ECLI:NL:RBUTR:2012:BX2116

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
18 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-500219-06
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

In de zaak met parketnummer 16/500219-06 heeft de rechtbank Utrecht op 18 juni 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1969, die momenteel verblijft in een kliniek. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, gebaseerd op het advies van de inrichting. Dit advies stelde dat bij beëindiging van de terbeschikkingstelling het recidiverisico hoog zou zijn, vooral gezien de problematiek van de terbeschikkinggestelde, waaronder een narcistische persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft de argumenten van de officier van justitie en de deskundige, mevrouw drs. B.P.M. Jansen, in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt verlengd. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde momenteel goed vooruitgaat in zijn behandeling en dat er een resocialisatieplan in ontwikkeling is. De beslissing om de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, is genomen na zorgvuldige afweging van de risico's en de voortgang van de behandeling. De rechtbank heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. M. van der Meulen, en heeft opgemerkt dat mr. P.P.C.M. Waarts niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/500219-06
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 18 juni 2012
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte], hierna ook te noemen: de terbeschikkinggestelde,
geboren op [1969] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in het [kliniek] te [woonplaats],
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1. De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
• de vordering van de officier van justitie d.d. 2 mei 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met één jaar;
• een afschrift van het vonnis van deze rechtbank van 24 oktober 2006, waarbij
[verdachte] ter beschikking werd gesteld, met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 5 juni 2008;
• de beslissing van deze rechtbank van 29 juni 2010, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
• het verlengingsadvies van [kliniek] d.d. 2 april 2012, opgemaakt door drs. A.J. de Groot, plv. hoofd van de inrichting, mevrouw drs. B.P.M. Jansen, hoofd behandeling en drs. M. Badr, psychiater, waarbij het advies van de zijde van de inrichting is vermeld, evenals de daarbij overgelegde wettelijke aantekeningen.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 4 juni 2012 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouwe,
mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Utrecht.
Voorts is de deskundige mevrouw drs. B.P.M. Jansen gehoord.
3. Het standpunt van de inrichting
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het onder 1 genoemde rapport van [kliniek]. De deskundige, mevrouw Jansen, heeft het rapport en het advies toegelicht. Het advies strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor de duur van een jaar.
4. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar gehandhaafd.
5. Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting verklaard dat het goed gaat met hem en dat hij nu met onbegeleid verlof gaat. Hij kan zich vinden in een verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar, omdat hij nog wel een jaar behandeling nodig denkt te hebben.
De raadsvrouwe is het eens met een verlenging van één jaar. De raadsvrouwe heeft nog twee punten die zij daarbij wil opmerken, omdat dit mogelijk van invloed kan zijn op de voortgang van de resocialisatie. Ten eerste wordt in het verlengingsadvies aangegeven dat de PCL-R-score hoog zou zijn. Dat strookt niet met de gemeten testresultaten. De benoemde hoge mate van psychopathie wordt derhalve niet met testmateriaal ondersteund, maar vormt wel een belangrijk onderdeel van de inschatting van het recidivegevaar en belemmert de resocialisatie. Ten tweede merkt de raadsvrouwe op dat de resocialisatie nu van de grond moet komen. Binnen de kliniek heeft de terbeschikkinggestelde niet veel meer te zoeken. Juist op de risicohanteringsitems is veel winst te behalen. Dat betreft met name het oefenen van het geleerde buiten de kliniek, vooral in stresserende omstandigheden en het organiseren van praktische zaken. In de komende periode moet daar hard aan gewerkt worden, al is de terbeschikkinggestelde daar overigens al mee begonnen gezien de dertig onbegeleide verloven die hij al heeft gehad. De raadsvrouwe spreekt de hoop uit dat de kliniek en vooral ook het ministerie van Veiligheid en Justitie daarin voortvarend meegaan, zodat hij over een jaar kan laten zien dat zijn recidivegevaar dan aanzienlijk lager is.
6. De beoordeling
Uit het vonnis van deze rechtbank van 24 oktober 2006 blijkt dat de terbeschikkinggestelde zich onder meer schuldig heeft gemaakt aan poging tot moord. Dit is een misdrijf dat gericht is tegen of dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Uit het verlengingsadvies van [kliniek] blijkt dat de terbeschikkinggestelde gediagnosticeerd is met een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken.
Er is bovendien sprake van verslavingsproblematiek, geclassificeerd als misbruik van alcohol en cannabis en daarnaast pathologisch gokken in remissie.
Volgens het advies van de inrichting zou bij beëindiging van de terbeschikkingstelling het recidiverisico hoog zijn. Indien de terbeschikkingstelling op dit moment zou worden beëindigd, is er nog niets geregeld ten aanzien van de huisvesting en het werk van de terbeschikkinggestelde. Daarnaast is het voor de terbeschikkinggestelde ingewikkeld indien de spanningen zich opbouwen, dan ontstaat het gevaar voor een grote hang naar drankgebruik en gokken en zal de terbeschikkinggestelde de verleiding hiervan naar verwachting niet kunnen weerstaan. Daarbij speelt nog mee dat het empatisch vermogen van de terbeschikkinggestelde klein is, waardoor hij zich niet kan inleven in de gevoelens van anderen. Er bestaat dan ook een hoge kans dat de terbeschikkinggestelde buiten de kaders van de terbeschikkingstelling opnieuw een delict zal plegen. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Gelet op voormeld advies en gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt verlengd.
Volgens het advies van de inrichting is de behandeling nu gevorderd tot aan een onbegeleid verlofkader, waarmee het tot nu goed gaat. De behandeling van de terbeschikkinggestelde ziet voornamelijk op het realiseren van een passend en veilig resocialisatieplan. Derhalve wordt door [kliniek] geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar. De rechtbank zal daarom de termijn van de maatregel met een jaar verlengen.
De rechtbank merkt nog op dat de deskundige ter zitting heeft ingestemd met een toelichting van de kant van de kliniek, ten aanzien van het eerste punt van de raadsvrouwe met betrekking tot de PCL-R-score, op de volgende verlengingszitting.
7. Toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] voor de tijd van één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mrs. M.J. Grapperhaus en P.P.C.M. Waarts, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van der Meulen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 juni 2012.
Mr. P.P.C.M. Waarts is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.