ECLI:NL:RBUTR:2012:BY1613
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn
- C.S.K. Fung Fen Chung
- I.M. Vanwersch
- Rechtspraak.nl
Voortdurende ontvoering van minderjarige dochter door vader
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 30 oktober 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 45-jarige man uit Nieuwegein, die opnieuw werd veroordeeld voor de voortdurende ontvoering van zijn inmiddels 9-jarige dochter. De man had in 2007 zijn dochter zonder toestemming van de moeder, die het gezag over het kind heeft, uit Nederland meegenomen naar Soedan. Sindsdien verblijft het meisje daar. De rechtbank legde de man een gevangenisstraf op van 7 jaar. De zaak werd inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 16 oktober 2012, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar maakten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk onttrekken van zijn minderjarige dochter aan het wettelijk gezag van de moeder, die in 2010 het ouderlijk gezag over het kind had gekregen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte in de periode van 19 juni 2009 tot en met 3 augustus 2012 zijn dochter opzettelijk had onttrokken aan het gezag van de moeder, en dat hij dit deed door haar in Soedan te houden zonder de instemming van de moeder. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte eerder was veroordeeld voor een vergelijkbaar feit en dat hij geen medewerking had verleend aan de terugkeer van zijn dochter naar Nederland. De rechtbank rekende het de verdachte zwaar aan dat hij de rechterlijke uitspraken negeerde en dat de gevolgen voor de moeder en dochter steeds zwaarder werden. De rechtbank besloot tot een gevangenisstraf van 7 jaar, lager dan de 9 jaar die de officier van justitie had gevorderd, maar nog steeds van lange duur, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan.