[verbalisant 1] zag vervolgens dat de verbalisanten [verbalisant 6], [verbalisant 7] en [verbalisant 2] probeerden om [medeverdachte 2] aan te houden. Tijdens de aanhouding zag deze verbalisant dat voortdurend zwaar en illegaal vuurwerk in de richting van hem en de genoemde verbalisanten werd gegooid. Ook zag hij dat dergelijk vuurwerk in de richting van de met bluswerkzaamheden bezig zijnde brandweerlieden werd gegooid. Op dat moment werd de groep van ongeveer 25 personen op afstand gehouden door twee ter plaatse gekomen hondengeleiders. Vanuit de groep werd echter nog steeds vuurwerk gegooid in de richting van de verbalisanten en de brandweer. Door verbalisant [verbalisant 1] werd gezien dat [medeverdachte 1] probeerde om langs de hondengeleiders heen te lopen en dat [medeverdachte 1] nadat hij werd weggeduwd door verbalisant [verbalisant 3] op hem kwam aflopen, waarop hij door [verbalisant 1] tegen zijn schouders werd geduwd. Om de brandweer af te schermen bleef verbalisant [verbalisant 1] op zijn positie staan. Hij zag vervolgens dat er een stuk vuurwerk in zijn richting werd gegooid en dat dit vlakbij zijn gezicht tot ontploffing kwam, waarbij hij een harde knal hoorde en een felle flits zag. Hierop voelde hij een stekende pijn in zijn rechterbeen ter hoogte van zijn knie. In zijn oren hoorde hij een luide piep. Door een brandweerman werd hij vervolgens beetgepakt en samen zijn zij naar de dienstauto gelopen. Aldaar hoorde hij verbalisant [verbalisant 2] roepen dat zij zich zouden terugtrekken. Nadat de verbalisant [verbalisant 2] en [verbalisant 1] zich teruggetrokken hadden voerden zij overleg met de andere verbalisanten en werd besloten om [medeverdachte 1], [medeverdachte 3], [verbalisant 4] en [verdachte] aan te houden.
Op de plaats waar eerder de brand had gewoed werden geen personen meer aangetroffen. De verdachten [verdachte] en [medeverdachte 3] werden vervolgens gezien op de rotonde van de Looijdijk en de Hessenweg. Deze beide verdachten zijn evenals de verdachten [medeverdachte 1] en [verbalisant 4], die werden gezien in een groep die zich bevond bij de rotonde Blauwkapelseweg en Hessenweg, aangehouden.
4.4.1.2 De aangifte van verbalisant [verbalisant 6]
[verbalisant 6] zag dat de groep uit was op een confrontatie. Zij zag dat [verbalisant 4] en [verdachte] met voorwerpen in de richting van haar en haar collega’s gooide. Volgens [verbalisant 6] werd er gegooid met oliebollen, lege bierflesjes en zwaar vuurwerk.
4.4.1.3 De aangifte van verbalisant [verbalisant 1]
[verbalisant 1] heeft naast voornoemde (gedeelde) bevindingen ook afzonderlijke een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. In dit proces-verbaal heeft hij gerelateerd dat er meerdere personen vanuit de groep met bierflesjes, oliebollen en vermoedelijk zwaar illegaal vuurwerk in hun richting gooiden. Hij zag dat er voornamelijk met genoemde goederen werd gegooid door een man die later bleek te zijn genaamd [verdachte].
4.4.1.4 De verklaringen van de brandweerlieden
Brandweerman [brandweerman 1] heeft op 1 januari 2012 verklaard dat de groep mensen behoorlijk agressief overkwam en dat de sfeer grimmig en gewelddadig te noemen was. Ook zag hij dat hij en zijn collega’s ([brandweerman 2], [brandweerman 3], [brandweerman 4], [brandweerman 5] en [brandweerman 6]) bekogeld werden door zwaar vuurwerk. Aan hun brandwerende kleding, helmen en handschoenen was het te danken dat zwaar letsel kon worden voorkomen. Wel hadden diverse collega’s behoorlijk veel last van piepende oren, dit in verband met zware knallen. Op een gegeven moment werd er volgens deze brandweerman ook met andere voorwerpen gegooid. Zo zag hij onder andere dat er gericht met bierflessen werd gegooid. Hierop besloot de bevelvoerder, mede vanwege de veiligheid, om weg te gaan. [brandweerman 1] kreeg nog glasscherven van een kapot springend bierflesje tegen zijn hand, hetgeen een hevige bloeding opleverde.
[brandweerman 2], bevelvoerder van de brandweer, verklaart dat het zware vuurwerk dat vanuit de groep gegooid werd een ronde vorm had met vijf tot zeven centimeter doorsnee, zodat het leek op nitraatbommen. Hij relateert dat vanuit de groep ook bierflessen naar de brandweer werden gegooid en dat hij werd geraakt op zijn helm. Hij hoorde glasgerinkel op de grond en zag dat er een uit elkaar gespat bierflesje lag. Hij rook meteen een bierlucht en maakte daaruit op dat het een vol bierflesje was dat hem geraakt had. Hij voelde dat het pijn deed, alsof hij een klap in zijn nek kreeg.
4.4.1.5 De verklaring van verdachte
De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij met oliebollen en vuurwerk heeft gegooid. Het kan volgens verdachte zijn dat een stuk door hem gegooid vuurwerk bij de politie is terechtgekomen. Het betrof volgens verdachte wel zeer licht vuurwerk en zeer zeker niet het door de verbalisanten beschreven zwaar en illegale vuurwerk. Verdachte heeft deze verklaring ter terechtzitting van 29 mei 2012 herhaald.
4.4.1.6 De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op 2 januari 2012 verklaard dat hij zag dat [verdachte] licht vuurwerk heeft gegooid in de richting van de politie.
4.3.2 Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat de tenlastelegging is toegesneden op artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk het openlijk in vereniging plegen van geweld aan de openbare weg, [adres] te De Bilt. Volgens vaste rechtspraak is van “in vereniging” plegen van geweld sprake indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. Ook is voor een bewezenverklaring van openlijke geweldpleging niet nodig dat wordt vastgesteld wie welk geweld heeft gepleegd binnen het geheel.