ECLI:NL:RBUTR:2012:BY1136
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Gebruik van een niet op naam gestelde identiteitskaart en winkeldiefstal door verdachte
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht, is de verdachte beschuldigd van het gebruik van een niet op zijn naam gestelde identiteitskaart en winkeldiefstal. De zitting vond plaats op 17 september 2012, waarbij de verdachte in persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Çimen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de standpunten van de verdediging. De verdachte heeft op 3 juni 2012 in een winkel in Utrecht een identiteitskaart gebruikt die niet op zijn naam stond, wat het vertrouwen in identiteitspapieren schaadt. Daarnaast heeft hij samen met een ander kleding gestolen ter waarde van € 1.440,90.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft de feiten als wettig en overtuigend bewezen beschouwd, terwijl de verdediging betwistte dat de verdachte de persoon op camerabeelden was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument en dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan de benadeelde partij, met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij tot een hoger bedrag niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. Dit vonnis is uitgesproken op 1 oktober 2012.