ECLI:NL:RBUTR:2012:BW9583
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot dwangakkoord in faillissementsrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot het instellen van een dwangakkoord, ingediend door [verzoeker] in het kader van de schuldsaneringsregeling. [Verzoeker] heeft een verzoek ingediend om een dwangakkoord te verkrijgen op basis van artikel 287a van de Faillissementswet (Fw.), waarbij verweersters, waaronder Linde Gas Benelux, Inverdra Vloertechniek, Drukkerij Exclusief, SMC Security Monitoring Centre B.V., Vodafone, De Persgroep Publishing N.V., Huizenmarkt en Roten Investment B.V., zijn betrokken. De schuldenlast van [verzoeker] bedraagt ongeveer € 482.000 aan concurrente vorderingen en € 5.200 aan preferente vorderingen. Tijdens de zitting op 7 juni 2012 zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de schuldhulpverleners van [verzoeker].
[Verzoeker] heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij een deel van de leningen van haar familie ter grootte van € 198.000 wordt kwijtgescholden. [Verzoeker] biedt aan om minimaal 6,1% van de concurrente vorderingen en 12,2% van de preferente vorderingen te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Linde en De Persgroep akkoord zijn gegaan met de aangeboden regeling, terwijl Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten niet zijn verschenen en geen schriftelijk verweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze partijen niet in redelijkheid tot weigering van het akkoord hebben kunnen komen, gezien de onevenredigheid tussen hun belangen en die van [verzoeker].
De rechtbank heeft de weigerende schuldeisers veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 904,- exclusief BTW. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 14 juni 2012, waarbij de rechtbank de proceskosten heeft vastgesteld op basis van de relevante artikelen uit de Burgerlijke Rechtsvordering, aangezien de Faillissementswet niet zonder meer de bepalingen uit de Burgerlijke Rechtsvordering toepast. De beslissing van de rechtbank is een stimulans voor schuldeisers om in het minnelijk traject tot een schuldregeling te komen.