ECLI:NL:RBUTR:2012:BW8028

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
26 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-070161-95
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een kwetsbare man met een antisociale persoonlijkheidsstoornis

In de zaak met parketnummer 16/070161-95 heeft de rechtbank Utrecht op 26 maart 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1961, die verblijft in de Dr. H. van der Hoevenkliniek te Utrecht. De officier van justitie had op 1 februari 2012 gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, gezien de ernst van de eerdere veroordelingen voor zware mishandeling en mishandeling, en de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld aan de hand van verschillende rapporten, waaronder een advies van de Dr. H. van der Hoevenkliniek, waarin werd geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.

Tijdens de zitting op 12 maart 2012 zijn zowel de terbeschikkinggestelde als de deskundigen gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde inmiddels is verhuisd naar een intramurale flat en transmuraal verlof heeft gekregen. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er vooruitgang is geboekt in het resocialisatietraject, de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft besloten om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, zodat er over een jaar opnieuw kan worden gekeken naar de voortgang van het resocialisatietraject.

De rechtbank benadrukte dat de verlenging met één jaar niet moet worden gezien als een stap naar een einde van de terbeschikkingstelling, maar als een noodzakelijke maatregel om de samenwerking met het transmurale team te waarborgen en de terbeschikkinggestelde te motiveren in zijn resocialisatie. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij mr. N. van der Velden niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/070161-95
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 26 maart 2012
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [1961] te [geboorteplaats],
verblijvende in de Dr. H. van der Hoevenkliniek te Utrecht,
raadsvrouwe mr. A.M.R. van Ginneken, advocaat te Utrecht,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
• de vordering van de officier van justitie d.d. 1 februari 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met twee jaren;
• het vonnis van deze rechtbank d.d. 4 januari 1996, waarbij [terbeschikkinggestelde] is veroordeeld voor zware mishandeling en mishandeling, meermalen gepleegd, en waarbij hij onder meer ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, van welke terbeschikkingstelling de termijn is gaan lopen op 11 maart 1997;
• de beslissing van deze rechtbank d.d. 15 maart 2010, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van twee jaren;
• het rapport van de Dr. H. van der Hoevenkliniek d.d. 11 januari 2012, opgemaakt door drs. I.A.M. Breukel, klinisch psycholoog/psychotherapeut en locatiemanager zorg, drs. M. van den Bremer, gz-psycholoog en hoofd behandeling en drs. M. Kossen, psychiater en directeur zorg, met als advies verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren;
• de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde] over de periode tot en met 24 januari 2012.
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 12 maart 2012 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouwe,
mr. A.M.R. van Ginneken, advocaat te Utrecht. Voorts is de deskundige, mevrouw M. van den Bremer, hoofd behandeling en gz-psycholoog bij de dr. H. van der Hoevenkliniek, gehoord.
3 De standpunten van de deskundigen
3.1 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. In voormeld rapport is omtrent de terbeschikkinggestelde het navolgende gesteld.
Kernproblematiek:
De heer [terbeschikkinggestelde] is een in aanleg kwetsbare, zwakbegaafde man die opgroeit in een onveilig opvoedingsklimaat. Vanaf zeer jonge leeftijd komt hij ernstig tekort aan affectie, structuur en continuïteit. Tevens wordt hij seksueel misbruikt door zijn stiefvader. In verband met de thuissituatie wordt hij uit huis geplaatst; in het internaat toont hij fysiek agressief gedrag. De heer [terbeschikkinggestelde] misbruikt alcohol en drugs en is als volwassene niet in staat een prosociaal leven te leiden. Hij blijkt een goede werknemer, maar heeft mede gezien zijn detentie weinig werk. De heer [terbeschikkinggestelde] pleegt veel verwervingscriminaliteit, heeft veel verschillende partnerrelaties en zwerft vaak op straat. Binnen zijn relaties is hij fysiek agressief naar zowel zijn partner als de kinderen van die partner. Eenmalig pleegt hij seksueel misbruik met een stiefdochter. Het indexdelict betreft fysieke agressie naar een andere stiefdochter binnen een nieuwe relatie, zij houdt hier blijvend letsel aan over. Bij de heer [terbeschikkinggestelde] is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een hoge mate van psychopathie. De kern hiervan ligt in de antisociale en impulsieve levensstijl. Hij verblijft twaalf jaren in de Oostvaarderskliniek, hierna wordt hij in de Van der Hoevenkliniek opgenomen met het oog op een transmuraal traject in Utrecht.
Behandelverloop:
De heer [terbeschikkinggestelde] verblijft sinds april 2010 in de Van der Hoeven kliniek naar aanleiding van een eerder vastgelopen resocialisatietraject bij FPC De Oostvaarderskliniek. In april 2011 wordt de heer [terbeschikkinggestelde] gemachtigd voor onbegeleide verloven. In november 2011 is een aanvraag gedaan voor transmuraal verlof. Het behandelingstraject van de heer [terbeschikkinggestelde] richt zich op langdurige begeleiding door de kliniek (long care). Er wordt in de nabije toekomst toegewerkt naar een verblijf op De Weerd. De Weerd is een transmurale long care afdeling in de directe nabijheid van de kliniek, ten behoeve van patiënten voor wie een zelfstandig leven te hoog gegrepen is en waar sprake is van een hoog risicoprofiel indien er geen intensieve begeleiding en toezicht is. De heer [terbeschikkinggestelde] geeft aan hier naar toe te willen, onder andere omdat hij dan 24-uur per dag hulp kan krijgen indien nodig. De transmuralisering kan op deze manier stapsgewijs uitgevoerd worden. Een belangrijk aandachtspunt in de begeleiding van de heer [terbeschikkinggestelde] is het handhaven van een (goede) samenwerkingsrelatie.
Recidiverisico:
Het risico van terugval in gewelddadig gedrag wordt bij transmuraal verblijf ingeschat als laag tot matig. Zonder het kader van de tbs wordt het risico ingeschat als hoog. Hierbij wordt gedacht aan een risico op de middellange termijn, wanneer de heer [terbeschikkinggestelde] een intieme relatie zou hebben en in de situatie verkeert waarin hij de zorg voor een kind heeft. Het risico behelst een in het algemeen mishandelde omgang met het kind waar hij zorg voor draagt.
Advies:
De heer [terbeschikkinggestelde] verblijft sinds ruim anderhalf jaar in de Van der Hoevenkliniek in het kader van een resocialisatietraject. In april 2011 hervat de heer [terbeschikkinggestelde], na overplaatsing van uit FPC De Oostvaarderskliniek, zijn onbegeleid verlof. Er is sprake van een wisselende, maar geleidelijke positieve ontwikkeling. Van groot belang in het resocialisatietraject van de heer [terbeschikkinggestelde] is het vasthouden en continueren van een goede samenwerkingsrelatie met zijn behandelingsteam.
Op moment van het schrijven van het advies ligt er een aanvraag voor transmuraal verlof bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De heer [terbeschikkinggestelde] erkent zijn moeilijkheden om zich zelfstandig staande te houden en kiest daarom voor een langdurige begeleiding (long care). Naar verwachting zal de behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde] nog geruime tijd in beslag nemen en zal die zich in de nabije toekomst richten op verblijf op De Weerd (long care) met langdurige begeleiding door de kliniek.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van twee jaren.
Blijkens de laatste wettelijke aantekeningen is de terbeschikkinggestelde inmiddels verhuisd naar een intramurale flat en is inmiddels transmuraal verlof verleend.
De deskundige drs. M. van den Bremer heeft ter terechtzitting verklaard dat de volgende stappen zijn een volledige overdracht aan het transmurale team, verhuizing naar een woning buiten het terrein en vervolgens het zoeken van werk buiten de kliniek. Zij heeft daarbij – desgevraagd – aangegeven dat er zeker nog twee jaren nog zijn voor dit ingrijpende traject dat komen gaat voor de heer [terbeschikkinggestelde], om de veiligheid van de heer [terbeschikkinggestelde] en de maatschappij te kunnen waarborgen. In het algemeen geldt dat er bij een verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar onrust ontstaat bij de terbeschikkinggestelde. Er ontstaat dan strijd omdat er binnen één jaar iets gerealiseerd moet worden dat eigenlijk niet kan of verantwoord is. In deze zaak vraagt de deskundige zich af of de druk op de samenwerking niet te groot wordt. Juist een goede samenwerking is nodig om te komen tot een geslaagde resocialisatie.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren gehandhaafd. De officier van justitie heeft hierbij aangegeven dat, gelet op de rapportage en de toelichting van de deskundige ter zitting, een verlenging van één jaar overzichtelijk kan zijn voor de terbeschikkinggestelde, maar dit evengoed averechts kan werken. Gelet op deze onzekerheid staat zij een verlenging met twee jaar voor.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De verdediging heeft verzocht om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat de overgang naar de Van der Hoevenkliniek hem is tegengevallen. Er zijn volgens hem fouten gemaakt; alles heeft heel lang geduurd. Ze begrepen hem beter nadat hij zijn levensverhaal had verteld.
Maar nu heeft hij een flat, dat is rustig, niet steeds in een groep. In de kliniek werkt hij nog en volgt hij psychotherapie.
Hij kan over naar een woning buiten als alles goed gaat, en het gaat, naar de terbeschikkinggestelde verklaart, ook goed volgens de begeleiding. Hij wil graag vrijwilligerswerk gaan doen, maar daar wachten ze even mee, zodat niet alles tegelijk komt.
Hij vindt twee jaar verlengen te lang, hij zit al 14 jaar. Hij wil verlenging met een jaar en dan kijken hoe het gaat.
De raadsvrouwe stelt dat een verlenging van de termijn met deze duur overzichtelijk voor de terbeschikkinggestelde is en dat een verlenging met deze duur voor hem motiverend kan werken. Over een jaar kan hij dan laten zien of hij het resocialisatietraject vast heeft kunnen houden.
6 De beoordeling
Gelet op voormeld advies en gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en dat de termijn van de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd en wel met één jaar.
De rechtbank heeft daartoe overwogen dat er voor de terbeschikkinggestelde inmiddels een aanvraag is gedaan voor transmuraal verlof en dat die is verleend. Het nog te volgen traject, gericht op buiten (begeleid) wonen en werken lijkt niet van korte duur te zijn, maar de rechtbank acht het voor de terbeschikkinggestelde in deze situatie goed dat er over een jaar wordt gekeken hoe de voortgang is van het resocialisatietraject.
De rechtbank hecht eraan op te merken dat de terbeschikkinggestelde aan de verlenging met één jaar niet de conclusie mag verbinden dat thans reeds naar een einde, al dan niet voorwaardelijk, van de terbeschikkingstellingmaatregel wordt toegewerkt. De termijn van één jaar wordt uitgesproken om ervoor te zorgen dat het resocialisatietraject voortvarend zal worden voortgezet en om de terbeschikkinggestelde er van doen doordringen dat een goede samenwerking met het transmurale team van belang is.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] voor de tijd van één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mrs. M.J. Veldhuijzen en N. van der Velden, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. K.F. van Dam en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 maart 2012.
Mr. N. van der Velden is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.