ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6562
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie na schending van voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 14 augustus 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie. De vordering was ingediend door de officier van justitie naar aanleiding van de schending van de voorwaarden die aan de veroordeelde waren opgelegd. De veroordeelde had zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarde van elektronisch toezicht door zijn enkelband op 23 mei 2012 door te knippen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde op de hoogte was van de voorwaardelijke straf, maar desondanks de gok heeft gewaagd om de enkelband te verwijderen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor toewijzing in aanmerking gevonden en gelast de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie van 46 dagen, die voorwaardelijk was opgelegd bij een eerder vonnis van 1 mei 2012. De rechtbank heeft daarbij opgemerkt dat de termijn van 46 dagen is gaan lopen op 7 juli 2012, de datum waarop de veroordeelde werd aangehouden. De beslissing is genomen na een zitting waarin de officier van justitie, de veroordeelde, zijn vader, de raadsman en een reclasseringswerkster zijn gehoord. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van de officier van justitie niet in strijd is met het legaliteitsbeginsel en dat de toepasselijke bepalingen over voorlopige uitvoerbaarheid van voorwaardelijke sancties van toepassing zijn. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging toegewezen en de vrijheidsbeneming ondergaan uit hoofde van artikel 14fa en 77cca Sr geheel in mindering gebracht bij de tenuitvoerlegging van de straf.