dat de financiële situatie van verdachte een prominente rol heeft gespeeld bij het plegen van vermogensdelicten waarvoor hij inmiddels is veroordeeld. Op dit moment ontbreekt het verdachte aan inzicht in alternatieve mogelijkheden om zijn financiën op orde te brengen en een dagbesteding vast te houden.
Het recidiverisico wordt dan ook als hoog wordt ingeschat.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten en de hoeveelheid feiten, een gevangenisstraf voor lange duur noodzakelijk is. Bij de bepaling van de duur van die straf heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het strafblad van verdachte.
De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen en daaraan, anders dan door de officier van justitie is gevorderd, een proeftijd van twee jaar verbinden met bijzondere voorwaarden.
Ten aanzien van de onder parketnummer 16/080962-12 onder 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde overtreding, te weten het opgeven van een valse naam, acht de rechtbank het niet opportuun aan verdachte voor dit feit een separate straf op te leggen. Om die reden zal de rechtbank verdachte ter zake van dit feit schuldig verklaren zonder toepassing van straf of maatregel.
7 De benadeelde partijen
[slachtoffer 1] heeft ten aanzien van het onder parketnummer 16/656107-12 onder 1 tenlastegelegde feite een schadeopgaveformulier Misdrijven ingediend. Er is echter geen schadebedrag ingevuld, zodat de rechtbank er van uit gaat dat [slachtoffer 1] zich niet als benadeelde partij in het strafgeding wil voegen. Het genoemde formulier behoeft dan ook geen nadere bespreking
De benadeelde partij Politie Utrecht vordert een schadevergoeding van € 326,71 voor feit 2 onder parketnummer 16/656107-12.
De officier van justitie heeft ter zitting toewijzing van de vordering gevorderd met de wettelijke rente en de executiekosten en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft aangevoerd dat, gelet op de bepleite vrijspraak voor dit feit, de vordering van de benadeelde partij afgewezen dient te worden.
De rechtbank zal, zoals onder 4.4 is vermeld het tenlastegelegde feit bewezen verklaren en is voorts van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De benadeelde partij Athlon Car Lease Nederland B.V. vordert een schadevergoeding van € 3.962,26 voor feit 1 onder parketnummer 16/080962-12.
De officier van justitie heeft ter zitting toewijzing van de vordering gevorderd met de wettelijke rente en de executiekosten en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft aangevoerd dat, gelet op de bepleite vrijspraak voor dit feit, ook deze vordering van de benadeelde partij afgewezen dient te worden.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, omdat de behandeling in zoverre een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De rechtbank heeft daarbij mede overwogen dat uit de processtukken is gebleken dat het betreffende navigatiesysteem is teruggegeven aan de rechthebbende en dat uit de vordering niet blijkt dat en inhoeverre bij de daarin vermelde schade rekening is gehouden met die teruggave.
De benadeelde partij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8 Het beslag
8.1 De verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.
Niet vastgesteld is kunnen worden aan wie deze voorwerpen toebehoren.
Gebleken is dat in de zaak met parketnummer 16/080962-12 deze voorwerpen met betrekking tot het begaan van dit misdrijf zijn bestemd.
9 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9a, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 33, 33a, 36f, 62, 141, 180, 266, 267, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
10 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 1:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
Ten aanzien van parketnummer 16/656107-12 feit 2 en parketnummer 16/080962-12 feit 1:
Telkens diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Ten aanzien van parketnummer 16/026435-12 primair:
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 1:
Opzetheling;
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 2:
Wederspannigheid;
Ten aanzien van parketnummer 16/036590-12 feit 3:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening;
Ten aanzien van parketnummer 16/080962-12 feit 2:
Door het bevoegd gezag naar zijn naam gevraagd een valse naam opgeven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- verklaart verdachte ter zake van parketnummer 16/080962 feit 2 schuldig zonder toepassing van straf of maatregel;
- veroordeelt verdachte voor de overige bewezenverklaarde feiten tot een gevangenisstraf van TWAALF (12) MAANDEN, waarvan VIJF (5) MAANDEN voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
-stelt daarbij als algemene voorwaarden:
* dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
*dat de verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* dat de verdachte meewerkt aan het reclasseringstoezicht, ook aan huisbezoeken
- stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland, ook inhoudende dat:
- verdachte zich binnen vijf werkdagen volgend op de datum waarop de detentie eindigt meldt bij Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht en
daarna zo frequent en zolang de reclassering dat gedurende deze periode nodig acht;
- dat verdachte zal deelnemen aan een Arbeidsvaardighedentraining (ARVA);
- dat verdachte zal meewerken aan het traject arbeidstoeleiding;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
Twee schroevendraaiers, kleur zwart;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Politie Utrecht van € 326,71 ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2012;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Politie Utrecht, € 326,71 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Oostendorp, voorzitter, mr. Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn en mr. T. Reichardt, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Nieboer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 november 2012.
Mr. T. Reichardt is buiten staat dit vonnis mee te ondertekenen.