ECLI:NL:RBUTR:2012:BX9979

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
10 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/700540-12
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak voor voorbereiding van diefstal met geweld in vereniging

Op 10 september 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1986 en woonachtig in Utrecht, die werd beschuldigd van de voorbereiding van diefstal met geweld in vereniging. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. R.P. den Otter en de rechters mr. M.S. Koppert en P.P.C.M. Waarts, met mr. M.J.C.J. Evers als griffier. De verdachte had een raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat te Utrecht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten gepresenteerd tijdens de zitting op 27 augustus 2012. De tenlastelegging hield in dat de verdachte in de periode van 14 tot en met 17 maart 2012 zich had voorbereid op diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging door een telefoon en/of vervoermiddel te verwerven of voorhanden te hebben.

Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging. Zowel de officier van justitie als de verdediging hadden vrijspraak bepleit. De rechtbank oordeelde dat, zelfs als er gesproken zou kunnen worden van voorbereidingshandelingen, niet kon worden vastgesteld dat deze handelingen betrekking hadden op het in de tenlastelegging genoemde misdrijf. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 700540-12 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 september 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1986]
wonende aan het [adres], [woonplaats]
raadsman mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat te Utrecht.
1. Onderzoek van de zaak
De zaak is gelijktijdig doch niet gevoegd behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (parketnummer 16/655598-12), [medeverdachte 2] (parketnummer 16/700421-12) en [medeverdachte 3] (parketnummer 16/700420-12) op de terechtzitting van 27 augustus 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2. De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 14 maart 2012 tot en met 17 maart 2012 ter voorbereiding van het misdrijf diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging een telefoon en/of een vervoermiddel heeft verworven dan wel voorhanden heeft gehad.
3. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De beoordeling van het bewijs
4.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich aan het ten laste gelegde feit schuldig heeft gemaakt en heeft vrijspraak gevorderd.
4.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft eveneens vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit.
4.3. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat voorzover gelet op de in het dossier aanwezige stukken al gesproken zou kunnen worden van voorbereidingshandelingen, niet kan worden vastgesteld dat deze voorbereidingshandelingen betrekking hebben gehad op het in de tenlastelegging genoemde misdrijf.
De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en zal hem dan ook van dat feit vrijspreken.
5. De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. den Otter, voorzitter, mr. M.S. Koppert en P.P.C.M. Waarts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C.J. Evers, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 10 september 2012.