ECLI:NL:RBUTR:2012:BX0535
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.E.M. Kranenbroek
- C.A.M. van Straalen
- M.S. Koppert
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens poging zware mishandeling en mishandeling met onbetrouwbare getuigenverklaringen
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 8 maart 2011 in Utrecht zou hebben geprobeerd [aangever 1] en/of [aangever 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, heeft de rechtbank op 25 mei 2012 uitspraak gedaan. De tenlastelegging omvatte zowel poging tot zware mishandeling als mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de aangevers op cruciale punten inconsistent zijn. In hun oorspronkelijke verklaringen gaven zij aan dat de verdachte een plastic stok uit zijn auto had gehaald, maar later wijzigden zij hun verklaring naar een houten stok die de verdachte uit zijn broekband zou hebben gehaald. Deze inconsistenties wekten bij de rechtbank de indruk dat de aangevers mogelijk hun verklaringen op elkaar hebben afgestemd.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij werd aangevallen door de aangevers en dat hij met een stok naar [aangever 2] heeft gezwaaid, waarbij hij hem op de arm zou hebben geraakt. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte schuldig te achten aan de tenlastegelegde feiten, aangezien de verklaringen van de aangevers als onbetrouwbaar worden beschouwd. Hierdoor kan de rechtbank niet tot een veroordeling komen op basis van enkel de verklaring van de verdachte.
De rechtbank heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] tot schadevergoeding afgewezen, omdat de verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De kosten van de benadeelde partij zijn tot op heden begroot op nihil.