ECLI:NL:RBUTR:2012:BX5088

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
25 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/070038-94
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met twee jaar wegens hoog recidiverisico

In de zaak met parketnummer 16/070038-94 heeft de rechtbank Utrecht op 25 juli 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1968 en verblijvende in de Dr. H. van der Hoevenkliniek te Utrecht. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien het hoge recidiverisico en de beperkte verbetering in de toestand van de betrokkene ondanks langdurige behandeling. De rechtbank heeft de procedure gebaseerd op eerdere vonnissen, rapporten van deskundigen en de inhoud van de behandeling in de kliniek. De terbeschikkinggestelde is gedurende de laatste zestien jaar onder behandeling geweest, maar vertoonde onvoorspelbaar en gewelddadig gedrag, wat de kliniek en onafhankelijke deskundigen ertoe heeft aangezet om de verlenging van de terbeschikkingstelling te adviseren. Tijdens de zitting is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en zijn de deskundigen geraadpleegd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, gezien het zeer hoge risico op recidive. De rechtbank heeft daarom besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/070038-94
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde], hierna ook te noemen: de terbeschikkinggestelde,
geboren op [1968] te [geboorteplaats],
verblijvende in de Dr. H. van der Hoevenkliniek te Utrecht,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De procedure
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- het vonnis van deze rechtbank van 3 juni 1994, waarbij [terbeschikkinggestelde] onder meer ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege voor een poging tot moord, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 4 augustus 1994;
- de beslissing van het Gerechtshof te Arnhem van 27 december 2010, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- het rapport van de Dr. H. van der Hoeven kliniek, opgesteld door drs. M. Kossen, (psychiater en directeur zorg) en drs M. Louppen (GZ-psycholoog en klinisch psycholoog i.o en hoofd behandeling);
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde] over de periode van 14 november 2010 tot en met 20 april 2012:
- het rapport van F.C.P. Zuidhof, forensisch psycholoog, d.d. 22 mei 2012;
- het rapport van H.A. Gerritsen, psychiater, d.d. 15 juni 2012.
- de vordering van de officier van justitie d.d. 20 juni 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met twee jaar;
2 Het onderzoek ter terechtzitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 25 juli 2012 is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. F.A. ten Berge, advocaat te Utrecht. Voorts is de deskundige M. Louppen gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het onder 1 genoemde rapport van de Dr. H. van der Hoevenkliniek – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Betrokkene is in het kader van de maatregel gedurende de laatste zestien jaar onder behandeling. Ondanks intensieve therapeutische en medicamenteuze antipsychotische behandeling is de kernproblematiek van betrokkene niet wezenlijk veranderd. Betrokkene heeft een beperkt ziekte-inzicht. Betrokkene heeft meerdere malen oninvoelbaar en onvoorspelbaar gedrag (onverwacht agressief gedrag richting personen) laten zien. In september 2011 werd betrokkene, in het kader van transmuraal verlof, overgeplaatst naar een afdeling van het psychiatrisch ziekenhuis Zon en Schild, De Voorde. Deze afdeling heeft chronisch psychotische patiënten als doelgroep, waarbij een hoge mate van psychiatrische zorg en risicomanagement van toepassing is. Op 4 oktober 2011 stak betrokkene, totaal onverwacht, een groepsleider met een mes in zijn hals en enkele weken later sloeg hij een medepatiënt met een gewichtshalter op het hoofd. Begin november 2011 is betrokkene teruggeplaatst naar de Van der Hoevenkliniek. Eind april/begin mei 2012 werd betrokkene in separatie gezet; in diezelfde periode werd tijdens een kamercontrole een mes op de kast van betrokkene aangetroffen.
Gelet op het toestandsbeeld van betrokkene, het onverwachte karakter van het indexdelict en zeker ook de (recent) voorgevallen geweldsincidenten, wordt het risico op (plots) gewelddadig gedrag als (zeer) hoog beschouwd. Zelfs binnen de huidige TBS-setting is het risico hoog.
De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar te verlengen.
De deskundige M. Louppen heeft het rapport en het advies toegelicht als volgt:
Het gaat op dit moment niet goed met betrokkene. Hij krijgt nu andere medicatie, maar er is nog geen verandering/verbetering in de toestand van betrokkene zichtbaar. Betrokkene zit nu op een afdeling waar longstay-patiënten verblijven en is daar op zijn plaats. Betrokkene heeft sinds gisteren dubbele begeleiding binnen de afdeling, dit ten gevolge van uitspraken die betrokkene heeft gedaan. Er is (nog) geen longstay-status voor hem aangevraagd; gehoopt wordt dat het op termijn weer beter met hem gaat. Duidelijk is dat betrokkene zeer lang zorg en begeleiding nodig zal hebben.
4 Het standpunt van de onafhankelijke deskundigen
Forensisch psycholoog F.C.P. Zuidhof en psychiater H.A. Gerritsen hebben beiden geadviseerd om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
Beide deskundigen sluiten zich aan bij de risicoprognose van de kliniek.
5 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar schriftelijk ingediende vordering, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, gehandhaafd.
6 Het standpunt van de raadsvrouw en de terbeschikkinggestelde
De raadsvrouw heeft gesteld dat, gelet op de huidige situatie van betrokkene, een verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging in de rede ligt. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vordering gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7 De beoordeling
Het indexdelict, poging tot moord, is een delict waarvoor geldt dat de opgelegde TBS in beginsel niet gemaximeerd is.
Gelet op voormeld advies van de Dr. Van der Hoevenkliniek en de rapporten van de onafhankelijke deskundigen, alsmede gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en gelet op het - zelfs binnen de huidige TBS-structuur - (zeer) hoge risico op recidive, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging eist.
De rechtbank overweegt daarbij dat gelet op de huidige toestand van betrokkene, de recente gewelddadige incidenten en de hoge kans op recidive een verlenging voor de duur van twee jaar op zijn plaats is.
8 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mr. M.J. Grapperhaus en mr. V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G. van Engelenburg en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 25 juli 2012.