ECLI:NL:RBUTR:2012:BX9025
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. den Otter
- M.S. Koppert
- P.P.C.M. Waarts
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen en medeplichtigheid bij overval op slijterij
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 10 september 2012, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van medeplegen en medeplichtigheid aan een overval op een slijterij. De zaak betreft een overval die op 1 maart 2012 heeft plaatsgevonden, waarbij de aangever, de heer [aangever 1], werd bedreigd en verwond met een mes. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, stellende dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verdediging heeft deze vrijspraak bepleit, en de rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de overval te bevestigen.
De rechtbank heeft in haar oordeel gewezen op de verklaringen van getuigen die stelden dat de verdachte ten tijde van de overval thuis was. Daarnaast was er onvoldoende bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de overval of dat hij zijn auto had uitgeleend voor dit doel. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten die aan de schade ten grondslag lagen.
De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf afgewezen, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan een nieuw strafbaar feit. De beslissing van de rechtbank was dus om de verdachte vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten en de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren.