- [eiser], geboren op [1958], is vanaf 13 augustus 2001 in dienst bij (rechtsvoorgangers van) Thales, laatstelijk als service technicus. [eiser] werkte hoofdzakelijk voor het klantteam RET in Rotterdam aan de elektronische apparatuur voor de OV-chipkaart.
- Het laatstgenoten salaris bedraagt € 2.587,70 per maand, exclusief onregelmatigheidstoeslag, overwerkvergoeding, 8% vakantiebijslag en overige emolumenten.
- Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Technisch Installatiebedrijf van toepassing.
- Voor het verrichten van werkzaamheden als servicemonteur dient men te beschikken over een geldig rijbewijs en moet men een bestelbus (met gereedschap en hulpmaterialen) kunnen besturen. Het verkeren onder invloed van alcohol onder werktijd is in strijd met artikel 6.3 van het Arbo Handboek van Thales.
- Vóór de bedrijfsovername door Thales heeft [eiser] - vanaf juli 2007 - zijn werkzaamheden gedurende 18 maanden niet kunnen verrichten wegens een ontzegging van de rijbevoegdheid in verband met alcoholmisbruik. Hij heeft toen vervangend werk verricht op kantoor in Rotterdam en later op de vestiging in Houten.
- [eiser] heeft zich enige keren ziek gemeld in verband met psychische klachten in combinatie met alcoholproblematiek. In verband met de psychische klachten is hij vanaf 2000 onder behandeling van zijn huisarts. Hij kreeg hiervoor medicijnen.
- Op 16 december 2010 heeft de bedrijfsarts [eiser] geadviseerd hulp in te schakelen in verband met zijn alcoholgebruik. In overleg met Thales heeft [eiser] zich onder behandeling gesteld van Bouman GGZ in verband met zijn alcoholgebruik. In de periode tot juli 2011 heeft [eiser] daar twee gesprekken met een psycholoog gehad.
- Op 31 mei 2011 heeft [eiser] zich ziek gemeld.
- Bij brief van 22 juni 2011 heeft de bedrijfsarts Thales en [eiser] geadviseerd in gesprek te gaan. Vervolgens heeft een aantal gesprekken plaatsgevonden. [eiser] heeft daarin aangegeven dat hij onvoldoende verwachtingen had van de behandeling bij Bouman GGZ en dat hij via zijn huisarts een doorverwijzing wilde krijgen naar een psycholoog. Op 5 juli 2011 is de re-integratie gestart. [eiser] is toen weer gedeeltelijk gaan werken. Thales heeft hem een traject via Arbo Unie of HSK aangeboden in verband met zijn psychische klachten. [eiser] heeft zich vervolgens tot HSK gewend. HSK adviseerde echter eerst de behandeling voor de alcoholverslaving bij Bouman GGZ af te ronden. Daarna kon pas een diagnose gesteld worden.
- De gewerkte uren zijn uitgebreid. De bedrijfsarts heeft [eiser] met ingang van 17 oktober 2011 volledig arbeidsgeschikt geacht.
- Bij brief van 20 november 2011 heeft [eiser] zich tot de bedrijfsarts gewend omdat hij door de vervanger van zijn leidinggevende was ingedeeld voor de nachtdienst. Zijn direct leidinggevende was ervan op de hoogte dat dit bij [eiser] tot arbeidsongeschiktheid leidde. [eiser] heeft aangeboden in plaats van de nachtdienst weekenddienst te draaien. [eiser] is niet opgeroepen door de bedrijfsarts en is ingeroosterd gebleven voor de nachtdienst.
- Op 30 november 2011 heeft [eiser] zich ziek gemeld. Op 5 december 2011 heeft de bedrijfsarts hem arbeidsgeschikt geacht.
- Op 7 december 2011 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden naar aanleiding van de problematiek rondom de nachtdienst. Deze moet eens in de drie weken gedraaid worden. De effecten daarvan op de gezondheid zijn besproken. In verband daarmee heeft de HR-manager van Thales, [HR-manager Thales], aan de orde gesteld of [eiser] niet beter naar een andere baan kon uitkijken. [eiser] vond dit niet bespreekbaar. Vanaf zijn 55e jaar zou hij geen onregelmatige diensten meer behoeven te draaien en hij had de onregelmatigheidstoeslag nodig.
- Tussen eind 2011 en begin mei 2012 heeft [eiser] zijn werkzaamheden normaal verricht.
- Op 15 mei 2012 is [eiser] een uur te laat (om 9.00 uur) op het werk bij RET gekomen. RET heeft vervolgens bij Thales een klacht ingediend over onoordeelkundig handelen tijdens de werkzaamheden van [eiser] en vreemd gedrag, waarbij geconstateerd was dat [eiser] niet aanspreekbaar was. Het vermoeden bestond dat [eiser] onder invloed van alcohol of drugs verkeerde. De leidinggevende van [eiser] is naar Rotterdam gereisd en heeft geconstateerd dat [eiser] niet aanspreekbaar was en een beschonken indruk maakte. De leidinggevende heeft voorgesteld aan [eiser] om hem naar de arbodienst te brengen om zijn conditie medisch te laten beoordelen. Met toestemming van [eiser] is vervolgens om ongeveer 13.00 uur bij de arbodienst een bloedtest op de aanwezigheid van alcohol bij [eiser] uitgevoerd. [eiser] is vervolgens met de auto naar huis gereden.
- De uitslag van de bloedtest is eerst later met toestemming van [eiser] aan Thales bekend gemaakt. De bedrijfsarts heeft op 15 mei 2012 mondeling aan Thales bericht dat [eiser] had toegegeven de voorafgaande avond tot laat alcohol te hebben gedronken.
- Na overleg tussen de general manager, de manager service delivery ([eiser]s leidinggevende) en de HR manager heeft Thales [eiser] die middag op staande voet ontslagen. Het ontslag is [eiser] diezelfde middag telefonisch meegedeeld. Bij brief van dezelfde datum is het ontslag schriftelijk aan [eiser] bevestigd. De ontslagbrief vermeldt, voor zover voor deze procedure van belang: “Hedenmorgen arriveerde u een uur te laat op het werk bij de RET. Een medewerker van RET trof u in verwarde en niet aanspreekbare toestand aan. Deze persoon heeft een klacht ingediend bij Thales over uw aanspreekbaarheid en de wijze waarop de werkzaamheden werden verricht. Hij meldde dat hij het vermoeden had dat u onder invloed van alcohol of drugs verkeerde. Uw leidinggevende, de heer H. Singh, Regio Coördinator RET, is onmiddellijk afgereisd naar de RET om poolshoogte te nemen. Hij heeft ook geconstateerd dat u een “beschonken” indruk maakte en heeft u, mede gezien eerdere problemen met alcohol in het verleden (N.B. u bent vorig jaar nog in behandeling geweest voor uw alcoholverslaving en u heeft medio oktober 2011 uw werk pas weer volledig hervat), meegenomen naar de Arbodienst om uw conditie medisch te laten beoordelen door een arts. Door de arbodienst is een bloedtest uitgevoerd op de aanwezigheid van alcohol. De uitslag hiervan ontvangt de bedrijfsarts over een aantal dagen. De bedrijfsarts heeft al wel mondeling aan Thales bevestigd dat u heeft toegegeven gisteravond alcohol te hebben genuttigd. U bent naar huis gestuurd omdat u nauwelijks aanspreekbaar was en wij de indruk hadden dat u uw werk op dat moment niet naar behoren kon verrichten. Wij hebben u laten weten spoedig contact met u op te zullen nemen over de vervolgstappen. Inmiddels is overleg gepleegd met ondergetekende en is vastgesteld dat u Thales een dringende reden heeft gegeven, welke zo ernstig is, dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd het dienstverband te laten voortduren. Het verkeren onder invloed van alcohol onder werktijd is in strijd met artikel 6.3 (zie pagina 11) van het Arbo Handboek. Dit document is toegelicht tijdens de toolboxmeetings van de diverse teams en per mail verstuurd op 13 maart 2012 naar alle belanghebbenden waaronder uzelf. Bovendien is het Arbo Handboek te raadplegen op intranet. Uw overtreding van het Thales alcohol- en drugsbeleid en de klacht die we van RET hebben ontvangen met betrekking tot uw gedrag worden gezien als een dringende reden in de zin van artikelen 7:678 lid 2 sub c van het Burgerlijk Wetboek, om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. Dit is u hedenmiddag meegedeeld door de heer [manager service delivery], Manager Service Delivery.”
- Bij brieven van 21 mei en 15 juni 2012 heeft [eiser] de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen, zich beschikbaar gehouden voor zijn werkzaamheden en aanspraak gemaakt op doorbetaling van zijn loon.
- Thales heeft hierop afwijzend gereageerd.
- Volgens het analyserapport van 21 mei 2012 is uit het bloedonderzoek gebleken van een ethanol (alcohol) promillage van 1,6 en een CDT percentage van 2,8.
- Thales heeft geweigerd [eiser] weer te werk te stellen en het loon c.a. te betalen.