ECLI:NL:RBUTR:2012:BY1912
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.W.A. Vonk
- M.H.F. van Vugt
- P.A.M. de Wit-van Schie
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling in het kader van de Faillissementswet met betrekking tot verzoekster en haar schuldhulpverlener
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 31 oktober 2012 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoekster, die eerder onder de naam ORGANISATIEBURO [X] opereerde. Het verzoekschrift werd behandeld op 19 september 2012, waarbij verzoekster en haar schuldhulpverlener, Solventium B.V., aanwezig waren. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 26 september 2012 vastgesteld dat Solventium niet onder de categorieën valt zoals genoemd in artikel 48 lid 1 van de Wet op het consumentenkrediet. Dit was van belang voor de beoordeling van het verzoek tot schuldsanering, aangezien het minnelijk traject door Solventium was uitgevoerd in opdracht van de gemeente Stichtse Vecht.
De rechtbank overwoog dat, hoewel er niet voldaan was aan artikel 288 lid 1 sub c van de Faillissementswet, er voldoende redenen waren om het verzoek tot schuldsanering toe te wijzen. Verzoekster had aangetoond dat zij door persoonlijke omstandigheden, waaronder het overlijden van haar echtgenoot, in financiële problemen was geraakt. De rechtbank concludeerde dat verzoekster de controle over haar situatie had hersteld en dat er geen nieuwe schulden werden gemaakt. De rechtbank sprak de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit en kende een voorschot op het salaris van de bewindvoerder toe, met inachtneming van de relevante artikelen van de Faillissementswet.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat verzoekster de mogelijkheid krijgt om haar schulden te saneren onder toezicht van de bewindvoerder, waarbij ook rekening wordt gehouden met haar persoonlijke omstandigheden en de uitvoering van het minnelijk traject door Solventium.