ECLI:NL:RBUTR:2012:BX2415
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
De vraag of een vrijwilligersovereenkomst is gewijzigd in een arbeidsovereenkomst en de betekenis van artikel 7:610a BW
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Utrecht op 4 juli 2012, stond de vraag centraal of er tussen eiser en gedaagde een arbeidsovereenkomst was gesloten, dan wel of de bestaande vrijwilligersovereenkomst was omgevormd tot een arbeidsovereenkomst. Eiser, die door gedaagde was geholpen bij het overwinnen van zijn verslaving, verrichtte na zijn behandeling werkzaamheden voor gedaagde. Gedaagde had eiser in november 2010 geholpen en in juni/juli 2011 een bedrag van € 4.000,00 contant aan hem gegeven. Eiser vorderde een aanzienlijk bedrag aan achterstallig salaris en andere vergoedingen, stellende dat er een arbeidsovereenkomst was ontstaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming was bereikt over de arbeidsomvang, een essentieel element van een arbeidsovereenkomst. Eiser had weliswaar gesteld dat er mondeling overeenstemming was bereikt over een arbeidsovereenkomst, maar gedaagde betwistte dit. De kantonrechter oordeelde dat de werkzaamheden van eiser na zijn behandeling als vrijwilligerswerk moesten worden gekwalificeerd, en dat er geen bewijs was dat een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen. De kantonrechter verwees naar artikel 7:610a BW, dat een vermoeden van een arbeidsovereenkomst schept onder bepaalde voorwaarden, maar oordeelde dat deze situatie niet van toepassing was, aangezien eiser zijn werkzaamheden als vrijwilliger had voortgezet zonder dat de juridische basis was gewijzigd.
De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en overeenstemming over de voorwaarden van een arbeidsovereenkomst, en de rol van vrijwilligerswerk in de context van arbeidsrelaties.