ECLI:NL:RBUTR:2012:BY0908
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor overtreding van de Wet wapens en munitie met recidive
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 27 september 2012, is de verdachte veroordeeld voor het in bezit hebben van een vuurwapen en munitie van categorie III, in strijd met de Wet wapens en munitie. De verdachte, die eerder ook al was veroordeeld voor vergelijkbare overtredingen, had een pistool van het merk Pietro Beretta, model 9000S, en zes scherpe patronen van het kaliber 9mm Para in zijn woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het vuurwapen en de munitie gedurende een periode van ongeveer anderhalve tot twee maanden in zijn bezit had. De verdachte heeft bekend dat het vuurwapen en de munitie van hem waren, maar voerde aan dat hij deze had aangeschaft ter verdediging.
De rechtbank oordeelde dat het bezit van vuurwapens en munitie een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen vormt en dat er streng moet worden opgetreden tegen ongecontroleerd bezit. Gezien de ernst van het feit en de recidive van de verdachte, achtte de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf van vier maanden passend. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de richtlijnen voor dergelijke feiten, die een gevangenisstraf van vier maanden indiceren. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de bewijsvoering en de omstandigheden van de zaak zorgvuldig hebben gewogen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, omdat deze niet bewezen konden worden. De beslissing is genomen in het kader van de geldende wettelijke voorschriften, waaronder artikel 26 van de Wet wapens en munitie en artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht.