ECLI:NL:RBUTR:2012:BX2492
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Z.J. Oosting
- E.A. Messer
- P.W.G. de Beer
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf na niet-naleving van voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 5 juli 2012 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, die eerder was opgelegd bij vonnis van 17 augustus 2009. De vordering tot tenuitvoerlegging werd ingediend door de officier van justitie op 10 mei 2012, na herhaaldelijke niet-naleving van de bijzondere voorwaarden door de veroordeelde. De veroordeelde had zich niet gehouden aan de meldplicht en was niet verschenen voor urinecontroles, wat leidde tot zorgen over zijn middelengebruik en de effectiviteit van de hulpverlening. Tijdens de zitting op 21 juni 2012 werd de raadsman gehoord, die pleitte voor een laatste kans voor de veroordeelde om zich aan de voorwaarden te houden. De rechtbank overwoog echter dat de veroordeelde al eerder een kans had gekregen en dat zijn gedrag niet verbeterde. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf toewijsbaar was, gezien de herhaalde schendingen van de voorwaarden. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank gelastte de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, waarmee de veroordeelde nu geconfronteerd wordt met de gevolgen van zijn eerdere gedrag.