ECLI:NL:RBUTR:2012:BW8519
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Kruijff-Bronsing
- E.A. Messer
- J.P. Killian
- Rechtspraak.nl
Openlijke geweldpleging en heling van een motorscooter door een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging en heling van een motorscooter. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. M. Hoekzema, werd beschuldigd van het plegen van geweld tegen een persoon en het voorhanden hebben van een gestolen motorscooter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten het slachtoffer heeft gemolesteerd, wat leidde tot een veroordeling voor openlijke geweldpleging. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte de motorscooter had geheeld, aangezien hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig was, gezien de staat waarin de scooter zich bevond.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie in overweging genomen, maar oordeelde dat een zwaardere straf noodzakelijk was, gezien het strafblad van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten. De rechtbank legde een jeugddetentie van twee maanden voorwaardelijk op, met een proeftijd van twee jaar, en voegde bijzondere voorwaarden toe om de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. Tevens werd een werkstraf van 100 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht.
De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het gebrek aan berouw van de verdachte, wat de beslissing om een zwaardere straf op te leggen heeft beïnvloed. De uitspraak is gedaan in het kader van de wetgeving omtrent jeugdcriminaliteit, waarbij de rechtbank ook rekening hield met de hulpverlening die de verdachte in het verleden had ontvangen.