ECLI:NL:RBUTR:2012:BY2158

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
17 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-600427-11
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging bijzondere voorwaarde na voorwaardelijke veroordeling in strafzaak

In de zaak met parketnummer 16/600427-11 heeft de rechtbank Utrecht op 17 september 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een aan de veroordeelde opgelegde straf. De officier van justitie had de tenuitvoerlegging gevorderd, waarop de rechtbank de zaak heeft behandeld. Tijdens de zitting is de officier van justitie gehoord, evenals de veroordeelde, die werd bijgestaan door zijn raadsvrouwe, mr. M. Snoeks. De rechtbank heeft kennisgenomen van een aanvullend advies van Centrum Maliebaan, waaruit bleek dat de veroordeelde op 1 augustus 2012 een rechterlijke machtiging had gekregen en momenteel verblijft op de Psychiatrische Afdeling van het Algemeen Ziekenhuis in Overvecht.

De heer [betrokkene] heeft tijdens de zitting verklaard dat er een positieve ontwikkeling gaande is in de situatie van de veroordeelde. Op basis van dit advies heeft de rechtbank besloten de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Tevens heeft de rechtbank de bijzondere voorwaarde die aan de veroordeelde was opgelegd, gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde verplicht moet worden om mee te werken aan een (klinische) behandeling in een door het NIFP/IFZ aan te wijzen inrichting, met een maximale opnameperiode van een jaar, of korter indien de leiding van de inrichting dat noodzakelijk acht in overleg met de reclassering.

De rechtbank heeft de overige bijzondere voorwaarden ongewijzigd van kracht gelaten. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. M.J. Grapperhaus en de rechters mr. P.L.C.M. Ficq en mr. J.P.H. van Driel van Wageningen, in aanwezigheid van griffier mr. J.A. van Wageningen. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting op 17 september 2012.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/600427-11
Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging ex artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats], op [1978],
zonder vaste woon- of verblijfplaats
postadres: [woonplaats], [adres],
heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van een aan veroordeelde opgelegde straf. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1. De procedure
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- het vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank d.d. 5 januari 2012;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 13 juni 2012;
- het aanvullend advies tenuitvoerlegging van Centrum Maliebaan d.d. 13 september 2012, opgemaakt door [betrokkene];
- de overige stukken.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. Tevens is de veroordeelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouwe mr. M. Snoeks, advocaat te Utrecht.
2. De beoordeling
Aan veroordeelde is bij voormeld vonnis – onder meer – een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van twee jaar opgelegd onder de bijzondere voorwaarde, voor zover hier van belang, dat hij werd verplicht mee te werken aan een (klinische) behandeling in een door het NIFP/IFZ aan te wijzen inrichting(en) of instelling(en); in welk kader veroordeelde zich ook voor een periode van maximaal zes maanden, of zoveel korter als de leiding van deze inrichting in overleg met de reclassering noodzakelijk acht, zal laten opnemen in die inrichting en daar zal verblijven.
Uit het aanvullende advies van Centrum Maliebaan en de toelichting die daarop ter terechtzitting door de heer [betrokkene] is gegeven blijkt, dat op 1 augustus 2012 een rechterlijke machtiging is afgegeven, als gevolg waarvan veroordeelde thans op de Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis in Overvecht verblijft.
Naar aanleiding van de rechterlijke machtiging heeft Wier+ aangegeven, dat veroordeelde bovenaan de wachtlijst zou kunnen worden geplaatst, mits hij daar binnen een forensisch kader kan worden geplaatst.
Volgens de heer [betrokkene] is er sprake van een gewijzigde situatie, omdat veroordeelde thans een positieve ontwikkeling doormaakt. Het advies van Centrum Maliebaan komt daarom anders te luiden, namelijk dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden afgewezen en voorts dat de maximale duur van de klinische opname op een jaar dient te worden gesteld, of zoveel korter als mogelijk is.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie dient te worden afgewezen en dat de als laatste aan veroordeelde opgelegde bijzondere voorwaarde dient te worden gewijzigd, waarbij de overige bijzondere voorwaarden ongewijzigd van kracht blijven. De rechtbank zal bepalen dat veroordeelde wordt verplicht mee te werken aan een (klinische) behandeling in een door het NIFP/IFZ aan te wijzen inrichting(en) of instelling(en), in welk kader verdachte zich ook voor een periode van maximaal een jaar, of zoveel korter als de leiding van deze inrichting in overleg met de reclassering noodzakelijk acht, zal laten opnemen in die inrichting en daar zal verblijven.
3. De beslissing
De rechtbank wijst de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie d.d. 13 juni 2012 af en wijzigt de aan veroordeelde in het vonnis van 5 januari 2012 als laatste opgelegde bijzondere voorwaarde zo, dat deze komt te luiden:
* dat verdachte wordt verplicht mee te werken aan een (klinische) behandeling in een door het NIFP/IFZ aan te wijzen inrichting(en) of instelling(en), in welk kader verdachte zich ook voor een periode van maximaal een jaar, of zoveel korter als de leiding van deze inrichting in overleg met de reclassering noodzakelijk acht, zal laten opnemen in die inrichting en daar zal verblijven.
De andere bijzondere voorwaarden blijven ongewijzigd van kracht.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mr. P.L.C.M. Ficq en
mr. J.P.H. van Driel van Wageningen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier
mr. J.A. van Wageningen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 september 2012.