ECLI:NL:RBUTR:2012:BX7342
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- V. van Dam
- M.J. Veldhuijzen
- E.A.A. van Kalveen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met schizofrenie
In de zaak met parketnummer 16/070195-97 heeft de rechtbank Utrecht op 14 augustus 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1971 in Marokko. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, na een zorgvuldige afweging van de risico's en de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde. De risicotaxatie van juli 2012 wees uit dat het recidiverisico op korte termijn als matig en op lange termijn als hoog werd ingeschat, maar dat het risico op onttrekking en recidive bij opname in een GGZ-instelling als laag werd beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat verdere behandeling binnen de TBS-structuur geen meerwaarde heeft, gezien de inspanningen die al zijn geleverd en de huidige stabiliteit van de terbeschikkinggestelde.
De rechtbank heeft daarbij de deskundigenrapporten in overweging genomen, waaronder het advies van het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte, dat een onvoorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel adviseerde, mits de terbeschikkinggestelde aansluitend kan worden opgenomen in De Voorde, een afdeling van de Dr. H. van der Hoevenkliniek. De rechtbank oordeelde dat De Voorde voldoende garanties biedt voor de veiligheid van de samenleving en dat een TBS-kader niet meer vereist is. De beslissing om de vordering van de officier van justitie af te wijzen, werd genomen na het horen van de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen tijdens de zitting op 7 augustus 2012. De rechtbank heeft de zaak op 21 augustus 2012 openbaar uitgesproken.