ECLI:NL:RBUTR:2012:BX3526

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
1 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
327630 / HA RK 12-354
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het verzet tegen griffierecht in meerdere samenhangende zaken

In deze zaak heeft de maatschap LRT-ADVOCATEN, gevestigd te Amsterdam, verzet aangetekend tegen het aan haar opgelegde griffierecht. Dit verzet is ingediend op 18 april 2012 en betreft meerdere vorderingen die volgens verzoekster in één procedure behandeld zouden moeten worden. De verzoekster stelt dat de vorderingen zodanig met elkaar verband houden dat zij beide schuldenaren in één procedure zou kunnen dagvaarden, wat zou moeten leiden tot het vaststellen van het griffierecht op één bedrag van € 575,--.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat in de zaak met rolnummer 320693/ HA ZA 12-346 sprake is van een andere betwister, namelijk de curatoren van Ecostream International B.V. Hierdoor moet deze zaak als een separate zaak worden beschouwd, waarvoor apart griffierecht verschuldigd is. De rechtbank heeft verder overwogen dat, hoewel verzoekster in een aparte procedure met één dagvaarding had kunnen volstaan, dit niet van toepassing is in de huidige situatie.

De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van artikel 17 lid 2 van de Wet griffierechten in burgerlijke zaken (WGBZ) en artikel 122 lid 1 van de Faillissementswet (Fw). De rechter-commissaris verwijst de betrokken partijen naar de renvooiprocedure, wat betekent dat voor elke verwijzing apart griffierecht verschuldigd is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzet gegrond is voor de zaken met rolnummers 319531/ HA ZA 12-199 en 320891/ HA ZA 12-414, waar griffierecht is opgelegd.

De beschikking is gegeven door mr. A.R. Creutzberg en is op 1 augustus 2012 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handel en kanton
Handelskamer
zaaknummers / rekestnummers: 327630 / HA RK 12-354
327631 / HA RK 12-355
327633 / HA RK 12-356
327634 / HA RK 12-357
Beschikking van 1 augustus 2012
in de zaak van
de maatschap
LRT-ADVOCATEN,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
advocaat mr. J.K.A. van Loo te Amsterdam
en
DE GRIFFIER VAN DE RECHTBANK UTRECHT,
zetelende te Utrecht,
verweerster.
1. De beoordeling
1.1. Bij brief van 18 april 2012 heeft verzoekster verzet aangetekend tegen het aan haar opgelegde griffierecht. Volgens haar dient het griffierecht in de zaken met zaak- en rolnummers 319522/ HA ZA 12-196, 319531/ HA ZA 12-199, 320693/ HA ZA 12-346 en 320891/ HA ZA 12-414 vastgesteld te worden op één x € 575,--, nu haar vorderingen zodanig verband met elkaar houden dat deze in één procedure kunnen worden behandeld en zij beide schuldenaars in één procedure zou kunnen dagvaarden.
1.2. De griffier heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
1.3. Op grond van het bepaalde in artikel 17 lid 2 Wet griffierechten in burgerlijke zaken (WGBZ) wordt het griffierecht in een renvooiprocedure bepaald aan de hand van de regeling die voor gewone dagvaardingsprocedures geldt (artikel 3 lid 1 WGBZ).
1.4. Op grond van artikel 122 lid 1 Faillissementswet vervangt de verwijzing door de rechter-commissaris de dagvaarding. Dit betekent dat de betreffende schuldeiser, in het onderhavige geval dus verzoekster, in beginsel voor elke verwijzing apart griffierecht verschuldigd is.
1.5. Daar staat evenwel tegenover dat de rechter-commissaris op grond van artikel 122 lid 1 Fw niet de ingediende vorderingen, maar de daarbij betrokken partijen (betwister en betwiste schuldeiser) naar de renvooiprocedure verwijst. Dit betekent dat de enkele omstandigheid dat de verwijzing per vordering plaatsvindt, niet betekent dat dit ook aparte dagvaardingsprocedures moet opleveren. Nu betwister (de curatoren van Econcern N.V.) en de betwiste schuldeiser (de cliënt van verzoekster) in de zaken met zaaknrs./rolnrs. 319522/ HA ZA 12-196, 319531/ HA ZA 12-199 en 320891/ HA ZA 12-414 dezelfde zijn, wordt dit door de rechtbank als één verwijzing gezien, en is daarvoor derhalve maar één keer griffierecht verschuldigd.
1.6. In de zaak met zaaknr./rolnr. 320693/ HA ZA 12-346 is sprake van een andere betwister (de curatoren van Ecostream International B.V.), zodat die verwijzing als een separate zaak moet worden beschouwd. Voor die zaak is dan ook apart griffierecht verschuldigd.
De omstandigheid dat indien verzoekster de (curatoren van de) schuldenaren in een aparte procedure zelf gedagvaard zou hebben, zij met één dagvaarding had kunnen volstaan, kan haar niet baten, omdat van een dergelijk geval hier geen sprake is.
1.7. Het voorgaande betekent dat het verzet alleen gegrond verklaard zal worden voor zover in de zaken met zaaknrs./rolnrs. 319531/ HA ZA 12-199 en 320891/ HA ZA 12-414 griffierecht is opgelegd.
2. De beslissing
De rechtbank
verklaart het bezwaar gegrond, voor zover in de zaken met zaaknrs./rolnrs. 319531/ HA ZA 12-199 en 320891/ HA ZA 12-414 griffierecht is opgelegd.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.R. Creutzberg en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2012.?