12. De rechtbank kan, anders dan eiseres ter zitting heeft betoogd, verweerder volgen in het uitgangspunt dat in beginsel van een werkgever mag worden verwacht dat deze al het mogelijke doet om de re-integratie van zijn zieke werknemer te bevorderen. Daaronder valt ook dat wordt onderzocht of een werknemer deeltaken van zijn eigen werk kan verrichten en waarvoor zonodig geringe aanpassingen in (de organisatie ) van het werk worden aangebracht. Daaronder valt ook de aanpassing dat een collega circa 44 kilometer omrijdt om een zieke werknemer mee te nemen naar de diverse werkobjecten.
De vraag is evenwel; zijn er in de situatie van deze werkneemster in voldoende mate geschikte werkzaamheden die zij had kunnen verrichten ter bevordering van haar re-integratie. Eiseres heeft ter zitting uitgelegd dat het werk van koffieautomaten operator een vaste werkvolgorde kent, met als doel dat geen stappen in het proces worden overgeslagen. Daarbij heeft eiseres ter zitting uitgelegd dat invoering van gegevens in de handterminal slechts een zeer gering onderdeel is van alle taken in deze functie en dat er verder geen andere geschikte werkzaamheden zijn die de werkneemster zou kunnen uitvoeren. Ter zitting is uitgelegd dat de werkneemster voor haar uitval wekelijks 10 tot 15 klanten bezocht in de regio Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal. Als er uitvoering gegeven was gegeven aan de opvatting van de arbeidsdeskundige van verweerder, dan zou de werkneemster gedurende de dag meelopen met haar collega en aan het einde van elk bezoek een paar minuten de handterminal mogen bedienen. De rechtbank is met eiseres van oordeel dat dit taakonderdeel van de gehele werkzaamheden, zoals die ook naar voren komen in de functiebeschrijving, te gering van omvang is om de werkneemster op te dragen. Dat het verrichten van deze werkzaamheden een verlichting zou opleveren voor de collega van de zieke werkneemster vermag de rechtbank evenmin in te zien, het levert juist een extra moment van gegevensoverdracht op waar fouten in gemaakt kunnen worden.
De verwijzing van verweerder in dit kader naar het arrest [C]/[D] volgt de rechtbank evenmin. In die uitspraak ging het immers om een gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemer met een vast dienstverband die nog een substantieel deel van zijn werkzaamheden kon doen, terwijl het in de onderhavige zaak gaat om een werkneemster die volledig arbeidsongeschikt is voor haar eigen werk en slechts een geringe taak van haar werk kan uitvoeren.
De stelling van verweerder dat de werkneemster nieuwe collega’s had kunnen instrueren, is door verweerder niet nader uitgelegd. In de stukken heeft de rechtbank hierover evenmin aanknopingspunten gevonden, zodat verweerder hierin evenmin wordt gevolgd.
Ten slotte is niet in geschil dat er op het niveau van de werkneemster (lbo-niveau) in de omgeving van de werkneemster geen andere geschikte lichte werkzaamheden voorhanden waren.
Uit het voorgaande volgt dat, nu er onvoldoende geschikte werkzaamheden voorhanden waren die aan de werkneemster opgedragen hadden kunnen worden, verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres onvoldoende re-integratieactiviteiten heeft verricht. Verweerder heeft daarom ten onrechte de ZW-uitkering op eiseres verhaald.