ECLI:NL:RBUTR:2012:BW5087

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
5 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600747-11 [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met geweld en zware mishandeling in Utrecht

Op 5 april 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal met geweld en zware mishandeling. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank op basis van de beschikbare bewijsstukken tot de conclusie kwam dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte was beschuldigd van het samen met anderen stelen van een portemonnee en een telefoon op 17 april 2011, waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel had opgelopen. Tijdens de zittingen op 21 oktober 2011, 13 januari 2012 en 22 maart 2012 werden de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie eiste vrijspraak, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de geweldpleging. De verdediging stelde dat er geen sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid, en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade was ontstaan.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/600747-11 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 april 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1990],
wonende te [adres], [woonplaats].
Raadsman mr. S. de Korte, advocaat te Utrecht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting 21 oktober 2011, 13 januari 2012 en 22 maart 2012 waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. (Bij vonnis van 4 november 2011 heeft de rechtbank het onderzoek op de terechtzitting van 21 oktober 2011 heropend.)
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Primair: samen met anderen op 17 april 2011een portemonnee en een telefoon heeft gestolen en daarbij [slachtoffer] zodanig heeft mishandeld dat hij zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen;
Subsidiair: samen met anderen op 17 april 2011 heeft geprobeerd van [slachtoffer] te stelen en hem daarbij zodanig heeft mishandeld dat [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen en/of samen met anderen op 17 april 2011 heeft geprobeerd [slachtoffer] af te persen en hem daarbij zodanig heeft mishandeld dat [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen;
Meer subsidiair: samen met anderen op 17 april 2011 een zware mishandeling heeft gepleegd;
Uiterst subsidiair: samen met anderen op 17 april 2011 heeft geprobeerd een zware mishandeling te plegen.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een integrale vrijspraak gevorderd, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan.
Verdachte voelde zich slecht die nacht, zo verklaart hij zelf, maar ook medeverdachte [medeverdachte 1] zegt dat. Verdachte is uit de auto gestapt om over te geven, op de Voordorpsedijk. Daarna is hij weer ingestapt en naar eigen zeggen knock-out gegaan en pas bij zijn huis wakker geworden. Omdat verdachte zelf ontkent ook maar iets gezien of gedaan te hebben, medeverdachte [medeverdachte 2] zegt dat verdachte in de auto zat toen het geweld gepleegd moet zijn en ook medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] hem niet noemen bij het geweld, kan volgens de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen worden dat hij het hem tenlastegelegde heeft begaan.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen.
Met betrekking tot de voor medeplegen benodigde nauwe en bewuste samenwerking merkt de raadman het volgende op. Op Utrecht Centraal zou een afspraak zijn gemaakt. Daar zou de mogelijkheid zijn geweest voor overleg tussen de vier verdachten. Op de camerabeelden is te zien dat verdachte [verdachte] overal achteraan loopt. Hij is niet constant bij de andere drie jongens. Daar kan de bewuste en nauwe samenwerking niet uit volgen. Ook van belang is de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1], afgelegd bij de rechter-commissaris, waarin hij zegt dat de “Turkse jongen” zich niet zo lekker voelde en dat dit ook al eerder die avond zo was. Hij stapte uit om over te geven en is daarvoor een stuk van de auto weggelopen. De Turk lag al te slapen in de auto toen we bij zijn huis kwamen en we moesten hem wakker maken.Uit deze verklaring blijkt dat er geen sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de andere drie jongens.
Ten aanzien van de uitvoeringshandelingen concludeert de raadsman dat deze handelingen niet bewijsbaar zijn. Verdachte heeft zelf geen uitvoeringshandelingen gepleegd. Daar is in het dossier geen bewijs voor te vinden. De raadsman verwijst daarbij naar een uitspraak van de Hoge Raad nummer NJ 2010, 193. Het zich niet distantiëren en het louter aanwezig zijn bij het gebeuren is onvoldoende om een nauwe en bewuste samenwerking aan te nemen. De raadsman concludeert tot vrijspraak. Voorts wordt verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering. Dit vanwege de bepleite vrijspraak.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht met de officier van justitie en de verdediging dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe dat op basis van de in het dossier aanwezige stukken niet buiten redelijke twijfel kan volgen dat verdachte zich met opzet en in samenwerking met een ander schuldig heeft gemaakt aan een diefstal met geweld dan wel een poging daartoe en/of een poging tot afpersing dan wel een zware mishandeling of een poging daartoe.
De rechtbank zal verdachte van de hem tenlastegelgde feiten vrijspreken.
5 De benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 7.134,59 voor het ten laste gelegde feit.
Verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
6 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde feit;
Benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Kuijer, voorzitter, mrs. M.A.A.T. Engbers en P.P.C.M. Waarts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V. Soeteman, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 april 2012.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
Primair
hij op of omstreeks 17 april 2011 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee met
inhoud (onder meer circa 135 euro en/of pasjes) en/of een mobiele telefoon
(merk Samsung), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van
voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en)
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een of meermalen heeft
geslagen/gestompt en/of getrapt/geschopt op/tegen het lichaam van die Van den
[slachtoffer],
welk geweld zwaar lichamelijk letsel (gebroken kaak / oogkas / jukbeen en/of
een scheurtje in de schedel) voor die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op of omstreeks 17 april 2011 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een geldbedrag, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en / of te doen
vergezellen en / of te doen volgen van geweld en / of bedreiging met geweld
tegen die [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en / of (een) aan andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt
heeft gehandeld: hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn
mededader(s) eenmaal of meermalen geslagen en/of gestompt en/of
getrapt/geschopt op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] (welk geweld
zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken kaak en/of oogkas en/of
jukbeen en/of gescheurde schedel, voor die [slachtoffer] ten gevolge heeft
gehad) , zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
artikel 312, tweede lid, sub 2 juncto sub 4, juncto artikel 45 van het Wetboek
en/of
hij op of omstreeks 17 april 2011 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en / of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot
de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan voornoemde [slachtoffer], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en / of zijn/haar mededader(s), tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld:
hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s) eenmaal of
meermalen geslagen en/of gestompt en/of getrapt/geschopt op/tegen het lichaam
van die [slachtoffer] (welk geweld zwaar lichamelijk letsel, te weten een
gebroken kaak en/of oogkas en/of jukbeen en/of gescheurde schedel, voor die
[slachtoffer] ten gevolge heeft gehad) , zijnde de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet voltooid;
artikel 317, eerste lid, juncto derde lid, juncto artikel 45 van het Wetboek
van Strafrecht
van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Meer subsidiair
hij op of omstreeks 17 april 2011 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
(gebroken kaak / oogkas / jukbeen en/ of scheurtje in de schedel),
heeft toegebracht,
door voornoemde [slachtoffer] opzettelijk een of meermalen op/tegen het
lichaam te slaan / stompen en/of te trappen/ schoppen;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Meest subsidiair
hij op of omstreeks 17 april 2011 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe
te brengen, met dat opzet op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] heeft
/hebben geslagen / gestompt en/of getrapt / geschopt, zijnde de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
PROCES-VERBAAL van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de rechtbank te Utrecht, enkelvoudige kamer in strafzaken, van 5 april 2012,
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1990],
wonende te [adres], [woonplaats].
Raadsman mr. S. de Korte, advocaat te Utrecht.
Aanwezig:
mr. , rechter, als lid van de enkelvoudige kamer,
mr. , officier van justitie
en als griffier
De rechter doet de zaak uitroepen.
In de zaal van de terechtzitting zijn verder aanwezig:
0 de verdachte
0 de raadsman/vrouwe van verdachte mr.
0 een tolk in de taal, genaamd
die in handen van de rechter op de bij de wet voorgeschreven wijze de eed/belofte aflegt zijn/haar taak als tolk naar zijn/haar geweten te zullen vervullen. Al hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen is door voornoemde tolk vertolkt.
0 De rechter spreekt het vonnis uit.
0 De rechter spreekt het vonnis uit en geeft verdachte kennis, dat hij/zij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.