ECLI:NL:RBUTR:2012:BY3153

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
330057 / KG ZA 12-669
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot dispensatie van overschrijvingsbepalingen door amateurvoetballer

In deze zaak vorderde eiser, een amateurvoetballer, dat de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) hem zou overschrijven naar PEC Zwolle, zodat hij speelgerechtigd zou worden. Eiser had zich echter niet tijdig overgeschreven, wat volgens de regels van de KNVB noodzakelijk was. De voorzieningenrechter oordeelde dat de KNVB in redelijkheid had kunnen besluiten om geen dispensatie te verlenen van de overschrijvingsbepalingen. Eiser had zijn verzoek tot overschrijving pas op 23 juli 2012 ingediend, terwijl dit uiterlijk vóór 15 juli 2012 had moeten gebeuren. De KNVB had geen aanleiding om af te wijken van de vastgestelde regels, en de voorzieningenrechter kon niet vaststellen dat er sprake was van uitzonderlijke omstandigheden die dispensatie rechtvaardigden. Eiser stelde dat de belangen van de KNVB niet opwogen tegen zijn belangen, maar de rechter oordeelde dat de KNVB de belangen van de amateurverenigingen en de integriteit van het competitiesysteem in acht moest nemen. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten van de KNVB, die op € 1.391,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 14 november 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handel en kanton
Handelskamer
zaaknummer / rolnummer: 330057 / KG ZA 12-669
Vonnis in kort geding van 14 november 2012
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. A.J. van der Kolk,
tegen
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
gevestigd te Zeist,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.A. Knijf.
Partijen zullen hierna [eiser] en de KNVB genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de producties 1 tot en met 4 van [eiser],
- de producties 1 tot en met 5 van de KNVB,
- de mondelinge behandeling van 30 oktober 2012,
- de pleitnota van [eiser],
- de pleitnota van KNVB.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser], geboren op [1990], heeft in het seizoen 2011/2012 als amateurspeler gevoetbald bij amateurvereniging [naam]. Hij is daarbij uitgekomen in de categorie A.
2.2. [eiser] heeft met betrekking tot het voetbalseizoen 2012/2013 een spelerscontract (arbeidsovereenkomst) gesloten met de betaaldvoetbalorganisatie PEC Zwolle. Op grond van dit contract zal [eiser] deel uitmaken van het eerste elftal dat uitkomt in de Eredivisie.
Het spelerscontract is aangegaan voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2012 met de mogelijkheid van verlenging met nog een jaar. Het bruto maandsalaris bedraagt op grond van dit contract € 2.250,-- per maand. Daarnaast heeft [eiser] recht op een vakantietoeslag, een wedstrijdpremieregeling, een netto beroepskostenvergoeding van
€ 68,-- per maand en een éénmalige bruto bonus van € 3.000,-- indien hij in de basis start van een officiële competitie/beker/play-off/Europese wedstrijd van het eerste elftal.
2.3. Het Reglement Overschrijvingsbepalingen Algemeen, Opleidingsvergoeding en Solidariteitsvergoeding en Solidariteitsbijdrage (hierna: het Reglement) is van toepassing op de overschrijving van een amateurspeler van een amateurvereniging naar een betaaldvoetbalorganisatie, die bij die betaaldvoetbalorganisatie een spelerscontract heeft gesloten (zie artikel 1 lid 1 sub b van het Reglement). In dit reglement is – voor zover van belang – het volgende vermeld:
Artikel 8 – De termijnen voor indiening van een aanvraag en aanvang speelgerechtigdheid
1. Een aanvraag om overschrijving moet ingediend zijn vóór 15 juli.
Artikel 10 – Dispensatie
In bijzondere gevallen kan het bondsbestuur dispensatie verlenen van de in deze titel voorkomende overschrijvingsbepalingen. Het bondsbestuur stelt hiervoor richtlijnen vast.
2.4. De in artikel 10 van het Reglement bedoelde richtlijnen zijn gepubliceerd in het Bewaarnummer 2012/’13 en door de KNVB als productie 3 in het geding gebracht.
In dit bewaarnummer is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
4.2.1 Dispensatieregeling spelers categorie A
Een aanvraag om overschrijving binnen Nederland buiten de overschrijvingstermijnen van spelers uit categorie A wordt verleend indien is voldaan aan de formele vereisten voor deze overschrijving en, naar oordeel van het betreffende bestuur dat bevoegd is dispensatie te verlenen, sprake is van:
1. Gewijzigde studie, werk-, woon- of medische omstandigheden die vóór het sluiten van de
overschrijvingstermijn redelijkerwijs niet bekend c.q. in te schatten zijn geweest (…).
(…)
2. Een jeugdspeler die overschrijving verzoekt van zijn huidige club naar de club waar hij
direct voorafgaand aan zijn huidige club voor is uitgekomen en zijn huidige club geen
bezwaar heeft tegen het verlenen van de overschrijving. (…)
3. Een overschrijvingsverzoek van een ex-contractspeler (dat wil zeggen een speler wiens
contract uiterlijk per 30 juni voorafgaand aan het overschrijvingsverzoek is geëindigd) die
voor een club (niet perse de club bij wie hij het laatst onder contract stond) uitkomt en op
basis van zijn voetbalverleden een WW-uitkering ontvangt, naar een club waar hij een
(nieuw) spelerscontract heeft getekend. Door het tekenen van dit (nieuwe) spelerscontract
dient het recht op WW-uitkering automatisch en volledig te vervallen. Indien dit niet
automatisch het geval is en/of het recht op WW-uitkering enkel eindigt doordat de
betreffende speler hierom verzoekt, wordt geen dispensatie verleend. (…)
4. Een verzoek tot overschrijving naar een club van een speler wiens spelerscontract door de
arbitragecommissie is ontbonden, mits binnen 30 dagen na de uitspraak van de
arbitragecommissie het verzoek tot overschrijving is ingediend. (…) Deze
dispensatiemogelijkheid geldt niet op het moment dat de ontbinding van het contract aan
de speler zelf te wijten is (bijvoorbeeld onbetamelijk persoonlijk gedrag) en van de oude
club redelijkerwijs niet verlangd kan worden om de speler nog langer in dienst te houden.
5. Er is sprake van slechte studieresultaten van een jeugdspeler die duidelijk blijken uit de
meest recente officiële rapportage van de school of leerinstelling. Door de speler in
kwestie moet voldoende worden aangetoond dat deze slechte studieresultaten (onder
meer) hun oorzaak vinden in het als speelgerechtigd lid geregistreerd staan en het
uitkomen in bindende wedstrijden voor de huidige club.
6. Indien er sprake is van exceptionele omstandigheden die niet reeds onder de punten 1 tot
en met 5 worden genoemd, zal het districtsbestuur, het bestuur amateurvoetbal dan wel
het bestuur betaald voetbal per verzoek om overschrijving buiten de
overschrijvingsperiodes om, beoordelen of de omstandigheden van dien aard zijn dat
dispensatie dient te worden verleend. Het uitgangspunt hierbij is dat in gevallen niet
genoemd onder punt 1 tot en met 5 geen dispensatie wordt verleend.
2.5. [eiser] heeft een verzoek tot overschrijving bij de KNVB ingediend. Dit verzoek is op 23 juli 2012 door de KNVB ontvangen. De KNVB heeft het verzoek aangemerkt als een verzoek om dispensatie van de overschrijvingsbepalingen en heeft besloten om dit verzoek af te wijzen.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert dat de KNVB bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld:
a) om hem, uiterlijk binnen een week na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis,
over te schrijven naar PEC Zwolle zodat hij speelgerechtigd wordt, dit op straffe van
verbeurte van de in de dagvaarding genoemde dwangsom,
b) tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten en de nakosten, te
vermeerderen met wettelijke rente.
3.2. De KNVB voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Vooropgesteld wordt dat [eiser] zich moest laten overschrijven om bij PEC Zwolle aan bindende wedstrijden te mogen deelnemen. Hij moest op grond van artikel 8 van het Reglement zijn overschrijvingsverzoek uiterlijk vóór 15 juli 2012 bij de KNVB indienen. Vaststaat dat dit niet is gebeurd. Partijen zijn het (terecht) erover eens dat de overschrijving daarom alleen nog kan worden bewerkstelligd indien het bondsbestuur van de KNVB dispensatie van de overschrijvingsbepalingen verleend. Het bondsbestuur van de KNVB heeft besloten om deze dispensatie niet verlenen. [eiser] stelt zich op het standpunt dat de KNVB in redelijkheid niet tot dit besluit heeft kunnen komen, omdat dit besluit in de gegeven omstandigheden niet proportioneel is en in grove mate zijn belangen om een plaats in de arbeidsmarkt te verwerven miskent.
De KNVB betwist dit.
4.2. Partijen zijn het erover eens dat de door het bondsbestuur van de KNVB vastgestelde dispensatiecriteria zoals vermeld in 4.2.1 onder 1 tot en met 5 van het Bewaarnummer 2012/’13 (zie 2.4) in dit geval niet aan de orde zijn.
4.3. Zij verschillen echter van mening over de beantwoording van de vraag of in dit geval wordt voldaan aan het dispensatiecriterium zoals is vermeld in 4.2.1 onder 6 van het Bewaarnummer 2012/’13. Dit criterium houdt in dat er sprake is van andere exceptionele omstandigheden dan die zijn genoemd in 4.2.1 onder 1 tot en met 5 van het
Bewaarnummer 2012/’13.
4.4. Het is gelet op het bepaalde in 4.2.1 onder 6 aan (het bestuur van) de KNVB om te beoordelen of de omstandigheden van dien aard zijn dat dispensatie dient te worden verleend. Het bestuur van de KNVB heeft in deze dus beoordelingsvrijheid.
De (voorzieningen)rechter kan daarom alleen toetsen of (het bestuur van) de KNVB in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot haar oordeel heeft kunnen komen.
4.5. [eiser] betoogt dat (het bestuur van) de KNVB in dit geval in redelijkheid had moeten oordelen dat sprake is van zodanige exceptionele omstandigheden dat dispensatie van de overschrijvingsbepalingen had moet worden verleend. [eiser] voert daartoe het volgende aan.
De belangen die de KNVB heeft bij handhaving van de overschrijvingsregels wegen niet op tegen de belangen van [eiser] bij het verlenen van dispensatie van die regels.
De belangen van amateurvereniging [naam] of welke andere amateurvereninging ook worden niet geschaad. Er is geen sprake van competitie- en/of concurrentievervalsing. Ook zal er geen sprake zijn van precedentwerking indien het verzoek om dispensatie wordt ingewilligd. Daartegenover staat dat de belangen van [eiser] bij het verlenen van dispensatie van de overschrijvingsregels groot zijn. Doordat geen dispensatie wordt verleend wordt [eiser]:
a) het onmogelijk gemaakt zijn inkomsten te genereren, waardoor hij afhankelijk blijft van
derden en zijn hand moet ophouden,
b) de kans ontnomen om: i) als profvoetballer in het betaald voetbal uit te komen en
zich verder te ontwikkelen en te manifesteren in het betaald voetbal, ii) zijn
spelersvaardigheden in competitieverband op peil te houden en zich in de
kijker te spelen van andere geïnteresseerde betaaldvoetbalorganisaties voor het volgende
voetbalseizoen.
Daarbij komt dat het te laat indienen van het verzoek tot overschrijving niet aan [eiser] kan worden toegerekend, aangezien hij met PEC Zwolle is overeengekomen dat PEC Zwolle hiervoor zou zorgdragen.
4.6. De voorzieningenrechter overweegt hierover het volgende.
4.6.1. Uit 4.2.1 onder 6 van het bewaarnummer 2012/’13 volgt dat uitgangspunt is dat in gevallen niet genoemd onder punt 1 tot en met 5 geen dispensatie van de overschrijvingsregels wordt verleend. De KNVB is – zoals zij op de zitting heeft toegelicht – gelet op deze bepaling zeer terughoudend om op deze grond dispensatie te verlenen. Dit komt de voorzieningenrechter niet onredelijk voor.
4.6.2. Verder geldt dat niet in geschil is dat gelet op het bepaalde in artikel 5 lid 1 van het Reglement de speler zelf verantwoordelijk is voor het indienen van het overschrijvings-formulier en dat de speler dit formulier ook zelf moet ondertekenen.
De stelling van [eiser] dat het te laat indienen van het verzoek tot overschrijving niet aan hem kan worden toegerekend, omdat hij met PEC Zwolle had afgesproken dat PEC Zwolle daarvoor zou zorgen, gaat gelet op deze bepaling daarom niet op.
Het bestuur van de KNVB hoefde deze omstandigheid daarom niet mee te wegen bij de vraag of zij wel of niet dispensatie zou verlenen.
4.6.3. Het is verder niet aannemelijk geworden dat het [eiser] door de weigering om dispensatie te verlenen onmogelijk wordt gemaakt zijn inkomsten te genereren.
Integendeel, [eiser] heeft tijdens de zitting verklaard dat PEC Zwolle tot op heden het overeengekomen basisloon ad
€ 2.250,-- bruto per maand aan hem heeft betaald.
Er zijn verder ook geen aanwijzingen gebleken dat PEC Zwolle dit basisloon niet meer aan hem zal willen betalen. [eiser] genereert dus wel degelijk inkomsten. Dat deze inkomsten lager zijn dan hij op grond van het spelerscontract zou kunnen genereren, maakt dit niet anders.
4.6.4. Blijft over de door [eiser] aangevoerde omstandigheid dat hem de kans wordt ontnomen om: i) als profvoetballer in het betaald voetbal uit te komen en zich verder te ontwikkelen en te manifesteren in het betaald voetbal, ii) zijn spelersvaardigheden in competitieverband op peil te houden en zich in de kijker te spelen van andere geïnteresseerde betaaldvoetbalorganisaties voor het volgende voetbalseizoen.
De voorzieningenrechter kan de KNVB volgen in haar stelling dat indien zij alleen vanwege deze omstandigheid het dispensatieverzoek van [eiser] zou toewijzen, het hele dispensatiesysteem op de helling gaat. Voor vrijwel iedere speler die zich te laat heeft ingeschreven, zal deze omstandigheid immers aan de orde zijn.
Overigens is het niet zo dat [eiser] helemaal niet in de gelegenheid zou zijn om zijn spelersvaardigheden in competitieverband op peil te houden en zich in de kijker te spelen van andere geïnteresseerde betaaldvoetbalorganisaties voor het volgende voetbalseizoen.
Hij kan namelijk, zoals op de zitting is gebleken, in competitieverband uitkomen bij een amateurvoetbalvereninging. Bovendien mag hij trainen bij PEC Zwolle.
4.6.5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat (het bestuur van) de KNVB in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat de omstandigheden niet van dien aard zijn dat dispensatie van de overschrijvingsbepalingen dient te worden verleend.
4.7. De slotsom is dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
4.8. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van KNVB worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.391,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van de KNVB tot op heden begroot op € 1.391,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2012.