ECLI:NL:RBUTR:2012:BX4978
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Dwaling over flex-pensioen bij beëindigingsovereenkomst
In deze zaak vorderde eiser, die werkzaam was bij Stichting Dichterbij, een verklaring voor recht dat PGGM N.V. aansprakelijk was voor onjuist advies met betrekking tot zijn FLEX-pensioen. Eiser had in het kader van een reorganisatie zijn arbeidsovereenkomst beëindigd op basis van informatie die hij van PGGM had ontvangen. Deze informatie stelde dat hij zijn FLEX-pensioen kon uitstellen, ongeacht of hij een dienstverband had of een WW-uitkering ontving. Eiser stelde dat hij, indien hij correct was geïnformeerd, niet op het beëindigingsvoorstel van zijn werkgever zou zijn ingegaan en daardoor schade had geleden door een lagere opbouw van zijn pensioen.
De kantonrechter oordeelde dat, zelfs als PGGM onjuiste informatie had verstrekt, niet was aangetoond dat er een causaal verband bestond tussen deze informatie en de schade die eiser had geleden. De rechter concludeerde dat de beëindiging van het dienstverband onafwendbaar was door de reorganisatie en dat eiser geen invloed had kunnen uitoefenen op deze beslissing. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd in de proceskosten veroordeeld.
De uitspraak vond plaats op 16 mei 2012 door de kantonrechter J.J.M. de Laat in de Rechtbank Utrecht. De zaak betreft civiel recht en is geregistreerd onder zaaknummer 782372 UC EXPL 11-17919 4091.