ECLI:NL:RBUTR:2012:BX7342

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/070195-97
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met schizofrenie

In de zaak met parketnummer 16/070195-97 heeft de rechtbank Utrecht op 14 augustus 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1971 in Marokko. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, na een zorgvuldige afweging van de risico's en de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde. De risicotaxatie van juli 2012 wees uit dat het recidiverisico op korte termijn als matig en op lange termijn als hoog werd ingeschat, maar dat het risico op onttrekking en recidive bij opname in een GGZ-instelling als laag werd beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat verdere behandeling binnen de TBS-structuur geen meerwaarde heeft, gezien de inspanningen die al zijn geleverd en de huidige stabiliteit van de terbeschikkinggestelde.

De rechtbank heeft daarbij de deskundigenrapporten in overweging genomen, waaronder het advies van het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte, dat een onvoorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel adviseerde, mits de terbeschikkinggestelde aansluitend kan worden opgenomen in De Voorde, een afdeling van de Dr. H. van der Hoevenkliniek. De rechtbank oordeelde dat De Voorde voldoende garanties biedt voor de veiligheid van de samenleving en dat een TBS-kader niet meer vereist is. De beslissing om de vordering van de officier van justitie af te wijzen, werd genomen na het horen van de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen tijdens de zitting op 7 augustus 2012. De rechtbank heeft de zaak op 21 augustus 2012 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/070195-97
Beslissing afwijzing verlenging terbeschikkingstelling
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats] (Marokko),
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte te Rekken,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 16 maart 1998 waarbij de terbeschikkinggestelde ter zake van een poging afpersing is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden en waarbij aan terbeschikkinggestelde TBS met dwangverpleging is opgelegd. De TBS is aangevangen op 16 juli 1998;
- de beslissing van deze rechtbank van 26 juli 2010, waarbij de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling is verlengd voor de duur van twee jaar;
- een verlengingsadvies van het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Oldenkotte d.d. 15 mei 2012, opgesteld door M. Hanoeman (hoofd behandeling/psychiater) en J.H.M. Nijhuis (directeur/hoofd van de inrichting), inhoudende een advies tot onvoorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel, mits betrokkene na het beëindigen daarvan aansluitend met een rechterlijke machtiging kan worden opgenomen in De Voorde, een afdeling van de Dr. H. van der Hoevenkliniek;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte] over de periode van mei 2010 tot en met mei 2012;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 13 juni 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met één jaar;
- het proces-verbaal terechtzitting van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank d.d. 25 juli 2012;
- de conclusie risicotaxatie betreffende de terbeschikkinggestelde [verdachte], opgemaakt in juli 2012 door W.H. van Veen en M. Hanoeman;
- een beslissing van de rechtbank Zutphen (RM) d.d. 27 juli 2012, waarbij ten aanzien van [verdachte] voornoemd een voorlopige machtiging tot opname en verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis “Van der Hoevekliniek” te Utrecht, dan wel enig ander psychiatrisch ziekenhuis in Nederland op grond van de wet BOPZ is verleend voor de duur van zes maanden.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting, dat op 7 augustus 2012 is voortgezet, is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort. Voorts zijn gehoord de deskundigen W.H. van Veen (psycholoog/behandelcoördinator FPC Oldenkotte) en J. Koops (opnamecoördinator bij afdeling De Voorde, onderdeel van de dr. H. van der Hoevenkliniek) gehoord.
3 Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Ter zitting van 7 augustus 2012 heeft de rechtbank de officier van justitie en de raadsman verzocht zich uit te laten over de vraag of de uitspraak van de kleine kamer van het Europese Hof van de Rechten van de Mens (verder EHRM) van 31 juli 2012 in de zaak van [X] tegen Nederland relevant is voor de onderhavige zaak. Met de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank de tbs niet gemaximeerd en dus verlengbaar. De officier van justitie is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
4 Het standpunt van de inrichting en de deskundigen
De rechtbank heeft kennis genomen van de voornoemde rapportage van het FPC Oldenkotte. De deskundige W.H. van Veen heeft het standpunt van de inrichting nader toegelicht. De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van het standpunt van J. Koops.
4.1 Het standpunt van de inrichting
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie van het paranoïde type, een persoonlijkheidsstoornis (NAO) en middelenproblematiek. Afhankelijk van het type medicatie kent hij perioden waarin hij fors verward is en er sprake is van ontremd en (verbaal) agressief gedrag. Deze perioden wisselen af met perioden waarin betrokkene stabieler functioneert en meer in de realiteit leeft. In het gedrag van betrokkene is met regelmaat de zeer beperkte draagkracht en -frustratietolerantie zichtbaar.
Bij het afnemen van directe zorg en toezicht vervalt betrokkene snel in medicatieontrouw en middelengebruik, waardoor hij psychotisch gaat functioneren en het recidiverisico snel toeneemt. Om stabiel te blijven functioneren, behoeft betrokkene voor de rest van zijn leven medicamenteuze behandeling en een behoorlijke mate van externe structuur en ondersteuning.
Uit de risicotaxatie van juli 2012 volgt dat het recidiverisico op een gewelds- en/of seksueel delict bij het wegvallen van de huidige TBS-structuur, op korte termijn als matig en op lange termijn als hoog wordt getaxeerd. Het risico op onttrekking en recidive bij een verblijf in een GGZ-instelling in het kader van een rechterlijke machtiging wordt als laag getaxeerd.
De deskundige Van Veen heeft ter zitting verklaard dat verdere behandeling en therapie van betrokkene in het kader van de TBS-maatregel geen enkele meerwaarde meer heeft. Op dat gebied is bij betrokkene thans het maximaal haalbare bereikt. Sinds betrokkene geen behandeling meer krijgt, functioneert hij stabieler. Betrokkene is medicatietrouw en gebruikt al langere tijd geen middelen. Een opname in De Voorde biedt voldoende waarborgen op het gebied van veiligheid, structuur en begeleiding.
De deskundige adviseert, gelet op de door de rechtbank Zutphen afgegeven voorlopige machtiging, een onvoorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel.
4.2 Het standpunt van J. Koops
Deze deskundige heeft – zakelijk weergeven – verklaard dat De Voorde een onderdeel is van de Dr. H. van der Hoevenkliniek. De Voorde is een TBS-kliniek op het terrein van Zon en Schild te Amersfoort, werkt samen met Zon en Schild en is bedoeld voor personen met een psychiatrische problematiek die moeilijk of niet in de reguliere psychiatrie terecht kunnen. Er zitten zowel personen met een TBS-titel als personen met een RM-titel.
De terbeschikkinggestelde is iemand die, gelet op zijn persoon en problematiek, geschikt is voor een plaatsing in De Voorde. Bij een overplaatsing van FPC Oldenkottte naar De Voorde worden de reeds lopende zaken en/of afspraken, zoals bijvoorbeeld betreffende medicatie en urinecontroles, binnen De Voorde voortgezet. Het veiligheidsniveau, de begeleiding en de structuur die De Voorde biedt zijn gelijk aan die van de Dr. Van der Hoevenkliniek. Dat geldt ook voor het traject van het verlof, de opbouw daarvan en het ingrijpen in geval zich een terugval en/of incident voordoet. In het geval zich incidenten met betrokkene voordoen, bijvoorbeeld onhandelbaarheid, kan betrokkene op de Klinische Interventie Behandelafdeling (KIB) van de Van der Hoevenkliniek geplaatst worden.
Bij een beoordeling ten behoeve van het al dan niet verlengen van de RM, zal een advies worden uitgebracht dat voldoet aan dezelfde voorwaarden als een advies dat uitgebracht wordt ten behoeve van een verlenging van een TBS-maatregel. Tussentijdse beëindiging van de RM op initiatief van de psychiater komt zonder rechterlijke tussenkomst niet voor.
5 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van de op 27 juli 2012 door de rechtbank Zutphen afgegeven voorlopige rechterlijke machtiging ten aanzien van de terbeschikkinggestelde, bezien in combinatie met hetgeen ter terechtzitting is behandeld en besproken de rechtbank verzocht de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen.
6 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De raadsman en de terbeschikkinggestelde verzoeken de rechtbank de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen. De raadsman heeft aangevoerd dat ter zitting is gebleken dat voldaan is aan de voorwaarden voor een beëindiging van de TBS-maatregel.
7 De beoordeling
Gelet op voormeld advies, de door de rechtbank Zutphen op 27 juli 2012 afgegeven voorlopige machtiging op grond van de wet BOPZ betreffende de terbeschikkinggestelde en gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen.
De rechtbank overweegt daartoe dat ook op grond van de actuele risicotaxatie het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen nog wel aanwezig is. Echter gebleken is dat een verdere behandeling en/of verblijf van de terbeschikkinggestelde binnen de TBS geen meerwaarde heeft. Gelet op de duur van het TBS-traject en de inspanningen die tijdens dat traject zijn verricht, is niet te verwachten dat verdere inspanning tot een ander resultaat zal leiden dan thans bij de terbeschikkinggestelde het geval is. De rechtbank is van oordeel dat, met name gelet op hetgeen de deskundige Koops naar voren heeft gebracht, De Voorde voldoende garanties biedt die de veiligheid van de samenleving waarborgen. Naar het oordeel van de rechtbank is een TBS-kader voor de terbeschikkinggestelde binnen De Voorde thans niet (meer) vereist.
8 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie d.d. 13 juni 2012 af.
Deze beslissing is gegeven door mr. V. van Dam, voorzitter, mr. M.J. Veldhuijzen en
mr. E.A.A. van Kalveen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G. van Engelenburg en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 augustus 2012.