ECLI:NL:RBUTR:2012:BW9481
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.S. Koppert
- N.E.M. Kranenbroek
- C.A.M. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voorhanden hebben en handelen in harddrugs
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 20 juni 2012 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben en handelen in harddrugs, specifiek heroïne en cocaïne. De verdachte werd op 13 maart 2012 in Utrecht aangehouden, waarbij bij hem een aanzienlijke hoeveelheid drugs werd aangetroffen, waaronder 6,66 gram heroïne en 6,16 gram cocaïne. Tijdens de fouillering werden ook diverse sms-berichten gevonden die duidden op drugshandel. De rechtbank overwoog dat de verdachte wist dat het om harddrugs ging en dat de aangetroffen hoeveelheid duidde op een dealershoeveelheid. De verdachte had een notitieboekje bij zich met namen en telefoonnummers, waarvan enkele in verband konden worden gebracht met harddrugsgebruikers. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet en dat er voldoende bewijs was voor de tenlastelegging. De verdediging betwistte de handel, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden en de hoeveelheid drugs voldoende bewijs vormden voor de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 120 dagen, met aftrek van het voorarrest, en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze luidden ten tijde van de feiten.