4.3 Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de bewijsmiddelen is het navolgende komen vast te staan:
Op 27 januari 2012 kwamen er bij de politie twee meldingen binnen van bewoners van de [adres] in Utrecht over een man die tussen 12.00 uur en 17.00 uur meermalen per dag over de [adres] heen en weer liep en vermoedelijk drugs dealde op deze [adres]. De man had een lichtgetinte huidskleur, normaal postuur, kort geschoren baardje, was vaak gekleed in een donkere jas en verplaatste zich meestal te voet. Hierna is door verbalisanten geobserveerd op tijdstippen in de middag op 1 februari 2012, 23 februari 2012, 28 februari 2012 en 24 april 2012 , de dag waarop verdachte is aangehouden. In deze periode is op iedere observatiedag geconstateerd dat verdachte vanaf de [adres] de [adres] inliep, even nadat een persoon of een auto de [adres] inging en daar een wachtende indruk maakte. Verdachte had vervolgens een kortdurend contact met deze wachtenden, in een aantal gevallen is gezien dat er door de ene persoon iets aan verdachte werd gegeven, waarna verdachte iets teruggaf. Tijdens de observatie op 28 februari 2012 zijn foto’s gemaakt van verdachte. Op 24 april 2012 werd gezien dat een BMW met kenteken [kenteken], die bij een eerdere observatie ook was gesignaleerd , vanaf de [adres] de [adres] inreed en daar stopte. Vervolgens kwam verdachte uit de belwinkel [naam] en liep naar de bestuurder van de BMW, waarbij iets werd over gegeven. Verdachte liep daarna weer terug naar de belwinkel. Deze BMW is gevolgd en de inzittenden zijn aangehouden. De bestuurder [getuige 2] bleek twee bolletjes harddrugs gekocht te hebben van verdachte. Hij kende verdachte als dealer en vertelde dat verdachte iedere dag tussen 12.00 uur en 16.00 uur op de [adres] staat vlakbij een internetcafé. Iets later diezelfde middag werd gezien dat een man de [adres] inliep, waarop verdachte uit de belwinkel [naam] kwam lopen. Nadat zij samen een stukje opliepen werd er verderop iets aan elkaar overgegeven. Hierover heeft [getuige 3] verklaard dat hij voor €10,- een bolletje heroïne heeft gekocht van verdachte en dat hij daartoe met hem moest meelopen van een grote straat naar een kleine straat.
In de insluitingsfouillering van verdachte is een geldbuideltje aangetroffen waarin 4 bolletjes heroïne, met een totaalgewicht van 0.99 gram en 7 bolletjes cocaïne, met een totaalgewicht van 1.18 gram zaten De drugs waren verpakt in groen en in wit plastic. De afmeting van de bolletjes en het verpakkingsmateriaal kwam exact overeen met de bij [getuige 2] en [getuige 3] aangetroffen bolletjes.
Bij verdachte is daarnaast een portemonnee aangetroffen met één bankbiljet van €50,-, twee van €20,-, zeven van €10,- en één van €5,-.
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij heroïne en cocaïne bij zich had voor eigen gebruik, dat hij soms wel en soms niet gebruikt, dat hij geen bron van inkomsten heeft en dat hij het bij hem aangetroffen geld van een vriend had gekregen. Hij herkende zich zelf op de aan hem getoonde foto’s 2 en 3 in de persoon met de blauwe spijkerbroek en de lange donkere jas.