ECLI:NL:RBUTR:2012:BY2158
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging bijzondere voorwaarde na voorwaardelijke veroordeling in strafzaak
In de zaak met parketnummer 16/600427-11 heeft de rechtbank Utrecht op 17 september 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een aan de veroordeelde opgelegde straf. De officier van justitie had de tenuitvoerlegging gevorderd, waarop de rechtbank de zaak heeft behandeld. Tijdens de zitting is de officier van justitie gehoord, evenals de veroordeelde, die werd bijgestaan door zijn raadsvrouwe, mr. M. Snoeks. De rechtbank heeft kennisgenomen van een aanvullend advies van Centrum Maliebaan, waaruit bleek dat de veroordeelde op 1 augustus 2012 een rechterlijke machtiging had gekregen en momenteel verblijft op de Psychiatrische Afdeling van het Algemeen Ziekenhuis in Overvecht.
De heer [betrokkene] heeft tijdens de zitting verklaard dat er een positieve ontwikkeling gaande is in de situatie van de veroordeelde. Op basis van dit advies heeft de rechtbank besloten de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Tevens heeft de rechtbank de bijzondere voorwaarde die aan de veroordeelde was opgelegd, gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde verplicht moet worden om mee te werken aan een (klinische) behandeling in een door het NIFP/IFZ aan te wijzen inrichting, met een maximale opnameperiode van een jaar, of korter indien de leiding van de inrichting dat noodzakelijk acht in overleg met de reclassering.
De rechtbank heeft de overige bijzondere voorwaarden ongewijzigd van kracht gelaten. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. M.J. Grapperhaus en de rechters mr. P.L.C.M. Ficq en mr. J.P.H. van Driel van Wageningen, in aanwezigheid van griffier mr. J.A. van Wageningen. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting op 17 september 2012.