ECLI:NL:RBUTR:2012:BW8412
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A.A.T. Engbers
- P.L.C.M. Ficq
- I.M. Vanwersch
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van diefstal, veroordeeld voor heling ondanks eis tot vrijspraak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 16 mei 2012, stond de verdachte terecht voor de verdenking van diefstal en heling van een grote hoeveelheid merkkleding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 13 tot en met 22 september 2010 een grote hoeveelheid kleding van het merk [bedrijf] heeft weggenomen uit een bedrijfspand in Mijdrecht. De verdachte werd op 22 september 2010 aangetroffen in een schuur waar de gestolen kleding was opgeslagen. De rechtbank heeft het verweer van de verdachte, dat hij onbewust met de gestolen kleding in aanraking was gekomen, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet op de hoogte was van de herkomst van de kleding. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal, maar hem wel schuldig bevonden aan heling van de kleding, omdat hij en zijn vriendin in de schuur stonden met de gestolen goederen en deze duidelijk van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, rekening houdend met zijn strafblad en de ernst van het feit. De officier van justitie had vrijspraak geëist, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie op basis van de beschikbare bewijsmiddelen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken en de rol van de rechtbank in het beoordelen van de feiten en omstandigheden.