ECLI:NL:RBUTR:2012:BY2261
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Perrick
- P. Bender
- R.P. den Otter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs voor opzettelijk veroorzaken van gasexplosie en poging tot inbraak
Op 5 november 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk veroorzaken van een gasexplosie in zijn woning en van poging tot inbraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte was op 27 november 2011 betrokken bij een explosie in zijn woning, waarbij hij brandwonden opliep. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de gasfles in de woning aanwezig was en deze niet lekte, er niet kon worden vastgesteld dat de verdachte opzettelijk de explosie had veroorzaakt. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte de gasfles had opengezet met de intentie om een explosie te veroorzaken. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het opzettelijk veroorzaken van de explosie, omdat er geen wettig bewijs was voor opzet, ook niet in voorwaardelijke zin.
Daarnaast werd de verdachte ook vrijgesproken van de poging tot inbraak in een schoolgebouw in Amersfoort op 17 november 2011. De rechtbank oordeelde dat de camerabeelden, die mogelijk bewijs konden leveren, onvoldoende duidelijk waren om met zekerheid vast te stellen dat de verdachte de persoon op de beelden was. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig bewijs was dat de verdachte op het plaats delict aanwezig was geweest, waardoor ook voor dit feit vrijspraak volgde. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank heeft de in beslag genomen gasflessen onttrokken aan het verkeer, omdat deze waren gebruikt bij de explosie.