parketnummer: 16/655917-12 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 september 2012
[verdachte]
geboren op [1988] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans gedetineerd in de P.I. Utrecht, Huis van Bewaring, locatie Nieuwegein
raadsman mr. P.G.M. Lodder, advocaat te Utrecht
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 12 september 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: op 6 juni 2012 [slachtoffer 1] heeft verkracht;
Feit 2: in de periode van 6 juni 2012 tot en met 9 juni 2012 heeft geprobeerd [slachtoffer 1] af te persen en af te dreigen;
Feit 3: in de periode van 25 mei 2012 tot en met 9 juni 2012 [slachtoffer 1] door bedreiging met smaad heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat de rechtbank bevoegd is, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte hetgeen aan hem onder de feiten 1, 2 en 3 ten laste is gelegd heeft begaan. De officier van justitie baseert zich daarbij met name op de aangifte van [slachtoffer 1], de auditu verklaringen van [getuige], [getuige 2] en [getuige 3], de processen-verbaal van bevindingen, de aangetroffen Whats-app berichten, foto’s en filmpjes op de I-phone van verdachte en de verklaringen van verdachte, die op onderdelen de verklaringen van [slachtoffer 1] ondersteunen.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van hetgeen onder feit één aan verdachte ten laste is gelegd. De raadsman heeft ten aanzien hiervan aangevoerd dat op grond van de stukken en verklaringen, zoals deze zich in het dossier bevinden, niet bewezen kan worden dat er sprake is geweest van verkrachting van [slachtoffer 1]. Zij heeft bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting verklaard dat er van verkrachting geen sprake is geweest. Zij heeft aangegeven wat haar motieven zijn geweest om een valse aangifte te doen bij de politie.
De verdediging is van mening dat op de beelden niet iemand is te zien die gedwongen wordt seksuele handelingen te verrichten. De dwang die wordt gesteld door de officier van justitie wordt niet waargenomen door de verdediging. Er is onvoldoende bewijs dat er sprake was van geweld, bedreiging met geweld of andere feitelijkheden jegens [slachtoffer 1]. De verdediging stelt zich daarom op het standpunt dat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
De verdediging is tevens van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het tweede ten laste gelegde feit. Verdachte geeft toe dat de teksten die hij naar [slachtoffer 1] heeft verstuurd niet fraai zijn, maar verklaart dat hij nimmer heeft gehandeld met het oogmerk [slachtoffer 1] af te persen. De verdediging verzoekt de rechtbank dan ook om verdachte vrij te spreken van dit ten laste gelegde feit.
Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat [slachtoffer 1] ter terechtzitting nadrukkelijk heeft verklaard dat zij misbruik heeft gemaakt van de situatie en het gesprek tussen haar en verdachte zodanig heeft geleid dat het op dwang zou lijken. Het derde ten laste gelegde feit kan dan ook niet bewezen worden hetgeen betekent dat ten aanzien van dit feit eveneens vrijspraak moet volgen.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte de aan hem onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals in de bewezenverklaring vermeld.
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij op 6 juni 2012 is verkracht door verdachte. Verdachte heeft haar meegenomen naar zijn groothandel op de [adres] in Utrecht en aldaar de deur van het magazijn open gedaan. Verdachte vertelde aangeefster dat zij naar binnen moest. Binnen aangekomen zag aangeefster dat verdachte de deur van het magazijn met een sleutel op slot deed. Verdachte deed de deur van de wc open en zei op een boze toon: “ga naar binnen”. Aangeefster ging de wc in. Verdachte kwam achter haar de wc in en deed de deur van de wc op slot. Aangeefster en verdachte stonden in de wc met de gezichten naar elkaar toe. Verdachte zei toen: “begin maar wat ik je heb gezegd, je weet wat ik wil”. Verdachte zei: “doe mijn broek naar beneden”. Aangeefster zei tegen verdachte dat zij dit niet wilde. Verdachte deed aangeefster haar broek naar beneden tot op haar schoenen. Verdachte deed aangeefster haar onderbroek naar beneden. Hierna stak hij zijn hand onder haar trui en deed haar BH omhoog en raakte haar borsten aan. Verdachte zei toen: “ga nu maar doen wat ik wil”. Aangeefster zei dat ze dit niet wilde. Verdachte zei toen: “ga op je knieën”, “doe je mond open”. Toen pakte verdachte aangeefster haar hoofd en duwde deze naar zijn penis toe. Aangeefster moest haar mond open doen en de penis van verdachte in haar mond nemen. Hij hield haar hoofd met zijn handen vast. Verdachte duwde zijn penis steeds dieper in de keel van aangeefster waardoor zij moest kokhalzen. Aangeefster zei tegen verdachte dat ze dit niet wilde maar hij ging door. Als aangeefster stopte bracht verdachte haar hoofd weer naar zijn penis toe. Verdachte zei vervolgens dat aangeefster moest opstaan en zich moest omdraaien. Aangeefster moest van verdachte vooroverbuigen. Verdachte bracht zijn penis in haar vagina. Aangeefster gaf aan dat zij pijn had. Aangeefster moest zich weer omdraaien en weer knielen. Aangeefster moest de penis van verdachte weer in haar mond nemen. Zij moest toen weer opstaan en zich omdraaien. Verdachte deed zijn penis toen weer in aangeefster haar vagina.
Verdachte verklaarde bij de politie dat hij en aangeefster op een woensdag de week voor het verhoor naar de zaak zijn gereden. Verdachte stapte als eerste uit om de deur te openen en gaf aangeefster een seintje dat zij naar binnen kon komen. Verdachte en aangeefster liepen naar de wc toe. Aangeefster heeft de penis van verdachte in haar mond gehad. Zij heeft de penis van verdachte in haar vagina gehad. Verdachte heeft gefilmd met zijn I-phone dat aangeefster zijn penis in haar mond deed en hij zijn penis in haar vagina deed. De film is opgenomen in de wc van de zaak. Verdachte verklaarde dat het filmpje op zijn telefoon staat.
Verbalisanten [verbalisant 1] heeft de beelden afkomstig van de mobiele telefoon, I-phone, van verdachte bekeken en heeft van het verhandelde op de video met bestandsnaam img-3756 een beschrijving gegeven. Op die beelden was te zien dat aangeefster geknield zat voor verdachte. Aangeefster was verdachte aan het pijpen. Zij had de penis van verdachte in haar mond. Zij snoof haar neus. Aan de linkerzijde van haar gezicht, onderaan haar kaak, hing een druppel. Aangeefster maakte een kokhalzende beweging. Aangeefster draaide weg van de penis van verdachte en tufte van zich af. Aangeefsters benen waren ontbloot en haar slipje hing tussen haar enkels. Aangeefster zuchtte en nam de penis weer in haar mond. Zij begon verdachte weer te pijpen. Aangeefster snoof haar neus en gaf een lichte kreet welke klonk als inhouden van huilen. Aangeefster had betraande ogen. Haar wimpers waren vochtig. Aangeefster hervatte snikkend het pijpen. Aangeefster ging staan, keerde zich om en bukte voorover. De penis van verdachte verdween tussen de billen van aangeefster. Verdachte haalde zijn penis langzaam een klein stukje tussen haar billen vandaan. Zijn penis gleed daarna weer geheel tussen de billen vaan aangeefster.
Aangeefster heeft bij de politie verklaard dat verdachte haar chanteerde en zei dat hij foto’s en cd’s van haar in de brievenbus zou gooien. Aangeefster gaf aan dat verdachte ook in de Whats-app berichten had geschreven dat hij dit zou doen. Verdachte bleef doorgaan. Verdachte begon er ook over dat hij de vader van aangeefster in elkaar zou slaan en zou doden. Verdachte zei dat hij nog niet klaar was. Aangeefster was hem een bedrag schuldig van 1871 euro. Verdachte zei dat hij de vader van aangeefster wat wilde aandoen. Hij zei dat als aangeefster het bedrag niet dezelfde dag nog zou betalen hij de foto’s en video’s die hij van haar had op cd aan haar vader zou sturen. Verdachte zou video’s van aangeefster door de brievenbussen doen in de straat waar aangeefster woonde. Verdachte zei tegen aangeefster dat iemand naar het graf zou gaan. Aangeefster verklaarde dat dit allemaal in de Whats-app berichten staat. Verdachte wilde dat aangeefster alvast 871 euro aan hem overmaakte. Indien zij dat niet deed zou verdachte foto’s die hij al had klaargemaakt aan haar zus sturen. Verdachte liet weten dat aangeefster nog kort de tijd had om het geld te betalen, anders zou hij de foto’s aan haar zussen versturen.
Verdachte verklaarde bij de politie dat aangeefster onderhands een lening van hem had gekregen. Het totaalbedrag was boven de duizend euro.
Verdachte stuurde in de periode van 6 juni 2012 tot en met 9 juni 2012 de volgende berichten via Whats-app naar aangeefster. “Dat geld krijg ik terug, met jou te neuken en je vader te slaan”. “Betaal tot vanavond 1875 euro”. “Morgen schiet ik hem waar ik hem zie”. “Maar ik zal iemand het graf in sturen”. “Ik zal hem persoonlijk het graf in stoppen”. “Je vader is toch altijd thuis”, “Ik stuur die film naar hem”. “1, ik ga die foto naar je zussen sturen”. “2, de video stuur ik naar je eerloze vader”. “Als ik al die bloot, seksfoto’s en video’s niet naar iedereen zal verzenden, ik doe het zowaar ik [verdachte] heet”. “Daarna gooi ik door de brievenbus van iedereen de foto’s”. “De surprise voor je zussen ben ik mee bezig”. “Heb het uitgezocht welke foto’s en video’s ik ga versturen 1 tik op de knop en ik verstuur ze”.
Aangeefster verklaarde bij de politie dat zij foto’s van zichzelf moest maken voor verdachte. Zij maakte deze foto’s met haar telefoon en stuurde deze aan hem. Aangeefster werd door verdachte gechanteerd. Zij moest de foto’s opsturen anders zou hij beelden van haar versturen. Verdachte zei dat als aangeefster het niet zou doen hij dan alles wat hij al aan foto’s en video’s had bij mensen in de brievenbus zou stoppen. Verdachte zei dat aangeefster een voorwerp moest pakken en moest doen alsof zij seks met verdachte had. Zij moest dit opsturen aan verdachte. Aangeefster moest foto’s van haar kont maken en deze via Whats-app opsturen aan verdachte.
Verdachte verstuurde de volgende berichten in de periode 25 mei 2012 tot en met 5 juni 2012 te Nederland en Turkije aan aangeefster via Whats-app. “Van top tot teen naakt”. “String en naakt voorover gebukt”. “Als jij gaat blokkeren ga ik met je zus praten”. “Sexy slip op z’n hondjes maar met de goede camera nemen”. “Steek iets diks in je mond alsof je mij aan het pijpen bent”. “Ik ben nog niet klaar met je”. “Schiet op!!! strip + pijp filmpje apart”. “Ik weet in welke positie en machteloosheid je verkeerd”. “Ik ga die kont van je neuken”. “Dan stop je pen helemaal in je mond. En laat het zien via video dat de pen er helemaal in kan”.
Nadere bewijsoverweging: betrouwbaarheid verklaring
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting betoogd dat de verklaringen die aangeefster [slachtoffer 1] bij de politie heeft afgelegd onbetrouwbaar zijn.
De rechtbank overweegt dat aangeefster [slachtoffer 1] op 8 juni 2012 een informatief gesprek heeft gehad bij de politie waarin zij vertelt dat zij is verkracht door verdachte en door hem wordt gechanteerd. Op 9 juni 2012 doet verdachte aangifte. Zij legt een uitgebreide, gedetailleerde verklaring af, een verklaring die consistent is met het informatief gesprek bij de politie. Aangeefster was tijdens haar aangifte bij de politie emotioneel. Zij huilde vrijwel continu en ging nog harder huilen toen ze vertelde dat zij was verkracht.
De verklaring van aangeefster is niet het enige bewijsmiddel. Een substantieel deel van het bewijs van de verkrachting komt van het filmpje, zoals te zien op de bij verdachte inbeslaggenomen telefoon. Verdachte verkrachtte aangeefster en filmde dit deels met zijn I-phone.
De verklaring van aangeefster bij de politie wordt bovendien ondersteund door de verklaringen die de getuigen [getuige 2], [getuige 3] en [getuige] hebben afgelegd bij de politie. Tegenover deze getuigen legde aangeefster grotendeels gelijkluidende verklaringen als bij de politie af. Ook hebben deze getuigen bij de politie verklaard over de emoties van aangeefster toen zij hen vertelde over de verkrachting. [getuige 2] verklaarde dat aangeefster erg emotioneel was en huilde. [getuige 3] verklaarde dat aangeefster heel erg angstig en verdrietig was.
Aangeefster reageerde op 22 juni 2012 zeer opgelucht toen zij werd gebeld door een verbalisant die haar mededeelde dat de gevangenhouding van verdachte was verlengd met 90 dagen. Aangeefster gaf in dezelfde periode bij de casemanager van slachtofferhulp aan dat zij het vervelend vond dat verdachte haar belde vanuit het huis van bewaring en haar vertelde dat hij met haar wilde trouwen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het bovenstaande het scenario van een valse aangifte niet verenigbaar is met het bewijs en de hiervoorgenoemde omstandigheden en overweegt overigens hierbij het volgende.
Op 4 juli 2012 schreef aangeefster een brief aan de officier van justitie waarin zij verzocht de vervolging te staken. Zij gaf niet aan dat zij valse aangifte had gedaan. Integendeel, aangeefster sprak in de brief van verkrachting en chantage. Zij gaf aan dat verdachte spijt had en dat hij zelf had gezegd dat een dier niet zo fout bezig kon zijn. Aangeefster had verdachte vergeven en wilde met verdachte trouwen.
Op vrijdag 29 juni 2012 verklaarde getuige [getuige 3] bij de politie dat de familie [verdachte] mensen op hen afstuurde om een huwelijksaanzoek te doen.
Op 30 juni 2012 belde de vader van verdachte, [verdachte], met de politie en deelde hen mede dat de familie [slachtoffer 1] akkoord is gegaan met het huwelijk tussen aangeefster en verdachte.
De rechtbank leidt uit deze omstandigheden af dat er druk op aangeefster en haar familie is uitgeoefend nadat aangeefster aangifte heeft gedaan welke heeft geresulteerd in haar verklaringen bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting.
De rechtbank acht de uitleg die aangeefster ter terechtzitting geeft voor het doen van een valse aangifte ongeloofwaardig.
De rechtbank acht de verklaring zoals aangeefster die bij de politie heeft afgelegd zowel betrouwbaar als geloofwaardig en zal deze verklaring dan ook onverkort voor het bewijs gebruiken.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 6 juni 2012 te Utrecht door bedreiging met geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit, of mede bestonden uit, het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], namelijk het door verdachte:
- eenmaal betasten van de borsten van die [slachtoffer 1] en
- meermalen brengen en houden van de penis in de mond van die
[slachtoffer 1] en
- meermalen met de penis penetreren van de vagina van die [slachtoffer 1];
en de bedreiging met geweld en feitelijkheden hebben bestaan uit:
- het doorgaan met het verrichten van seksuele handelingen, terwijl die [slachtoffer 1] kenbaar had gemaakt niet, of niet verder te willen en
- het doorgaan met seksuele handelingen terwijl die [slachtoffer 1] kenbaar had gemaakt dat hij, verdachte, haar pijn deed, althans dat zij, [slachtoffer 1], pijn had en
- misbruik te maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en
- het creëren van een bedreigende situatie voor die [slachtoffer 1] onder meer door:
o het op slot draaien van de deur van het magazijn waar hij, verdachte, die [slachtoffer 1] naar toe had gebracht en
o het vervolgens op boze toon tegen die [slachtoffer 1] zeggen dat die [slachtoffer 1] de WC in moest gaan en
o het op slot draaien van de WC deur, nadat hij, verdachte, en die [slachtoffer 1] de WC binnen waren gegaan en
o tegen die [slachtoffer 1] zeggen: “Begin maar wat ik je heb gezegd, je weet wat ik wil” en "Doe mijn broek naar beneden" en
o het naar beneden trekken/uittrekken van de broek en onderbroek van die [slachtoffer 1] en vervolgens eenmaal zeggen: “Ga nu maar doen wat ik wil” en nadat [slachtoffer 1] had gezegd dat ze niet wilde “Ga op je knieën” en “Doe je mond open” en
o meermalen met een hand het hoofd van die [slachtoffer 1] vasthouden en steeds tegen het achterhoofd van die [slachtoffer 1] duwen en aldus die [slachtoffer 1] te dwingen om hem, verdachte, te pijpen en
o tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat ze op moest staan en zich om moest draaien, voor over moest buigen of knielen;
op meer tijdstippen in de periode van 6 juni 2012 tot en met 9 juni 2012 te Utrecht, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld en door bedreiging met openbaarmaking van een geheim [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 1875 euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1], immers heeft hij, verdachte,
- meermalen bedreigende taal geuit en naar die [slachtoffer 1] Whats-app berichten verzonden, inhoudende onder meer "Dat geld krijg ik terug, met jou te neuken en je vader te slaan" en "Morgen schiet ik hem waar ik hem zie” en "Maar ik zal iemand het graf in sturen" en "Ik zal hem persoonlijk het graf instoppen” en
- meermalen bedreigende Whats-app berichten waarin hij, verdachte, dreigde seksueel getinte foto’s en films van die [slachtoffer 1] openbaar te maken naar die [slachtoffer 1] verzonden, onder meer inhoudende: “Je vader is toch altijd thuis” en “Ik stuur de film naar hem,” en “Als ik al die bloot, seksfoto’s en video’s niet naar iedereen zal verzenden, ik doe het zowaar ik [verdachte] heet” en "Daarna gooi ik door de brievenbus van iedereen de foto's" en "De surprise voor je zussen ben ik mee bezig" en "1, ik ga de foto naar je zussen sturen”en “2, de video ga ik naar je eerloze vader sturen" en "Heb het uitgezocht welke foto's en video’s ik ga versturen 1 tik op de knop en ik verstuur ze", zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
op meer tijdstippen in de periode van 25 mei 2012 tot en met 9 juni 2012 te Utrecht, althans in Nederland en/of in Turkije door bedreiging met geweld en andere feitelijkheden, waaronder het misbruik maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en de bedreiging met openbaarmaking van een geheim, [slachtoffer 1] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, zijnde en hebbende verdachte,
- die [slachtoffer 1] gedwongen om van zichzelf filmpjes of foto’s te maken van seksuele handelingen (pijpen/in de mond nemen van voorwerpen, filmen en fotograferen van striptease), dan wel foto’s of filmpjes te maken waarop die [slachtoffer 1] naakt in beeld was, en deze foto’s en filmpjes aan hem, verdachte, op te sturen, onder meer door die [slachtoffer 1] Whats-app berichten te versturen onder meer inhoudende: “Van top tot teen naakt” en “String naakt voorover gebukt” en “Als jij gaat blokkeren ga ik met je zus praten” en “Sexy slip op z’n hondjes maar met de goede camera nemen” en “Steek iets diks in je mond alsof je mij aan het pijpen bent”en “Ik ben nog niet klaar met je”en “Schiet op!!! strip + pijp filmpje apart” en “Ik weet in welke positie en machteloosheid je verkeert” en “Ik ga die kont van je neuken” en “Dan stop je pen helemaal in je mond. En laat het zien via video dat de pen er helemaal in kan”;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Feit 1: verkrachting;
Feit 2: poging tot afpersing en afdreiging, meermalen gepleegd;
Feit 3: een ander door bedreiging met smaad dwingen iets te doen, meermalen gepleegd;
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van vier jaren en zes maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht bij de strafoplegging een afgewogen beslissing te nemen waarbij alle aspecten aan de orde komen en er rekening wordt gehouden met de merites van deze zaak. De eis van de officier van justitie is niet in verhouding. Verdachte dient vrijgesproken te worden van feit 1, 2 en 3. Indien feit 2 kan worden bewezen moet worden volstaan met een straf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zijn (ex)vriendin [slachtoffer 1] verkracht, verdachte heeft geprobeerd haar af te persen en af te dreigen onder de dreiging van het openbaar maken van seksueel getinte foto’s en heeft haar gedwongen seksueel getinte foto’s en filmpjes van haarzelf te maken en deze aan hem op te sturen. Verdachte heeft een zeer bedreigende en angstige situatie veroorzaakt voor [slachtoffer 1], hetgeen ook blijkt uit haar verklaringen en gedrag bij de politie. [slachtoffer 1] was bang. Zij was bang voor de reactie van haar vader als het verhaal, de foto’s en filmpjes zouden uitkomen, ze was bang voor de eer van haar familie. Verdachte heeft op geen enkele wijze respect getoond voor de geestelijke en lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1]. Hij heeft bij het plegen van de feiten geen enkele rekening gehouden met de gevoelens van [slachtoffer 1] en heeft uitsluitend gedacht aan de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften en aan zijn eigen financieel voordeel. Verdachte heeft daarbij geprobeerd misbruik te maken van de zwakte en angsten van [slachtoffer 1]. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van ernstige feiten en rekent deze verdachte zwaar aan.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 31 juli 2012 blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De rechtbank zal hiermee in het voordeel van verdachte rekening houden.
De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van de psycholoog dr. A. van der Donk van 2 augustus 2012 en het rapport van de reclassering van 25 juli 2012, opgemaakt door H. Wiebe, reclasseringswerker.
Uit het rapport van de psycholoog volgt dat verdachte functioneert op een gemiddeld intelligentieniveau. Bij verdachte is geen sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en geen sprake van een gebrekkige ontwikkeling, daarom kan niet gesproken worden over een verband tussen stoornis en delict. Verdachte heeft aangegeven dat hij het niet zo ver had mogen laten komen. Verdachte heeft spijt van hetgeen hij heeft gedaan. Gezien het ontbreken van een ziekelijke stoornis dan wel een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens blijft een gedragskundig advies ten aanzien van behandeling of begeleiding achterwege.
Uit het reclasseringsrapport volgt dat er geen inschatting van het recidiverisico mogelijk is. De reclassering kan gezien de tegenstrijdige uitingen van het slachtoffer en verdachtes ontkenning van een deel van het tenlastegelegde geen uitspraak doen over het recidiverisico. Het is de reclassering niet mogelijk een inschatting te maken van het risico op letselschade. Vanwege de verschillende verklaringen omtrent het tenlastegelegde, de motivatie die zowel het slachtoffer als verdachte uitspreken om aan de problemen te werken en het feit dat verdachte nog niet eerder is veroordeeld, is het moeilijk te zeggen of er een gevaarsrisico is voor het slachtoffer. De reclassering adviseert om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldingsgebod en een behandelverplichting.
Alles overziende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, op zijn plaats is.
7 Het beslag
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de inbeslaggenomen I-phone van verdachte verbeurd te verklaren.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank om de inbeslaggenomen I-phone terug te geven aan verdachte.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
De inbeslaggenomen I-phone is vatbaar voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat de bewezen verklaarde feiten zijn begaan met behulp van dit inbeslaggenomen voorwerp.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 45, 57, 242, 284, 317 en 318 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: verkrachting;
feit 2: poging tot afpersing en afdreiging, meermalen gepleegd;
feit 3: een ander door bedreiging met smaad dwingen iets te doen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten I-phone.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.E.M. Kranenbroek, voorzitter, mr. C.S.K. Fung Fen Chung en mr. P.P.C.M. Waarts, rechters, in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 september 2012.