ECLI:NL:RBUTR:2012:BW5093
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Maanen
- J.R. Krol
- T. Reichardt
- Rechtspraak.nl
Mishandeling van de moeder door de verdachte met psychologische overwegingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 19 april 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 januari 2012 in de gemeente Houten zijn moeder heeft mishandeld. De verdachte heeft zijn moeder opzettelijk krachtig tegen de borst geduwd, waardoor zij op de grond viel en letsel opliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan zwakzinnigheid of ernstige zwakbegaafdheid, en dat hij een gedragsstoornis heeft die zich uit in gebrekkige impulscontrole. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Ondanks deze bevindingen heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte strafbaar is, omdat er geen omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank heeft de ernst van de mishandeling, die tegen zijn moeder is gepleegd, als een strafverzwarende omstandigheid aangemerkt. De verdachte heeft niet alleen letsel en pijn veroorzaakt, maar ook angst en een onveilig gevoel bij zijn moeder. De rechtbank heeft rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten en met het advies van de reclassering, dat een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden voorstelde. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 10 weken, zonder de mogelijkheid van een voorwaardelijke straf. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf. Dit vonnis is ondertekend door de rechters en is uitgesproken in een openbare zitting.