ECLI:NL:RBUTR:2012:BW9583

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
322614/FT-RK 12.393
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot dwangakkoord in faillissementsrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 14 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot het instellen van een dwangakkoord, ingediend door [verzoeker] in het kader van de schuldsaneringsregeling. [Verzoeker] heeft een verzoek ingediend om een dwangakkoord te verkrijgen op basis van artikel 287a van de Faillissementswet (Fw.), waarbij verweersters, waaronder Linde Gas Benelux, Inverdra Vloertechniek, Drukkerij Exclusief, SMC Security Monitoring Centre B.V., Vodafone, De Persgroep Publishing N.V., Huizenmarkt en Roten Investment B.V., zijn betrokken. De schuldenlast van [verzoeker] bedraagt ongeveer € 482.000 aan concurrente vorderingen en € 5.200 aan preferente vorderingen. Tijdens de zitting op 7 juni 2012 zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de schuldhulpverleners van [verzoeker].

[Verzoeker] heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij een deel van de leningen van haar familie ter grootte van € 198.000 wordt kwijtgescholden. [Verzoeker] biedt aan om minimaal 6,1% van de concurrente vorderingen en 12,2% van de preferente vorderingen te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Linde en De Persgroep akkoord zijn gegaan met de aangeboden regeling, terwijl Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten niet zijn verschenen en geen schriftelijk verweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze partijen niet in redelijkheid tot weigering van het akkoord hebben kunnen komen, gezien de onevenredigheid tussen hun belangen en die van [verzoeker].

De rechtbank heeft de weigerende schuldeisers veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 904,- exclusief BTW. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 14 juni 2012, waarbij de rechtbank de proceskosten heeft vastgesteld op basis van de relevante artikelen uit de Burgerlijke Rechtsvordering, aangezien de Faillissementswet niet zonder meer de bepalingen uit de Burgerlijke Rechtsvordering toepast. De beslissing van de rechtbank is een stimulans voor schuldeisers om in het minnelijk traject tot een schuldregeling te komen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer: 322614/FT-RK 12.393
uitspraakdatum: 14 juni 2012
dwangakkoord
enkelvoudige kamer
in de zaak van
[verzoeker],
geboren [1983] te [geboorteplaats],
wonende [adres], [woonplaats],
voorheen h.o.d.n. [bedrijf verzoeker], voorheen gevestigd [adres], [woonplaats], ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Midden-Nederland, dossiernummer [nummer], hierna: [verzoeker],
tegen
- Linde Gas Benelux, in deze vertegenwoordigd door Atradius Collections, Postbus 35, 7730 AA Ommen, hierna: Linde;
- Inverdra Vloertechniek, in deze vertegenwoordigd door De Klerk & Vis Gerechtsdeurwaarders, Postbus 94282, 1090 GG Amsterdam, hierna: Inverdra;
- Drukkerij Exclusief, gevestigd Meerheide 100 N, 5521 DX Eersel, hierna: Exclusief;
- SMC Security Monitoring Centre B.V., in deze vertegenwoordigd door Groenewegen en Partners, Postbus 6002, 1005 EA Amsterdam, hierna: SMC;
- Vodafone, in deze vertegenwoordigd door Intrum Justitia, Postbus 84096, 2508 AB Den Haag, hierna: Vodafone;
- De Persgroep Publishing N.V., in deze vertegenwoordigd door Lexus International B.V., Postbus 10204, 6000 GE Weert, hierna: Persgroep;
- Huizenmarkt, Coloradodreef 30, 3565 BV Utrecht, hierna: Huizenmarkt;
- Roten Investment B.V., in deze vertegenwoordigd door Nedland Gerechtsdeurwaarders & Incasso, Postbus 1390, 3600 BJ Maarssen, hierna: Roten,
in gezamenlijkheid hierna: verweersters.
1. De procedure
Door [verzoeker] is tegelijk met het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een verzoek ingediend tot het instellen van een dwangakkoord als bedoeld in artikel 287a Faillissementswet (Fw.). Daarbij heeft [verzoeker] verzocht verweersters in de kosten van de procedure te veroordelen.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 7 juni 2012. Hierbij zijn verschenen:
- [verzoeker];
- de moeder van [verzoeker];
- mr. M. Menzing, schuldhulpverlener van [verzoeker];
- mevrouw M. Sellak, schuldhulpverlener van [verzoeker] en kantoorgenoot van mr. Menzing;
- de heer [medewerker Exclusief], namens Exclusief.
Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten zijn niet verschenen, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen.
2. Het verzoek
De schuldenlast van [verzoeker] bedraagt circa € 482.000,00 aan concurrente vorderingen en circa € 5.200,00 aan preferente vorderingen. [verzoeker] heeft op of omstreeks 11 mei 2011 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers. Dit akkoord houdt – kort en zakelijk weergegeven – het volgende in. Ten behoeve van het akkoord zullen de leningen aan [verzoeker] van haar familie ter grootte van € 198.000,00 aan [verzoeker] worden kwijtgescholden, waardoor circa € 284.000,00 aan concurrente vorderingen overblijft. [verzoeker] biedt aan om tegen finale kwijting minimaal 6,1% op elke concurrente vordering te voldoen en minimaal 12,2% op elke preferente vordering. [verzoeker] maakt hiervoor gebruik van een aan haar beschikbaar gesteld saneringskrediet ter grootte van € 25.000,00. Een gedeelte van dit saneringskrediet zal worden aangewend om de toekomstige aanslag van de belastingdienst op grond van artikel 29 lid 2 Wet op de Omzetbelasting op [verzoeker] te voldoen. De hoogte van deze aanslag is door de schuldhulpverlener begroot op circa
€ 4.500,00, waardoor circa € 20.500,00 kan worden aangeboden aan de schuldeisers van [verzoeker].
[verzoeker] heeft verzocht om Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten te bevelen alsnog met het akkoord in te stemmen.
3. Het verweer
Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten hebben voorafgaand aan de terechtzitting geen schriftelijk verweer gevoerd. Ook zijn genoemde verweersters niet verschenen ter zitting, zodat de rechtbank niet weet waarom zij op het minnelijk aanbod niet hebben gereageerd en daarmee dus niet hebben ingestemd.
4. De beoordeling van het verzoek tot het vaststellen van een dwangakkoord
Voorafgaand aan de zitting zijn Linde en Persgroep alsnog akkoord gegaan met de aangeboden schuldregeling. Ter zitting is Exclusief alsnog akkoord gegaan met de aangeboden schuldregeling. Voor zover zij argumenten hebben aangevoerd tegen de aangeboden schuldregeling behoeven deze niet meer te worden beoordeeld.
Het verzoek zal slechts kunnen worden toegewezen als Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten in redelijkheid niet tot weigering van instemming met het aangeboden akkoord hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij de uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van [verzoeker] of van de overige schuldeisers die door die weigering worden geschaad. [verzoeker] heeft de rechtbank verzocht toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Nu van eventuele imperatieve of facultatieve afwijzingsgronden niet is gebleken, heeft dit laatstgenoemde verzoek kans van slagen. In de wettelijke schuldsaneringsregeling zal [verzoeker] naar verwachting maximaal circa € 14.500,00 voor haar schuldeisers kunnen sparen. In de wettelijke schuldsaneringsregeling dient eveneens rekening te worden gehouden met de genoemde te verwachten aanslag van de belastingdienst op grond van artikel 29 lid 2 Wet op de Omzetbelasting, waardoor netto voor de huidige schuldeisers ongeveer € 10.000,00 resteert. Bovendien zullen naar verwachting de leningen van de familieleden van [verzoeker] ter grootte van circa € 198.000,00 niet worden kwijtgescholden. Dit houdt in dat het uitkeringspercentage in het geval van een wettelijke schuldsaneringsregeling slechts circa 2% zal bedragen. Daarbij komt dat het aangeboden akkoord een betaling ineens inhoudt, en in de wettelijke schuldsaneringsregeling sprake zal zijn van een spaarsaldo over meerdere jaren. Nu het aanbod gunstiger is voor de gezamenlijke schuldeisers dan een toelating van [verzoeker] tot de wettelijke schuldsanering en er geen gronden voor weigering van Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten bekend zijn, oordeelt de rechtbank dat Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten niet in redelijkheid tot weigering van het akkoord hebben kunnen komen.
Inverdra, SMC, Vodafone, Huizenmarkt en Roten hebben geen inzicht willen geven in de redenen van hun weigering. In deze omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding de weigerende schuldeisers te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van verzoeker. Daarbij is van belang dat uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de kostenveroordeling uit artikel 287a lid 6 Fw een stimulans moet zijn om in het minnelijk traject tot een schuldregeling te komen (vgl. Kamerstukken II, 2004/05, 29 942, nr. 3, p. 18). Op de procedures ingevolge de Faillissementswet zijn niet zonder meer van toepassing de bepalingen uit Burgerlijke Rechtsvordering. Uit de artikelen 285 en 287a Fw vloeit voort dat het minnelijk traject moet worden begeleid door het college van burgemeester en wethouders, een gemeentelijke kredietbank of krachtens artikel 48 lid 1 sub d van de Wet op het consumentenkrediet aangewezen personen. Gelet hierop, zal de rechtbank de proceskosten begroten naar analogie van artikelen uit Burgerlijke Rechtsvordering die betrekking hebben op procedures waarin bijstand verplicht is. De proceskosten aan de zijde van verzoeker worden begroot op een bedrag van tweemaal het liquidatietarief ad € 452,--., zijnde een bedrag van
€ 904,-, exclusief BTW.
5. De beslissing
De rechtbank
beveelt
- Inverdra Vloertechniek, in deze vertegenwoordigd door De Klerk & Vis Gerechtsdeurwaarders, Postbus 94282, 1090 GG Amsterdam;
- SMC Security Monitoring Centre B.V., in deze vertegenwoordigd door Groenewegen en Partners, Postbus 6002, 1005 EA Amsterdam;
- Vodafone, in deze vertegenwoordigd door Intrum Justitia, Postbus 84096, 2508 AB Den Haag;
- Huizenmarkt, Coloradodreef 30, 3565 BV Utrecht;
- Roten Investment B.V., in deze vertegenwoordigd door Nedland Gerechtsdeurwaarders & Incasso, Postbus 1390, 3600 BJ Maarssen,
in te stemmen met de onder 2 bedoelde schuldregeling;
en veroordeelt bovengenoemde partijen in de kosten van dit geding, tot op heden begroot op
€ 904,-, exclusief BTW.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Verschoof en in het openbaar uitgesproken op
14 juni 2012.