4.3 Het oordeel van de rechtbank
Getuige [getuige] zag op 13 mei 2012 omstreeks 00:10 uur vanaf zijn dakterras aan de [adres] te [woonplaats] twee mannen voor de Natuurwinkel aan de [adres] te [woonplaats] staan. Man 1 zag er als volgt uit: zwart petje, zwarte stoffen jas, zwarte broek, zwarte schoenen, normaal postuur, ongeveer 1.80 m lang. Het signalement van man 2 was: wit petje, donkere jas, blauwe spijkerbroek, witte sportschoenen, normaal postuur, ongeveer 1.80 m lang. Getuige zag dat naast beide mannen twee fietsen stonden tegen de Natuurwinkel aan. Getuige zag dat man 1 bij de ingangsdeur van de natuurwinkel ging staan en dat man 2 ongeveer twee meter voor de ingangsdeur ging staan. Getuige had het vermoeden dat man 2 op de uitkijk stond. Getuige zag niet precies wat man 1 deed bij de ingangsdeur, omdat man 1 met de rug naar getuige toe stond. Getuige zag dat man 1 bij man 2 kwam staan als er mensen langs liepen en hij zag dat dit ongeveer vier keer gebeurde. Getuige kreeg hierdoor het vermoeden dat de mannen probeerden de deur te forceren. Hij heeft vervolgens de politie gebeld. Toen getuige de politie aan de lijn had, zag getuige de mannen op hun fiets stappen en zag beide mannen richting het centrum fietsen. Getuige had vervolgens geen zicht meer op de mannen.
Verbalisant [verbalisant 1] surveilleerde op 13 mei 2012 te 00.16, samen met haar collega [verbalisant 2], per opvallende politiefiets en in politie-uniform gekleed op de openbare weg in Utrecht. Om 00:18 uur kreeg verbalisant een melding van een inbraak op heterdaad bij een natuurwinkel aan de [adres] te [woonplaats]. Verbalisant en haar collega fietsten, komende vanuit het centrum, over het fietspad aan de linkerzijde van de [adres]. Verbalisant zag twee mannen, die voldeden aan het door de meldkamer doorgegeven signalement, op de hoek van de [adres] met de Mgr. Van de Weteringstraat staan en zag dat de Natuurwinkel zich aan de overzijde van de [adres] bevond. De mannen hadden ieder een fiets bij zich en verbalisant zag dat de mannen schichtig om zich heen aan het kijken waren. Terwijl de mannen in de richting van verbalisant en haar collega keken, zag verbalisant dat de mannen kennelijk schrokken en direct hierna aanstalten maakten om weg te komen. Verbalisant zag dat haar collega achter verdachte [verdachte] aanfietste en medeverdachte [medeverdachte] rende weg in de richting van het centrum en is kort nadien aangehouden door collega’s van verbalisant. Verbalisant heeft één van de achtergelaten fietsen, een blauwe damesfiets met grijze fietstassen nader onderzocht.
Naast de fiets zag verbalisant het zwarte petje van medeverdachte [medeverdachte], dat verbalisant kort daarvoor van zijn hoofd zag vallen, liggen. In de fietstassen zag verbalisant een zwart breekijzer en een slotentrekker liggen. De fiets, het zwarte petje, het breekijzer en de slotentrekker zijn door verbalisant in beslag genomen.
Verbalisant [verbalisant 2] zag de verdachten in zijn richting kijken en zag bij beide verdachten een kennelijke schrikreactie. Verbalisant plaatste vervolgens zijn fiets voor beide verdachten en riep: ‘Politie, staan blijven’. Verdachte 1, die later opgaf te zijn genaamd [medeverdachte], was gekleed in donkere broek, donkere jas en een zwart petje. Verbalisant zag dat hij op een blauwe damesfiets zat, met aan de achterzijde fietstassen. Verbalisant zag dat verdachte 2, die later opgaf te zijn genaamd [verdachte], was gekleed in een donkere broek, donkere jas en een wit petje. Verbalisant zag dat hij op een roze damesfiets zat.
Verbalisant zag dat verdachte [verdachte] zich met zijn fiets omdraaide en vluchtte. Verbalisant is achter verdachte [verdachte] aangefietst, zag verdachte [verdachte] de Mgr. Van de Weteringstraat en de Kerkdwarsstraat in fietsen en zag dat verdachte [verdachte] zich vervolgens aan het zicht van verbalisant wilde onttrekken door zich gehurkt te verschuilen achter een fietsenstalling. Hierop heeft verbalisant zijn fiets voor verdachte [verdachte] geplaatst. Verbalisant zag dat verdachte [verdachte] krachtig opsprong en kennelijk wederom een vluchtpoging wilde ondernemen. Hierop heeft verbalisant verdachte [verdachte] naar de grond getrokken en, nadat verdachte [verdachte] zich aan de greep van de verbalisant wilde onttrekken, een hals/nek controle aangelegd, waarna verdachte [verdachte] kon worden aangehouden.
Bij onderzoek van het perceel van de Natuurwinkel aan de [adres], werd door verbalisant in het slot van de toegangsdeur een schroef aangetroffen. Het is verbalisant ambtshalve bekend dat verdachten toegangsdeuren van winkels forceren door een schroef in het cilinderslot te draaien. Vervolgens wordt door middel van een slotentrekker het cilinderslot afgebroken, waardoor de toegang tot het pand wordt verschaft.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij wel langer dan 15 minuten bezig is geweest bij de deur.
Onder medeverdachte [medeverdachte] zijn onder meer de volgende goederen in beslag genomen: een achttal schroeven, een schroevendraaier met 3 opzetstukken en een loper, alsmede : een breekijzer, een slotentrekker en een platbektang.
Op 14 mei 2012 is door [aangever] (mede) namens de Natuurwinkel, gevestigd aan de [adres] te [woonplaats], aangifte gedaan van een poging tot inbraak in de Natuurwinkel in de periode van 12-13 mei 2012.