ECLI:NL:RBUTR:2012:BX5667
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering van een factoringmaatschappij inzake onverschuldigde betaling met betrekking tot tandartsenrekening
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 22 augustus 2012 uitspraak gedaan in een vordering van een factoringmaatschappij, NMT Factoring en Clearing Services B.V., tegen een eiser die een tandartsenrekening betwistte. De eiser had eerder een verstekvonnis gekregen van de rechtbank Amsterdam, waarin hij was veroordeeld tot betaling van een bedrag aan NMT. Na gedeeltelijke voldoening aan deze veroordeling, stelde de eiser een nieuwe vordering in wegens onverschuldigde betaling, met als argumenten dat er geen rechtsgeldige cessie was, dat hij de vordering al had betaald en dat de tandarts tekortgeschoten was in zijn verplichtingen. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser afgewezen, omdat het verstekvonnis inmiddels in kracht van gewijsde was gegaan en de eiser geen verzet had ingesteld tegen dat vonnis. De kantonrechter oordeelde dat de eiser in de eerdere procedure zijn verweer had kunnen voeren, maar dit had nagelaten. Het beroep van NMT op het gezag van gewijsde werd geaccepteerd, en de kantonrechter concludeerde dat de eiser de vordering niet kon aanvechten door een nieuwe vordering in te stellen. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 400,-- werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van het voeren van verweer in juridische procedures en de gevolgen van het niet instellen van verzet tegen een verstekvonnis.