ECLI:NL:RBUTR:2012:BY0930

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
17 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-072293-97
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een pedofiele man met één jaar na positieve ontwikkeling

In de zaak met parketnummer 16/072293-97 heeft de rechtbank Utrecht op 17 september 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1965, die momenteel verblijft in FPC De Oostvaarderskliniek te Almere en in het kader van proefverlof bij Stichting Domus Mill te Mill. De officier van justitie had op 1 augustus 2012 gevorderd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een positieve ontwikkeling in de begeleiding van de terbeschikkinggestelde. De deskundige heeft tijdens de zitting toegelicht dat de reclassering de begeleiding heeft overgenomen van de kliniek en dat de terbeschikkinggestelde de afgelopen zes maanden positieve vooruitgang heeft geboekt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen dat nog vereisen.

De rechtbank heeft in haar overwegingen het advies van de deskundigen en de reclassering meegenomen, die hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde, ondanks zijn positieve ontwikkeling, nog steeds ondersteuning en toezicht nodig heeft. De rechtbank heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde nog stappen moet zetten om tot een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te komen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat als de positieve ontwikkelingen zich voortzetten, er in de toekomst mogelijk een verzoek kan worden gedaan voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.

De beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen is genomen met inachtneming van de noodzaak om de veiligheid te waarborgen en om de terbeschikkinggestelde de kans te geven zijn positieve ontwikkeling voort te zetten. De rechtbank heeft de reclassering opgedragen om vóór de volgende verlengingszitting te rapporteren over de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging en de daarbij te stellen voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/072293-97
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [1965],
verblijvende te FPC De Oostvaarderskliniek te Almere, thans in het kader van proefverlof verblijvende bij Stichting Domus Mill te Mill,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De procedure.
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 1 augustus 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met één jaar;
- de wettelijke aantekeningen van het derde kwartaal 2011 omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde], alsmede de voortgangsverslagen van Reclassering Nederland d.d. 24 december 2011, 13 maart 2012, 15 mei 2012 en 10 juli 2012;
- het rapport van drs. H.J. van der Lugt, hoofd van de inrichting, drs. E.A.M. Schouten, psychiater, en drs. F. Verbrugge, hoofd behandeling, d.d. 4 juli 2012, waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen.
Voorts is de deskundige de heer F. Verbrugge gehoord.
2 Het standpunt van de inrichting
De rechtbank heeft kennis genomen van het standpunt van de inrichting. De deskundige heeft het rapport en het advies van de inrichting toegelicht.
Uit het rapport volgt dat de terbeschikkinggestelde een pedofiele man is. Dankzij de libidoremmende medicatie en de strakke begeleiding en structuur die de terbeschikkinggestelde bij Stichting Domus wordt geboden functioneert hij naar vermogen. Zolang de terbeschikkinggestelde medicatietrouw blijft, hij in staat is om met ondersteuning zijn impulsen te beheersen, hij aansturing en toezicht accepteert en hij bij Stichting Domus in Mill kan blijven, is het recidivegevaar aanvaardbaar laag. De terbeschikkinggestelde heeft sinds augustus vorig jaar contact met de reclassering in het kader van een machtiging proefverlof en die contacten verlopen naar wens.
De terbeschikkinggestelde kan worden gezien als een beperkte man die ondanks een vrij stabiel functioneren in het afgelopen jaar nog langere tijd ondersteuning en toezicht nodig zal hebben. Hij is sterk afhankelijk van de begeleiding van Stichting Domus. Bij lichte tegenslagen ervaart de terbeschikkinggestelde al behoorlijk wat stress en hij heeft gezien zijn persoonlijkheidsstoornis nog altijd zeer veel moeite om zelfstandig zijn impulsen te reguleren. Daarbij is de pedofilie onveranderbaar en lijkt hij niet altijd in staat om zichzelf te sturen in risicovolle situaties. Het recidiverisico bij een direct hypothetisch ontslag en bij het wegvallen van de begeleiding wordt als onverminderd hoog ingeschat. De verwachting is dat eind 2012 dan wel begin 2013 mogelijk aan de reclassering een verzoek kan worden gedaan om een rapport inzake de voorwaardelijk beëindiging van de dwangverpleging op te maken. De kliniek adviseert om de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
De deskundige heeft ter zitting nog toegelicht dat de reclassering de begeleiding van de terbeschikkinggestelde heeft overgenomen van de kliniek. Het is van belang dat het verdere traject stap voor stap wordt doorlopen. Zeker het laatste half jaar heeft de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling laten zien. Als de terbeschikkinggestelde deze positieve ontwikkeling voortzet kan de reclassering begin volgend jaar aan de slag met een rapport in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Op dit moment is het daar nog te vroeg voor. Het komende jaar moet worden bezien of de recente positieve ontwikkeling zich voortzet.
3 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen nu gebleken is dat er sprake is van een positieve ontwikkeling, maar het komende jaar nog nodig is om onder begeleiding deze positieve ontwikkeling voort te zetten en het recidivegevaar verder te verminderen. De officier van justitie heeft er op gewezen dat als het zo goed blijft gaan volgend jaar wellicht een voorwaardelijke beëindiging in zicht komt.
4 Het standpunt van de verdediging en de terbeschikkinggestelde
De verdediging heeft aangevoerd dat de terbeschikkinggestelde het traject niet te snel wil laten gaan. Hij heeft op dit moment baat bij de medicatie, is tevreden met de hulp van Stichting Domus en hij vindt dat hij door de reclassering goed wordt begeleid. De verdediging kan zich verenigen met het advies om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, zodat het komende jaar nog gewerkt kan worden aan een aantal leerpunten. De verdediging meent dat het wenselijk is om in de loop van komend jaar toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
De terbeschikkinggestelde heeft nog naar voren gebracht dat hij het naar zijn zin heeft bij Stichting Domus. Hij merkt dat hij vorderingen maakt en dat het steeds beter met hem gaat, maar dat er nog een aantal puntjes zijn waar aan gewerkt moet worden. De terbeschikkinggestelde is het eens met het advies om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
5 Het oordeel dan de rechtbank
Uit het vonnis van deze rechtbank van 3 maart 1998 volgt dat de terbeschikkingestelde is veroordeeld tot onder meer terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten ontucht met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 13 september 2010.
Het is de rechtbank gebleken dat er sprake is van een positieve ontwikkeling. De rechtbank heeft waardering voor de positieve uitstraling van de terbeschikkinggestelde en zijn meewerkende houding. Het is de rechtbank uit het adviesrapport en uit de toelichting van de deskundige gebleken dat de terbeschikkinggestelde het erg goed doet, maar dat er nog stappen gezet moeten worden om tot een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te kunnen komen en dat deze stappen gedoseerd genomen moeten worden. De rechtbank zal daarom de vordering van de officier van justitie om zowel de terbeschikkingstelling als de dwangverpleging met één jaar te verlengen toewijzen, nu de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dat nu nog eisen.
De rechtbank merkt daarbij wel op dat als de positieve ontwikkelingen zich voortzetten daar gevolg aan moet worden gegeven en het komende jaar moet worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Daarbij is wenselijk dat de reclassering vóór de volgende verlengingszitting rapporteert over die mogelijkheid en over de daarbij te stellen voorwaarden.
6 De beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.A. Brouwer, voorzitter, mr. M.J. Grapperhaus en
mr. P.C.L.M. Ficq, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. K.F. van Dam en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 september 2012.
Mr. Brouwer is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.