ECLI:NL:RBUTR:2012:BX5629
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Deelgeschil over schadevergoeding na verkeersongeval met blijvend letsel
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 8 augustus 2012 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen verzoeker en ASR Schadeverzekering N.V. Verzoeker, die op 1 mei 2006 betrokken was bij een verkeersongeval, heeft blijvend letsel aan zijn linker pols opgelopen. ASR heeft aansprakelijkheid erkend, maar er is onenigheid over de schadevergoeding. Verzoeker vraagt de rechtbank om vergoeding van materiële schade, waaronder toekomstig verlies aan verdienvermogen, kosten voor huishoudelijke hulp, en buitengerechtelijke kosten. De totale schade die verzoeker claimt bedraagt € 93.469,60, maar ASR is slechts bereid om een deel van deze schade te vergoeden.
De rechtbank heeft de procedure in het kader van artikel 1019w van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) behandeld, wat de mogelijkheid biedt om geschillen over schadevergoeding in een vroeg stadium te beslechten. De rechtbank oordeelt dat de pensioenleeftijd van verzoeker, in het kader van de schadeberekening, op 67 jaar moet worden vastgesteld, in lijn met recente maatschappelijke ontwikkelingen. Dit leidt tot een schadevergoeding van € 79.637,00 voor toekomstig verlies aan verdienvermogen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat verzoeker recht heeft op vergoeding van de kosten voor huishoudelijke hulp, aangezien de ongevalsgerelateerde beperkingen dit noodzakelijk maken. De rechtbank heeft ook de buitengerechtelijke kosten van verzoeker toegewezen, omdat ASR niet heeft aangetoond dat deze kosten onredelijk zijn. De totale kosten van het deelgeschil zijn begroot op € 3.360,75, die ASR aan verzoeker moet betalen. De rechtbank wijst het meer of anders verzochte af.