ECLI:NL:RBUTR:2012:BW5087
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van diefstal met geweld en zware mishandeling in Utrecht
Op 5 april 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal met geweld en zware mishandeling. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank op basis van de beschikbare bewijsstukken tot de conclusie kwam dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte was beschuldigd van het samen met anderen stelen van een portemonnee en een telefoon op 17 april 2011, waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel had opgelopen. Tijdens de zittingen op 21 oktober 2011, 13 januari 2012 en 22 maart 2012 werden de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie eiste vrijspraak, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de geweldpleging. De verdediging stelde dat er geen sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid, en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade was ontstaan.